- 18 - Het meerdere wordt gestort in de bedrijfsreserve In het hierbij gevoegde ontwerp-begrotingswijziging no. 2 van de energiebedrijven zijn voor het elektriciteitsbedrijf kredieten geraamd voor de in 1958 noodzakelijke normale investeringen voor meters, huisaansluitin gen, transformatorstations, incidentele verbeteringen van de openbare ver lichting, gereedschappen enz. Hiervoor is in totaal 322.000,uitgetrok ken. Gasbedrijf Rekening houdende met de gevolgen van de verhoging der tarieven, waartoe op 30 december 1957 is besloten, wordt het batig saldo van het be drijf voor 1958 geraamd op 59.450,--, hetgeen 40.550,-- minder is dan voor 1957. De financiële gevolgen van de distributie van puur aardgas zullen in de loop van 1958, nadat een beslissing is genomen over de wijze, waarop het gas zal worden gedistribueerd, en bekend is, in welk tempo de wijzigingen worden aangebracht, bij begrotingswijziging moeten worden geraamd. Voor de normale investeringen terzake van dienstleidingen, meters, geisers, gereedschappen e.d. is inliet hierbij gevoegde ontwerp-begrotings- wijzigingno. 2 een bedrag van 296.000,geraamd. Gemeentebegroting Teneinde de vergelijking tussen de thans geraamde baten en lasten met die over enkele voorafgaande jaren mogelijk te maken, is hierachter als bijlage III een overzicht van de voor de jaren 1956, 1957 en 1958 ge raamde bedragen opgenomen. Op de in dit overzicht vermelde baten en lasten zijn enkele correcties aangebracht in verband met voor rekening van het rijk komende kosten, zoals o.a. die van de politie, de salarissen der onder wijzers bij het lager en het kleuteronderwijs en de uitkeringen ingevolge sociale voorzieningsregelingen. De opgenomen bedragen geven dus in hoofd zaak de lasten aan, die voor rekening van de gemeente blijven. aPersonee 1 sl_ sten Raming 1958 2.632.680,--. Raming 1957 2.300.570,-- Verschil 332.090,-- Van dit bedrag heeft ongeveer 210.000,-- betrekking op de 6$ loons verhoging en de 5-6 7" loonsverhoging in verband met de invoering van de Algemene OuderdomswetDe huurcompensatie vordert een bedrag van ongeveer 35*000,-- en de toekenning van de periodieke verhogingen aan het perso neel eveneens ongeveer 35*000,--. Verder zijn in de personeelsformatie enkele wijzigingen aangebracht. Naast de hiervoor vermelde wijzigingen in de salarissen is in het bijzonder voor de gemeentebedrijven nog rekening gehouden met de invoering van de z.g. leeftijdsionen voor de werknemers op weekloon. Krachtens de desbetreffende regeling ontvangen werknemers, die een bepaalde leeftijd bereiken, het aan hun rang verbonden maximum loon. Voor werknemers, beho rende tot de loongroepen 4, 5 Gn 6, is deze leeftijd respectievelijk 25, 26 en 27 jaar. Voor de gemeentcreiniging, de openbare werken en de ener giebedrijven betekent de invoering van deze regeling een totale jaarlijkse last van ongeveer 30.000, Reeds lang bestaat in de praktijk de behoefte aan een betere grond slag voor het personeelsbeleid, waarbij zich met name het gemis doet gevoe len aan vaste maatstaven, waaraan de personeelsaangelegenheden van alle dienstonderdelen uniform kunnen worden getoetst. Sedert enige jaren wordt op dit terrein, in navolging van het bedrijfsleven, door het rijk en ver schillende gemeenten gewerkt met de methoden van werkclassificatie en per soneelsbeoordeling. Eerstgenoemde methode wil komen tot een verantwoorde vergelijking en rangschikking van alle functies op basis van naar bepaalde regels door een deskundige opgestelde functiebeschrijvingen; laatstgenoemde onderwerpt periodiek, eveneens volgens bepaalde vaste maatstaven, het gehe le personeel aan een prestatie-beoordeling. Beide