2. Do schalen 10, 16 on 21 norden als volgt gelezen: Schaal Ambt 0 802.23 10 [verpleegster 2) lassistonto in de huishouding -tadsl- jZiekenhuis, hoofd j |van do linnenkamer IStads-Zicskenhuis v.'i jkverpleogstor schoolverpleegster 16 1o verpleegster 2) wijkverpleegster 347»-- A, schoolverploeg-; istcr A 21 hoofdverpleegster !4) 419-76 Salarisanciënniteit in jaren 1234 319.02 335.81 352.60 369.39 VJ4 CD CD 7 419.76 8 456.55 9 453.34 363.79 380.58 397.37 414.16 430.95 464.53 481.32 498.12 436.55 453.34 470.13 486.92 503.71 537.29 554.08 570.87 587.66 604.45 447.74 520.50 3. Na voetnoot 10 worden twee nieuwe voetnoten toegevoegd, luidende: 11. een verpleegster, waarnemend 1e verpleegster geniet oen ambtstoe lage van maximaal 29.66 por maand; 12. een 1e Verpleegster, waarnemend hoofdverpleegster go-niet een ambts- toclago van maximaal 59*33 por maand. Artikel II Bijlage B van de Bczoldigingsvorordoning 1948 wordt gewijzigd als volgt 1Toegevoegd worden de volgende ambten en hot daaraan Verbonden vaste salaris in guldens por maand: Ambt Salaris leerling Verpleegster 1e leerjaar 93.95 leerling verpleegster 2e leerjaar 108.50 leerling verpleegster 3e leerjaar 128.65 2) 2. Na voetnoot 1. wordt oen nicuwo voetnoot toegevoegd, luidende: 2) do leerlingen Verpleegster genieten vrije kost en inwoning. Artikel III 1. De volwassene, wiens salaris is bepaald rekening houdende met een d-r in do bijlage A dor Bczoldigingsvorordoning 1948 voorkomende ambten en salarisschalen 1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 11, 12, 1314, 15 of 17 ver werft een salarisanciënniteit van 6<5n jaar. 2. Het salaris van de ambtenaar, wiens sala.ris een jaar of langer vóór hot in werking treden van dit besluit is bepaald op het maximum bedrag van de voor hem geldende salarisschaal 16, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25» 26, 27, 28, 29, 30 of 31 van bijlage A der Bczoldigingsvorordoning 194-8 wordt to rekenen mot ingang van hot in werking treden van dit besluit bepaald op het naast hogere bedrag. 3. Indien door toepassing van het eerste lid ten aanzien van een ambte naar de som van zijn salaris en de huwolijkstoolage vóór 1 april 195^ het in artikel 14 van de Bozoldigingsverordening 1948 genoemd bedrag overschrijdt, geldt voor hem in de plaats daarvan het bedrag van 362.67 -n wel tot het tijdstip, waarop zijn salaris laatstgenoemd bedrag overschrijdt. 4, Het bepaalde in dit artikel is mede van toepassing ter. aanzien van do werknemer, wiens loon is vastgesteld overeenkomstig artikel 11, eerste lid ond-r a van de Arbeidsovorconkomstunvcrordening. Artikel IV De salarisrogoling van leorlingverplogondon en van ve-rplogendon, die een opleiding volgen voor de aantekening kraamverpleging of kinderverple ging (gemeenteblad 1952 no 9) vervalt. Artikel V Dit besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 april 1958. Aldus gedaan in de openbar- vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 303