ee. het waterschap is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die, welker uitsluiting de wet niet toestaat; ff. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente 6. het waterschap verplicht zich, indien in enig dienstjaar alle in het waterschap gelegen gronden ten noorden van het Van Harinxmakanaal eigendom zijn geworden van de gemeente, die gronden met ingang van het volgende dienstjaar af te voeren van de ligger. De gemeente neemt als eigenaar op dat moment de zorg voor de bemaling of het op andere wijze op peil houden van de waterstand in dit gebied over; 7. het waterschap verplicht zich op het moment, dat de gronden ten noor den van het Van Harinxmakanaal aan het waterschapsverband worden ont trokken, aan de gemeente te betalen: a. de eventueel gereserveerde saldi, bedoeld onder punt 4> voorzover die niet zijn gebruikt voor dekking van nadelige saldi in volgen de jaren; b. een gedeelte van de destijds door de provinciale dienst voor de verbetering van de Friese kanalen aan het waterschap betaalde af koopsom, groot 1.225,--, welk gedeelte wordt uitgedrukt door een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door de oppervlakte van de gronden, welke op 1 januari 1957 in het gedeelte van het waterschap ten noorden van het Van Harinxmakanaal waren gelegen, en de noemer door de oppervlakte van alle gronden, welke op 1 januari 1957 in het waterschap waren gelegen; c. een gedeelte van de koopsom, genoemd onder punt 5, welk gedeelte op dezelfde wijze als onder b is aangegeven, zal worden bepaald; 8. alle geschillen, welke tussen de gemeente en het waterschap mochten ontstaan over de uitlegging en de tenuitvoerlegging van de uit dit besluit voortvloeiende overeenkomst, ook die geschillen, welke slecht door een der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen alleen en in hoogste ressort worden beslist door Gedeputeerde Staten van Fries land; 9. de uit dit besluit voortvloeiende overeenkomst gaat in met de dag, waarop de door de staten der provincie Friesland nodig geachte en getroffen regeling ten behoeve van de uitvoering van deze overeen komst in werking treedt, evenwel met uitzondering van het onderdeel van deze overeenkomst, betreffende de koop van het perceel weiland, bedoeld in punt 5> onder b, met de daaraan verbonden voorwaarden; II. de in I onder 5 bedoelde percelen worden ondergebracht in het grondbe drijf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris Behoort bij voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 1957? bijlage no. 64. Aan heren Gedeputeerde Staten van Friesland en Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. NOTA betreffende voorzieningen ten aanzien van het noordelijk gebied van het Waterschap "Het Huizumer- en Goutumer Nieuwland". Leeuwarden, 23 Februari 1956. Tussen de gemeente Leeuwarden en het waterschap "Het Huizumer- en Goutumer Nieuwland" is een kwestie gerezen omtrent de afvoering van een aantal percelen van de ligger van omslagplichtigheid van het waterschap en de betaling voor deze percelen van een afkoopsom. In deze kwestie heeft het waterschapsbestuur de tussenkomst ingeroepen van Gedeputeerde Staten. Tijdens de bespreking, die naar aanleiding hiervan op 4 Maart 1955 tussen vertegenwoordigers van beide partijen en van Gedeputeerde Staten werd gehouden, werd afgesproken, dat ondergetekenden, A. Schrijver, chef van de 4e afdeling der Provinciale Griffie, en Mr. J. Hooij, Hoofd van de afdeling Algemene Zaken ter Secretarie van Leeuwarden, gezamenlijk deze kwestie zouden bezien en rapporteren over de mogelijkheid van een minne lijke regeling tussen partijen. Yoor een goed inzicht achten zij het wenselijk eerst in het kort de situatie en de mening van beide partijen weer te geven, daarna de tijdens de bespreking geopperde gedachte te bezien, om ten slotte de oplossing weer te geven, die naar hun mening mogelijk is. 1De situatie. Het waterschap bestrijkt een gebied van 437 ha. Aanvankelijk werd dit gehele gebied bemalen door één windmolen. Naast deze molen staat de woning van de molenaar. De percelen zijn kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie A, nos. 769 en 968 en zijn eigendom van het waterschap. Ten gevolge van het graven van het Van Harinxmakanaal, waarmede werd begonnen in 1947werd het gebied van het waterschap in tweeën gesneden. Het noordelijk gedeelte, groot 257 ha, wordt sindsdien bemalen door de windmolen, het zuidelijk gedeelte, groot 200 ha, door een electrisch ge- maaltje,dat ten laste van de Kanalendienstin verband met het graven van het kanaal, is gebouwd. De kosten van de exploitatie van de molen en het electrisch gemaaltje worden omgeslagen, zowel over de gronden in het noor delijk, als in het zuidelijk gedeelte. In het noordelijk gedeelte vindt de stadsuitbreiding van Leeuwarden plaats. Daar de afwatering van de gronden, die worden bebouwd of op andere wijze voor uitbreiding van de stad worden gebruikt, geschiedt via de rio lering, verliezen deze gronden hun belang bij de bemaling door het water schap en komen derhalve voor afvoering van de ligger in aanmerking. De laatste jaren heeft het waterschap dergelijke gronden dan ook buiten de om slag gelaten. Ingevolge artikel 48b van het Algemeen reglement voor de boezemwater schappen in Friesland kan het bestuur van een waterschap bepalen, dat voor een perceel, welks belang bij enige verplichting van het waterschap verlo ren is gegaan en deswege van de ligger wordt afgevoerd, door de eigenaar een afkoopsom moet worden betaald. Volgens het derde lid van dit artikel blijft, behalve in bijzondere omstandigheden, die een hogere afkoopsom wettigen, de afkoopsom beperkt tot een aandeel in de niet afgeloste schuld Bij het beslissen over de vraag, of een afkoopsom moet worden betaald en bij de vaststelling van het bedrag er van, wordt rekening gehouden met eventuele bijzondere omstandigheden, waaronder de betrokken percelen onder waterschapsverband zijn gebracht. Aangezien het waterschap geen onafgeloste schuld heeft, kan een der gelijke afkoopsom in het onderhavige geval alleen in rekening worden ge steld, indien hier sprake is van een bijzonder geval. Het bestuur van het "waterschap"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1957 | | pagina 95