Toekennen vergoeding wegens het aan de pacht onttrekken van weiland.
Bijlage no. 59- Leeuwarden, 26 maart 1957.
Aan de Gemeenteraad.
Ten "behoeve van het verwezenlijken van de plannen tot het aanleggen
van de veemarkt ten noorden van de Harlingertrekweg en ten oosten van de
spoorweg Leeuwarden-Stiensvoorzover deze plannen op het ogenblik zijn
aanbesteed, dient de gemeente op korte termijn te kunnen beschikken over
de percelen weiland, thans kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie
D, nos. 1185, groot 4-07.20 ha, 1175 deels, groot plm. 2.19.40 ha en
1176, groot 3.42.00 ha.
Bedoelde percelen zijn in 1952 door de gemeente aangekocht van de
erven Koning. De vorige eigenaren hebben de weilanden verpacht aan de he
ren G. en P.Gosma, veehouders te Birdaard voor een pachtsom van
1675,10 per jaar. De pachtovereenkomst goldt voor het tijdvak van
31 maart 1951 tot 1 november 1957* In de pachtovereenkomst is o.m. ver
meld, dat de pachters de hekken en damleggers, welke zich op het gepachte
bevinden, bij de aanvang van de pacht op taxatie overnemen. Bij het eindi
gen van de pacht worden de hekken en damleggers door de verpachters of de
opvolgende pachter overgenomen tegen de getaxeerde waarde.
In verband met het vorenstaande zijn met de pachters onderhandelingen
gevoerd omtrent het uit de pacht nemen van de weilanden, alsmede omtrent
het overnemen door de gemeente van de op de landerijen aanwezige hekken
enz. De pachters hebben zich d.aarbij bereid verklaard ingaande 1 april
1957 afstand te doen van hun pachtrechten, indien de gemeente aan hen een
schadeloosstelling uitkeert van in totaal 2200,--. Met de deskundige der
gemeentelanderijen zijn wij van oordeel, dat het in principe overeengeko
men bedrag als een billijke vergoeding voor de door de pachters te lijden
schade voor het seizoen 1957 moet worden aangemerkt en dat dit bedrag,
gezien de belangen, welke zijn verbonden aan het verkrijgen van de vrije
beschikking over de bedoelde percelen, voor de gemeente alleszins aanvaard
baar moet worden geacht. Wij merken hierbij op, dat in dit bedrag is be
grepen de getaxeerde waarde van de door de gemeente over te nemen hekken
en damleggers.
Op grond van het vorenstaande geven wij D in overweging met de heren
G. en P.Gosma, voornoemd, een overeenkomst aan te gaan, zoals omschreven
in het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Meulen Burgemeester.
J. Hooij 1-Secretaris
Verzonden 27 maart 1957.