Sluiten 5 3/4 rentende onderhandse geldlening, groot 5 000.000,--,en het uitlenen van overtollige kasmiddelen aan publiekrechtelijke lichamen. Bijlage no. 55- Leeuwarden, 4 maart 1958. Aan de Gemeenteraad. Door tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie heeft de N.V. Bank voor Neder- landsche Gemeenten onze gemeente bij brief van 27 februari 1958, no. 9512/Zeen lening aangeboden, groot 5000.000,--Dit bedrag moet wor den gebruikt voor de financiering van diverse objecten, waarvoor wij U verwijzen naar de memorie van antwoord op het seotieverslag van de begro ting 1958. Het leningsbedrag zal op 15 maart 1958 beschikbaar worden gesteld tegen parikoers. De looptijd bedraagt 30 jaar, Telkenjare zal ongeveer 1/30 ge deelte van de lening moeten worden afgelost, de eerste aflossing te vol doen op 15 maart 1959. De rente bedraagt 5 3/4 5^ per jaar, halfjaarlijks te voldoen. Algehele of gedeeltelijke versterkte aflossing is tot 15 maart 1568 niet toegestaan. Met ingang van die datum is gedurende een vijftal jaren versterkte aflossing mogelijk tegen betaling van een vergoeding van 2-J- van het extra af te lossen bedrag, vervolgens gedurende vijf jaren tegen betaling van een vergoeding van 1-J- rfo en gedurende de verdere loop tijd van de lening tegen betaling van een vergoeding van 1 van het extra af te lossen bedrag. Hoewel de onderhavige lening niet voldoet aan de algemene normen, die van rijkswege zijn gesteld voor het aangaan van geldleningen door lagere publiekrechtelijke lichamen, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken, enz. evenwel een verruiming van het rentegamma toegestaan voor leningen, die via zijn bemiddeling door de N.V. Bank voor ITederlandsche Gemeenten aan de gemeenten worden verstrekt. Tengevolge van het in één bedrag beschikbaar komen van deze geldmid delen, waarmede bij het sluiten van kasgeldleningen nog geen rekening kon worden gehouden, heeft de gemeente tijdelijk een overschot aan financie ringsmiddelen gekregen. Hoewel dit overschot door het vervallen van kas geldleningen op korte termijn zal verminderen, laat het zich toch aanzien, dat onze gemeente nog enige tijd een overschot aan financieringsmiddelen zal houden. Teneinde renteverlies zoveel mogelijk te voorkomen, verdient het aan beveling de overtollige financieringsmiddelen tijdelijk aan andere publiek rechtelijke lichamen uit te lenen. De uitlening van deze gelden zal dienen te geschieden tegen een zo hoog mogelijk rentepercentage. Dit percentage is afhankelijk van de rentestand op de geldmarkt op de dag van uitlening. Het zal niet meer kunnen bedragen dan 5 zijnde de door de regering als maximum toegelaten rente voor het aangaan van kasgeldleningen door lagere publiekrechtelijke lichamen. Wij stellen U voor over te gaan tot vaststelling van de hierbij ge voegde ontwerp-besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 4 maart 1958.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 104