Wijziging artikel 36. De wijziging "beoogt een verzuim te herstellen. In 1952 werd het vroegere tweede lid van artikel 34 vernummerd tot derde lid, zonder dat evenwel de in artikel 36 voorkomende verwijzing naar dat lid werd aangepast. Wijziging artikel 33, 4e en 6e lid. De ambtenaar, die zowel onder de Pensioenwet als onder de Ongevallenwet valt, ontleent,wanneer hem een dienstongeval treft, aanspraken aan beide wetten. Voor de ambtenaar, die niet onder de Ongevallenwet valt, geeft de huidige redactie van het 4e lid aan hem zelf en het 6e lid aan zijn nabestaanden echter slechts een aanspraak overeenkomstig de Ongevallen wet, voor zover hij geen aanspraak op grond van de Pensioenwet heeft. Laatstgenoemde ambtenaar is dus ongunstiger af: hij krijgt öf het een of het ander, eerstgenoemde krijgt het een en het andor. De wijziging beoogt deze ongelijkheid weg te nemen en in alle gevallen beide aan spraken te versohaffen. Sen nieuw achtste lid is ingevoegd om een mogelijkheid te geven maat regelen in verband met de revalidatie van de betrokkene te treffen, Wijziging artikel 42. Voor do aanvulling van dit artikel met de verwijzing naar artikel 25a zij verwezen naar het gestelde bij artikel 25&. Voorts is in de nieuwe redactie van dit artikel een nadere omschrijving van het bogrip pensioen krachtens de Pensioenwet gegeven, hetgeen nodig was in verband met do invoering van de Algemene Toeslagwet Gepen sioneerden en do Wet inzake de beperking van pensioen bij gelijktijdig genot van algemeen ouderdomspensioen, In de nieuwe redactie van dit artikel (evenals in die van de artikelen 42b en 19 Arbeidsovereenkomstenverordening) wordt gesproken van pen sioen Ojj grond van zijn pensionering ingevolge de Pensioenwet 1922 ont vangen; hiermede is dan bedoeld hot uiteindelijke pensioen, dat genoten wordt mot toepassing van da Pensioenwet on do genoemde Toeslag-on Be- perkingswot Tevens is in het nieuwe artikel rekening gehouden mot do mogelijkheid, dat de betrokkene algemeen ouderdomspensioen gaat genieten» ilaterieel komt de nieuwe regeling hierop neer, dat de betrokkene aan uitkering nimmer meer ontvangt dan hij zondar ontslag op grond van artikel 38, junoto art. 25a,Algamoan Ambtenarenreglement zou hebben ontvangen. Wijziging artikel 42a- Hetgeen hierboven met betrekking tot artikol 42 werd uiteongezot, geldt ook ten aanzien van artikel 42a. Voorts is dit artikol, dat niet gohool duidelijk aangaf, wannocr do periode, waarover de uitkering wordt borohend, eindigt, indien de betrokkene in het eerste jaar van zijn verhindering 65 jaar wordt, of mot andere woorden, indien do betrokkono bij de aanvang van zijn verhindering reods 64 jaar v/as, in de nieuwe rodacti in zoverre beperkt, dat hst niet qp een ambte naar. die bij de aanvang van zijn verhindering roods 64 jaar was, van toepassing is. Voor oen dergelijke ambtenaar geldt derhalve het algemene artikol 42, waarin do onderhavige periode 1 jaar na do aanvang van de verhindering eindigt. Wijziging artikel 42 b. Ook de aanvulling van dit artikol, handelende over het behoud van be zoldiging geduronde zekero tijd bij ziekte, na ontslag, beoogt eon naders precisering to govon van oen eventueel ponsioen, waarmede de bezoldiging dient te worden verminderd. 7/i jziging artikel 51 - De wijziging van dit artikol strekt om mede vast to leggen, dat geen aan spraken op vergooding van schade aan kloding on uitrusting tengevolge van ziokte of ongeval in vorband met de dienstbetrekking bostaan, torzake waarvan do ambtenaar reohton tegenover dorden kan doon goldon. Door do "aanvulling" aanvulling wordt overeenstemming met artikel 50, sub a, verkregen. Wijziging artikel 87. 3e lid. De wijziging beoogt de beloning bij ambtsjubilea in plaats van naar het salaris schaalbedrag) te berekenen naar de bezoldiging sohaalbedrag emolumenten en toelagen, genoemd in de bezoldigingsregelingen) met uitzondering van de kindertoelage/toeslag, doch vermeerderd met de va kantietoelage. Deze wijziging sluit aan bij de Rijksregeling. 'ffi.jziging artikel 154 3e en 4e lid. Ook hier wordt nagestreefd aansluiting bij de gewijzigde rijksregeling, te weten nadere precisering van de rentevergoeding op ingehouden spaar gelden van tijdelijke ambtenaren. Wijziging artikel 113. Smartegeld werd tot dusver alleen toegekend aan de nabestaanden van een overleden mannelijk ambtenaar. In aansluiting aan de rijksregeling wordt nu de bepaling zodanig gewijzigd, dat ook uitkering plaats vindt aan de nabestaanden van oen overleden vrouwelijk ambtenaar. Voorts zal het smartegeld nu niet meer alleen over de bezoldiging, doch over bezoldiging vakantietoelage worden berekend. In de laatste zin (regelende de uitkering,als geen nagelaten betrekkingen aanwezig zijn) wordt het woord "begrafenis" vervangen door "lijkbezorging" De door het Centraal Bureau aangegeven wijziging van artikel 110 betreft het ontslag van de huwende ambtenares, waaromtrent alhier reeds een boslissing is genomen. IIArbeidsover0enkomstonverordening. '.'.'ijziging artikel 1°. 1e lid. Deze wijziging houdt verband met de in de aanhef gonoemde ministeriële ciroulairo van 6 juni 1957 en beoogt het doorbotalen van salaris aan arbeidscontractanten gedurende het tweede zioktejaar in het algemeen mogelijk te maken. Onder de bestaande regeling kan alleen door arbeids contractanten met 2 of meer dienstjaren langer dan een jaar ziekengeld worden genoten. Door de wijziging wordt bovendien eenzelfde voorziening getroffen voor het geval de betrokkene gedurende de uitkeringsperiode 65 jaar wordt als in artikel 42a van het Algemeen Ambtenarenreglement (zie boven). Wijziging artikel 21. Dezo wijziging komt overeen met die van artikel 38 Algemeen Ambtenaren reglement (zie boven). ■"ijziging artikelen 37 en 40 De wijzigingen van deze artikelen lopen parallel met die van de artikolon 113 en 104 Algemeen Ambtenarenreglement (zie boven). 711 '■'achtgeldregeling. Wijziging artikel 10. Wanneer de wachtgelder na het ontslag inkomsten verwerft, wordt het wachtgeld verminderd. Deze vermindering is echter zodanig geregeld, dat ongolijke grootheden tegenover elkaar worden gesteld, n.l. enerzijds do laatstelijk voor het ontslag genoten weddo bruto) on anderzijds de nieuwe inkomsten na aftrak van verschuldigde bijdragon of premien voor pensioen of andero sociale voorzieningen notto). Door schrapping van de laatste zin van het oerste lid wordt een juistere situatie bereikt: bruto tegenover bruto. Wijziging artikel 12. In dit artikel is o.m. gorogold het vervallen van het wachtgeld bij pensionering op grond van do Pensioenwet 1922, S. 240. Toegevoegd wordt de bepaling, dat hot wachtgeld in ieder geval zal ver vallen, wanneer de wachtgelder de leeftijd van 65 jaar bereikt. Samengaan "van"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 214