- 11 -
Hoofdstuk VI. Bijzonderheden over de op de fabriek te nemen maatregelen.
Op de fabriek behoeft men bij aardgas 60 mm. vrijwel geen maatregelen te
nemen, met uitzondering natuurlijk van die, welke het gevolg zijn van de tijde
lijke noodzakelijkheid twee soorten gas te moeten leveren, waardoor op het fa
brieksterrein tijdelijke verbindingen gemaakt moeten worden. In het begin heeft
men nog de gashouders voor het omgevormde gas nodig. Daar het echter toch wel
gewenst is voor het pu 3 aardgas over een gashouder te beschikken, zal het wel
licht raadzaam zijn de op het ogenblik wegens lekkage buiten gebruik staande re-
liefhouder van 300 m3 te herstellen en daarvoor in te richten. Vermoedelijk kan
dit wel door eigen personeel geschieden. Later alc een flink gedeelte van de
stad omgeschakeld zal zijn kan de gashouder van 10.000 m3 de taak van de kleine
reliefhouder overnemen.
Twee automatische toevoerregulateurs zullen moeten zorgen, dat in de nacht
de gashouders niet te vol worden en gaan blazen.
Bij aardgas 300 mm. heeft men tijdens de omschakeling hetzelfde probleem
als bij aardgas 60 mm. beschreven is. Bovendien heeft men echter nog een inrich
ting nodig om het gas uit de gashouders, waar de druk 125 tot 180 mm. is, te bren
gen in het buizennet, wa. r de druk 300 mm. is. ken kan hiervoor als bedrijfstoe-
stel een injecteur nemen, waarin aardgas onder middeldruk de energie levert om
ander gas uit de gashouders naar het buizennet te brengen en daarbij de druk te
verhogen. Voor reserve moet dan een elektrische centrifugaal ventilator beschik
baar zijn. Verder zijn ..eer voor het vullen van de gashouders twee automatische
toevoerregulateurs nodig.
Bij aardgas-lucht zal men vermoedelijk als eerste over te schakelen gebied
Huizum kiezen, waar gashouders beschikbaar zijn voor Merging van het nieuwe gas.
hen behoeft dus geen kosten te maken voor de herstelling van de kleine reliefhou
der van 300 m3 te Leeuwarden.
Voor het definitieve bedrijf vordt de investering echter groter, hen zuigt
de lucht aan met injecteurs, werkende met aardgas onder middeldruk en wel om de
capaciteit goed te kunnen regelen een aantal b.v. drie die parallel werken. Om
het gas uit de gashouders ook met lucht te mengen moet men hiervoor een centri-
fugaalventilator hebben met lektrische aandrijving en voor geval van een elek
trische storing een met gasmotoraandrijving. Deze luchtcentrifugaalventilatoren
en de motoren behoeven niet bijzonder groot en duur te zijn.
Iets ingewikkelder is de wijze, waarop de gashouders gebruikt moeten worden.
Eerst k-wnen alleen de gashouders in Huizum in gebruik voor aardgas-lucht. Dan bij
voortschrijding van de ombouw moet de gashouder van 10.000 m3 daarvoor gebruikt
worden en tenslotte als de gehele ombouw klaar is, wordt de gashouder
van 10.000 m3 weer in gebruik genomen voor puur aardgas en neemt de grote relief
houder van 800 m3 de taak over om als buffertank voor aardgas-lucht te dienen.
Men zou dit evenwel ook nog jaren kunnen uitstellen. Gebruik van de grote relief
houder voor aardgas-lucht maakt het noodzakelijk, dat deze gashouder automatisch
verschillende apparaten in en buiten werking zal stellen, iets wat zeer goed zal
gaan, maar natuurlijk geld kost.
Om de gashouders te vullen heeft men 2 automatische toevoerregulateurs no
dig, waarvan men voorlopig slechts één behoeft aan te schaffen.
Uit de financiële berekeningen kunt U zien, dat wij voor aardgas-lucht voor
dit punt meer kapitaal nodig achten.