- 22 - dit deel voor latere besteding worden gereserveerd. Over de specificatie van het voor onderhoud van straten uitgetrokken bedrag van 330.000,-- wordt met de- directeur der openbare werken nog overleg gepleegd. De in de memorie van toelichting opgenomen staat van het in 1958 uit te voeren onderhoudswerk aan straten moet daarom als voorlopig worden aangemerkt. In wijziging no. 1 van de gemeentebegroting is een bedrag van 5.600,-- opgenomen voor het maken en inrichten van een kantoorvertrek in het gebouw van de Dienst Bescherming Bevolking ten behoeve van het plaatsvervangend hoofd van d^zc dienst. g. verlichting, v-.rwaraiing, schoonhoud, n. Raming 1958 828.395,--. Raming 1957 f 742.520,--. Verschil 85.875,--. In dit bedrag is voor de hogere kosten van de straatverlichting en verkeersverlichting een bedrag van ongeveer 34-540,-- begrepen. De verhoging van het rentepercentage is uiteraard ook op deze post van invloed. Verder zijn de kosten van verlichting en v;rwarming en die van het schoonhouden van gebouwen tengevolge van prijs- en loonstijgingen aanmerkelijk gestegen. Het aantal schoolgebouwen is groter geworden, hetgeen uiteraa.rd een verhoging van lasten tot gevolg heeft. .1dienstb" nodigd -d vt Raming 1958 150.505,--. Raming 1957 121.475,--. Verschil 9.030, 'Voor de aankoop van leermiddelen wordt in verband mot de toeneming van het aantal leerlingen bij het openbaar uitgebreid lager onderwijs en het kleuteronderwijs oen hoger bedrag geraamd. Voorts wordt voor de bemesting en beplanting van sportvelden aan de Jachthavenlaan thans meer geraamd dan voor 1957. k. bijzondere kosten. Raming 1958 149.270, Raming 1957 123-450, Verschil 25.820,--. Voor adviezen, te verstrekken door de directeur der openbare werken, en voor de kosten van voorbereiding van werken, die niet tot uitvoering komen, wordt 10.000,-- meer geraamd dan voor 1957. De kosten van adviezen van de directeur van het grondbedrijf ten bc-hoevc van de sanering van stadswijken worden geraamd op 4.750,--. Hiervoor was in 1957 nog geen krediet uitgetrokken. Voor het bevolkingsonderzoek op tuberculose wordt een netto bedrag van f 12.500,-- geraamd. De overige wijzigingen zijn van minder belang. 1. ujtvp. ring i'~,i 'ra*":, v d..n. Raming 1958 3.445.755,Raming 1957 2.782.460,--. Verschil 663.295, De voornaamste oorzaak van deze sterke stijging is dc bijzonder grote toeneming van de kosten van krankzinnigenverpleging. Terzake wordt voor 1958 319.565,-- moer geraamd dan voor 1957. Naast de toeneming van het aantal patiSnten cn de drastische verhoging van de tarieven van oen groot aantal inrichtingen is de verlaging van het subsidie van de provincie hiervan do oorzaak. Het nadelige saldo van do gemeentelijke instelling voor maatschappe lijk hulpbetoon wordt voor 1958 142.530,hoger geraamd dan voor 1957. Met uitvoering van de rijksregelingen voor hulpverlening zal in 1958 waarschijnlijk 12.750,-- meer gemoeid zijn dan in 1957. Voorts zijn ook do uitkeringen voor de verschillende onderwijsinrichtingen weer sterk gestegen. Do uitkeringen voor bijzondere lagere scholen worden in verband met de stijging van de kosten van het openbaar onderwijs voor 1958 onge veer 36.000,-- hoger geraamd dan voor 1957. Do netto kosten van de uit keringen voor het nijverheidsonderwijs zijn voor 1958 naar raming ongeveer 73.000,-- hoger. Voor leerlingen uit onze gemeente, die middelbare scholen in andere gemeenten bezoeken, zal in 1958 waarschijnlijk ongeveer 40.000,-- ipeer moeten worden betaald dan in de primitieve begroting voor 1957 was geraamd, omdat het rijk de verrekeningsnormen heeft ver hoogd. Hier staat tegenover, d.at bij onderdeel r voor leerlingen uit andere gemeenten, die te Leeuwarden op school gaan, een hogere bijdrage kan worden geraamd. De T/o storting voor nieuwe woningwetwoningen zal in 1958 naar raming 26.780,-- meer vorderen dan voor 1957 is geraamd. Voor de kosten van sanering van stadswijken en van de premieregeling woningsplitsing wordt respectievelijk 7*725,-- en 5*000,-- meer uitgetrokken. m. bedrijven. Raming 1958 495.060, Raming 1957 433.915,--. Verschil 65.145,--. Een toelichting op dit verschil is hiervoor reeds gegeven. 0. gemeentelijke heffingen. Raming 1958 2 491.210,--. Raming 1957 2.340.990,--. Verschil 150.220, De voornaamste oorzaken van de hogere opbrengst der gemeentelijke heffingen is de verhoging van de tarieven van de veemarktgelden en van de straatbelasting. Voor deze heffingen wordt een hogere opbrengst van res pectievelijk 38.250,-- en 82.500,-- geraamd. Andere heffingen,waarvoor in 1958 een hogere opbrengst is opgenomen, zijn de leges voor bouwver gunningen en de vermakelijkheidsbelasting, die respectievelijk 20.000,-- en f 15.000,-- hoger zijn geraamd. Op grond van de inschrijvingen bij de kermisverpachting in de afgelopen jaren wordt voor 1958 terzake ongeveer 12.500,-- meer geraamd dan voor 1957. De opbrengst der badgelden wordt 4000,-- hoger uitgetrokken in verband met de tariefsverhoging in de loop van 1957, De bruggelden zijn met ingang van 1 januari 1958 afgeschaft. De gemeente derft hierdoor ongeveer 10.000,--. Verder is gebleken, dat de opbrengst van de begrafenisrechten minder sterk is toegenomen dan werd verwacht. De opbrengst wordt daarom voor 1958 10.000,-- lager geraamd dan voor 1957. r_._uitkeringen gemoontefo:. Is Raming 1958 6.633.435,--. Raming 1957 f 6.080.265,--. Verschil 553.170,-. In bovenstaande cijfers is de extra algemene uitkering (basisbedrag 1,81 per inwoner), die met ingang van 1 januari 1956 aan onze gemeente is toegekend voor het dekken van de kapttaaislasten van de veemarkt c.a. en andere nieuwe werken, niet begrepen. Ook is de voor het dekken van het begrotingstekort gevraagde verhoging niet in bovenstaande bedragen opge nomen. Bovengenoemd verschil tussen de voor 1957 en 1958 geraamde opbrengst geeft aan, wat de gemeente meer ontvangt als gevolg van de verhoging der uitkeringspercentages. Het uitkeringspercentage is voor de algemene uit kering verhoogd van 140 tot 148 en voor do belasting-uitkering van 122 tot 143. 0. opbreng:;t lx-zittingen Raming 1958 478.575,--. Raming 1957 347.240,--. Verschil I3I.335,-. De rente van kasgeld en van langlopende leningen is sterk gestegen. Daarom wordt ook voor het als financieringsmiddel aangewende eigen kapitaal en voor de reserves van de gemeente een hogere rentevergoeding in rekening gebracht. Terzake wordt voor 1958 een rente van aangehouden, welk per centage gelijk is aan het geraamde omslagpercentage voor de investeringen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 26