perceel, met het paviljoen "Kleine Wielen", is in het voor recreatieterrein bestemde gebied gelegen. Een der belangrijkste moeilijkheden, waarvoor de werkcommissie zich zag gesteld, was de vraag, op welke wijze de diverse graslandpercelen van uiteenlopende kwaliteit in het te vormen recreatiegebied aan hun land bouwkundige bestemming kondon worden onttrokken, zonder dat daardoor tekort zou worden gedaan aan de respectieve eigenaren en grondgebruikers. Door bepaalde uitruilingen van grondoppervlakten, mogelijk gemaakt door de zeer gewaardeerde medewerking van de stichting "op Toutenburg" en van de Dienst der Domeinen, zal zeer waarschijnlijk oen voor alle partijen (inclusief de tegenwoordige grondgebruikers) aanvaardbare oplossing kunnen worden verkregen. Verder komt de werkcommissie tot de conclusie, dat het aanbeveling verdient om zo mogelijk binnen afzienbare tijd de nodige voorzieningen te treffen met betrekking tot het in het leven roepen van een organisatie ter nadere effectuering van de ontworpen plannen. Wij kunnen ons met de conclusies van de werkcommissie volkomen ver enigen en menen dit streven te moeten ondersteunen. Immers aan het tot stand komen van een dergelijk recreatie-oord in de onmiddellijke omgeving van onze stad moet een zeer grote betekenis worden toegekend. Naar ons oordeel zal met het gereedkomen van de plannen in een grote behoefte aan recreatiemogelijkheid worden voorzien en wel in bij zondere mate voor de inwoners van de gemeente Leeuwarden. De aanleg van het terrein achten wij bovendien van groot belang uit een oogpunt van werkverruiming. Wij zijn dan ook in beginsel gaarno bereid om in samen werking met de gemeente Tietjerksteradeel en wellicht met de provincie Friesland en met het Rijk het nodige te verrichten om de plannen tot het aanleggen en in exploitatie brengen van het recreatiegebied te realiseren. Voordat deze plannen tot uitvoering kunnen worden gebracht, zal be grijpelijkerwijs een nadere regeling moeten worden getroffen omtrent de verdeling van de kosten, verbonden aan de uitvoering van de te verrichten werkzaamheden, over de deelnemende instanties. Wij achten het waarschijn lijk, dat de gemeente Leeuwarden, als zijnde één der belanghebbende par tijen, of misschien wel de meest belanghebbende partij, daarbij als de grootste participant zal moeten optreden. Wij zullen hierop t.z.t. even wel nog nader terugkomen. Vooruitlopende op deze gang van zaken,wordt er naar gestreefd de plannen voor het aanleggen van het recreatiegebied, met inbegrip van het openluchtzwembad, voor het aanstaande v/interseizoen besteksklaar te heb ben. In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat zulks mede van belang zal kunnen zijn, indien t.z.t. door onverhoopt optredende werkloosheid be hoefte zou blijken te bestaan aan de mogelijkheid om daarvoor in aanmer king komende werken in het kader van de bestrijding van de werkloosheid tot uitvoering te brongen. Het vorenstaande hoeft er toe geleid, dat reeds contact is gezocht mot do Nederlandse Heidemaatschappij, die zich bereid verklaard heeft de plannen verder uit te werken en besteksklaar te maken. Hiervoor zal evenwel de beschikking moeten worden verkregen over een voorbereidingskrediet tot een bedrag van 25.000,--. Gegeven het vorenstaande, hebben wij ons bereid verklaard Uw raad in overweging te geven hot benodigde krediet beschikbaar te stellen, opdat binnen korte tijd met het gereedmaken van de plannen een aanvang kan wor den gemaakt. Wij merken hierbij nog op, dat het uiteraard in de bedoeling ligt het benodigde voorbereidingskrediet, alsmede de kosten van hot in brengen van het natuurbad Kleine Wielen in het gehele project, in de to tale stichtingskosten op te nemen. Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver enigen, stellen wij U voor een krediet van 25.000,-- beschikbaar te stellen voor het uitwerken van plannen voor het aanleggen van een recre atie-gebied rond de Kleine Wielen. Burgemeester on Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. Verzonden 24 mei 1958. de Jong, Secretaris. Onbewoonbaarverklaring van 14 woningen. Bijlage no. 135. Leeuwarden, 21 mei 1958. Aan de Gemeenteraad. Blijkens een door de directeur van het bouw- en woningtoezicht inge steld onderzoek komt wederom een aantal woningen in deze gemeente in aan merking voor onbewoonbaarverklaring. Het betreft thans in totaal 14 wonin gen, welke door het aanbrengen van verbeteringen niet meer in bewoonbare staat kunnen worden gebracht. Eén van deze woningen is reeds onbewoond. Van elk der woningen is een staat opgemaakt, waarin de voornaamste gegevens van het pand zijn vermeld en waarin tevens is aangegeven op grond van welke gebreken de onbewoonbaarverklaring zal moeten plaatsvin den. Uit de ter inzage gelegde stukken blijkt, dat de hoofdingenieur directeur van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid in deze provincie, belast met het toezicht op de handhaving van de wettelijke bepalingen be treffende de volkshuisvesting, mede van oordeel is, dat de bovenbedoelde woningen onbewoonbaar dienen te worden verklaard. De termijn van ontrui ming van de nog bewoonde percelen ware te bepalen op zes maanden, met uitzondering van het pand Romkeslaan, welk perceel, behoudens nadere be slissing, niet ontruimd behoeft te worden,zolang de bewoning door de hui dige eigenares-bewoonster voortduurt. Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging over te gaan tot, vaststelling van een besluit, zoals hierna in ontwerp is afgedrukt. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden A.A.M. van der Meulen, Burgemeester de Jong, Secretaris. Verzonden 24 mei 1958.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 262