Toelichting op "berekening I 1Inkoop en aflevering De totale aflevering over de periode van 1958 t/m 1977 is geschat op 413.469-000 eenheden van 4000 k.cal. Daarbij is uit gegaan van het huidige jaarverbruik, terwijl voor het huishoude lijk verbruik een jaarlijkse toeneming met 2$ en voor het indus triële verbruik een jaarlijkse toeneming met 3? is aangehouden. Het gemiddelde gasverlies over genoemd tijdvak wordt ge raamd op 16$. Dit is het percentage, dat is aangehouden voor de berekening, vervat in ons voorstel van 21 december j.l. (bijlage no. 313), verhoogd met 0.7$ wegens het kiezen van de z.g. lang lopende lekverliezenvergoeding. De inkoopprijs is aangehouden op 6.75 cent per eenheid. De prijs per af te leveren hoeveelheid is dan 100/84 x 6.75 cent is 8.036 cent. 2Subsidies en bijdragen Deze worden veelal berekend over het aantal afgeleverde een heden en zijn derhalve volledig variabel. Volgens de begroting 1958 bedragen de subsidies en bijdragen 0.023 cent per eenheid. Hierbij is tevens rekening gehouden met dat deel van de subsidies, dat bij de berekening van 21 december 1957 was begrepen in de kosten van aardgasontvangst. 3 en 4. Oilfogging, bevochtiging en reukstoffen Het aardgas is droog. Om uitdroging van de striktouwverbin- dingen in het hoofdbuizennet te voorkomen, worden vernevelde olie en verdampt water in het gas gebracht. De kosten daarvan worden op 0.057 per eenheid geraamd. De gevaren van de reukloosheid van het aardgas worden be streden door toevoeging van een reukstof. De hieraan verbonden kosten worden geschat op 0.008 cent per eenheid. 6Onderhoud De onderhoudskosten van het aardgasontvangststation zijn ge raamd op 2.000,-- per jaar. 7Bediening Voor de bediening van het aardgasontvangststation is perso neel nodig. De hiermee te belasten ploeg kan tevens dienst doen voor terreinbewaking en voor het aannemen van telefonische sto ringsmeldingen na de normale werktijden. Het in de berekening op genomen bedrag is exclusief het loon, dat toegerekend kan worden aan vorenbedoelde nevenwerkzaamheden. t/m 11. Diverse kostenplaatsen De indirecte kosten, zoals die van directie en technisch toe zicht administratie en laboratorium worden thans mede over de kraakgasfabriek verdeeld. Dit zijn voor het grootste deel vaste kosten. Zij verminderen daarom bij stopzetting van het kraakpro- ces niet met hetzelfde bedrag als thans aan de vervorming van aardgas wordt toegerekend. Deze kosten zullen dus voor een groot deel ten laste van andere bedrijfsonderdelen moeten worden ge bracht. Zij zijn voor dit deel in de berekening opgenomen. Het bedrag, dat voor deze kosten in de begroting 1958 (afgerond) is opgenomen, alsmede het deel van de kosten, dat geheel wegvalt, zijn volledigheidshalve bij de berekening vermeld. "12"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 152