methoden kunnen o.m. nut afwerpen bij het bezoldigings- en pro motiebeleid, bij de organisatie en planning in de bedrijven en bij de me dische en sociale personeelszorg. Zij vormden een onmisbare grondslag voor een systeem van bezoldiging, aarin de prestatie van de individuele werker een rol speelt (merit-rating of prestatiebeloning). Evenals de Regering, die thans haar personeelsbeleid volgens de hier boven geschetste lijnen herziet -hetgeen waarschijnlijk zijn weerslag zal hebben op het rijkstoezicht op het gemeentelijk bezoldigingsbeleid- hebben ook wij bereids enkele maatregelen genomen, die een nieuw personeelsbeleid inleiden. Twee leden van het secretariepersoneel zijn, na een opleiding te hebben gevolgd tot beoordelingsdeskundige en tot taakanalist, belast met de toepassing van de hierboven genoemde methoden, terwijl aan het Bureau Per soneelsbeheer en Organisatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opdracht is gegeven, als inleidende fase een algemene inventarisatie van de weekloonfuncties op te maken, welke later als basis voor de functiebeschrij ving en personeelsbeoordeling kan dienen. Bat speciaal de weekloonfuncties het eerst onder de leep -worden genomen, vindt zijn oorzaak in de omstan digheid, dat het rijk ook bij deze categorie begint, zodat hier de eerste maatregelen op dit gebied te verwachten zijn. Op de begroting voor 1958 is voor prestatiebeloning nog geen bedrag uitgetrokken, omdat de omvang van deze post thans nog niet te voorzien is. Een overzicht van het verloop van de personeelssterkte van 1 januari 1955 &f is als bijlage IV hierachter opgenomen. Daarbij wordt tevens overgelegd een opgave, waarin verschillende gegevens omtrent de samen stelling van hot personeel op 1 januari 1958 zijn opgenomen. b. kapitaalslasten 1958 1.350.945,Raming 1957 1.1 Verschil 217.970,--. In bovengenoemde cijfers zijn de kapitaalslasten van de veemarkt en andere nieuwe werken niet begrepen. De afschrijvingen worden voor 1958 92.220,-- hoger geraamd dan voor 1957 en de rente 125.750,-- hoger. In deze bedragen is voor het kleuter onderwijs cn de bouw van noodscholon wregens afschrijving en rente respec tievelijk 50.055,-- cn 54.585,-- begrepen. Laatstgenoemde be&ragen zullen, naar wij aannemen, voor zover zij aan het kleuteronderwijs kunnen worden toegerekend, kunnen worden gedekt uit de voor dit onderwijs toe te kennen rijksbijdragen.De hogere kapitaalslasten, die overblijven na aftrok van de ten laste van het kleuteronderwijs te brengen bedragen, omvatten aan afschrijving 42.165,-- en aan rente 71.165,--. De stijging van de afschrijvingslast wordt voornamelijk ver oorzaakt door het ramen van stelposten, waaruit de telkenjare voorkomende, ineens af te schrijven kleine investeringen voor het verbeteren van bij zondere scholen kunnen worden bestreden. Tot dusver werden hiervoor bij suppletoire begroting bedragen uitgetrokken. Dc rente moet hoger worden geraamd in verband met de verhoging van het omslagpercentago tot Voor 1957 was in de primitieve begroting een rente van 3. 1 aangehouden. In wijziging no. 1 van dc gemeentebegroting is op dc kapitaaldienst een bedrag van 10.250,-- opgenomen voor het verbeteren van dc centrale verwarmingsinstallatie in het autobusstation, waarvan de lasten in de hiervoor genoemde bedragen zijn begrepen. De afschrijvingstermijn bedraagt 15 jaar. Do bestaande installatie voldoet niet aan bescheiden eisen. Het voornemen bestaat, eon nieuwe ketel te plaatsen en het aantal radiatoren uit te breiden. De geraamde kapitaalslasten van de veemarkt c.a. en van andere .385, ringen reeds toegelicht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 24