ArtiKel 6 Het is verboden vee ter markt aan te voeren zonder voorafgaande be taling van het verschuldigde recht. Overtreding hiervan wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geldboete van ten hoog ste 25,--. Artikel 7 He invordering van de ingevolge deze verordening verschuldigde rech ten geschiedt door of namens de directeur van de markt- en havendienst, tegen afgifte van een kwijtingsbewijsHet kwijtingsbewijs moet op eerste vordering van de met de invordering belaste ambtenaren worden getoond. Verhoging elektriciteitstarieven. Bijlage no. 45. Leeuwarden, 7 maart 1957- Aan de Gemeenteraad. Zoals U uit de publikaties in de pers zal zijn gebleken, heeft het Provinciaal Bestuur besloten de kleinverbruikerstarieven van het Provinciaal Elektrioiteits Be drijf met ingang van de verbruiksmaand maart/april 1957 met ongeveer 10 te verhogen. Ter motivering van deze verhoging wijzen Gedeputeerde Staten op de financiële conse quenties, die voor het bedrijf voortvloeien uit de hogere storting in het fonds voor onrendabele gebieden en uit de zeer aanzienlijke stijging van de kolenprijzen op de wereldmarkt, waarvan de lasten uiteraard niet zijn verdisconteerd in de kleinver bruiker stari even, die sedert 1952 niet zijn verhoogd. Be Minister van Economische Zaken heeft de krachtens de Beschikking Prijsstop elektriciteitstarieven 1957 voor tariefsverhoging benodigde goedkeuring bereids aan het P.E.B. verleend. Het behoeft wel geen betoog, dat de sterke stijging van de kolenprijzen, die wel iswaar niet de enige, maar ongetwijfeld de belangrijkste factor is, die tot tariefs verhoging bij het P.E.B. heeft geleid, eveneens op het budget van het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf een belangrijke rendementsverlaging uitoefent. De gevolgen van de hogere kolenkosten zijn voor het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf nog van groter omvang dan voor het P.E.B., omdat zowel in het per 1 januari 1955 geëxpireerde stroom- contract als in de nieuwe concept-overeenkomst uitgegaan wordt van een kolenverbruik per af te leveren kWh, dat beduidend hoger is, dan het P.E.B. voor de opwekking van 1 kWh stroom verbruikt. In de per 1 januari 1955 beëindigde overeenkomst was een kolenclausule opgenomen, die het P.E.B. het recht gaf bij stijging van de kolenprijs boven een basisbedrag van 10,per ton de gemeente per afgenomen Kwh een extra bedrag voor 0,7 kg kolen in rekening te stellen, In de concept-overeenkomst voor de stroomlevering na 1 januari 1955 is de kolenclausule enigszins anders geredigeerd. In dit voorstel wordt voor de berekening van de kolenbijslag uitgegaan van een kolen- verbruik van 0,6 kg per kWh, In feite heeft deze verlaging geen praktische betekenis, omdat voorgesteld wordt, dat het P.E.B. voor deze verlaging van het kolenverbruik compensatie zal verkrijgen door verhoging van de kWh-prijs. De kleinverbruikerstarieven in onze gemeente,laatstelijk verhoogd bij raadsbe sluit van 24 september 1952, nr. 10951zijn in verband met de afschaffing van omzet belasting op de levering van elektrische energie aan kleinverbruikers, bij raadsbe sluit van 14 september 1955, nr. 12057, verlaagd. Voor de berekening van de klein verbruikerstarieven in 1952 is een kolenprijs aangehouden van f 62,20 per ton. Voor de stroomlevering in 1957 gaaf het P.E.B. voorshands uit van een gemiddelde kolen prijs van 80,50 per ton. Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, is in de aan het P.E.B. te betalen stroomprijs een kolenverbruik van 0,7 kg per af te nemen kWh begrepen. Rekening houdende met 6 stroomverliezen betekenen de sedert 1952 gestegen kolen- kosten op het budget van het G.E.B. een verhoogde last van 0,742 x f 80,50^-^./ 62,10) 1,36 cent per kWh. Het secretariaat van de Vereniging van exploitanten van elektriciteitsbedrijven heeft, ter ondersteuning van verzoeken tot verhoging van elektriciteitstarieven, een berekening opgesteld, waarin de kostenstijging van de kolen sedert 1953 op 1,43 per kWh wordt becijferd. Met de grootverbruikers worden de gestegen kolenkosten op grond van de contract bepalingen verrekend. Voor de kleinverbruikers daarentegen geldt, ondanks de gestegen kolenkosten, nog hetzelfde tarief als in 1952De kleinverbruikers betalen zelfs nog een lagere stroomprijs dan in 1952, omdat, zoals hiervoor reeds is opgemerkt, in 1955 in verband met de afschaffing van de omzetbelasting op de levering van elektrische energie aan kleinverbruikers, de tarieven in dat jaar zijn verlaagd. Op basis van het aantal afgeleverde kWh aan de kleinverbruikers over 1956 kan de rendementsverlaging "van"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 59