No. 15534.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 1958
(bijlage no. 256);
BESLUIT:
tot het aangaan van een overeenkomst van grondruil, waarbij:
a. de gemeente van K.A. Niermeijer, alhier, in volle en vrije eigendom overneemt
een gedeelte, ter grootte van plm. 5 m2, van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie D, no. 1982, op de bij dit besluit behorende te
kening roodgekleurd aangegeven, tegen een prijs van 75,-- in totaal;
b. de gemeente aan K.A. Niermeijer, alhier, in volle en vrije eigendom overdraagt
een gedeelte, ter grootte van plm. 34 m2, van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie D, no. 4595, op de bij dit besluit behorende te
kening blauwgekleurd aangegeven, tegen een prijs van 510,-- in totaal,
een en ander onder de volgende voorwaarden:
1. de gronden worden overgedragen met alles, wat daarop of daarin aanwezig is
en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden
rechten, doch vrij van hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van grondruil;
3. de overdragende partijen zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
4. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld
in de artikelen 1302 en 1303 van het burgerlijk wetboek;
5. het risico voor, het onderhoud van en alle van de over te dragen perceelsge
deelten geheven wordende lasten en belastingen komen vanaf de onder 2 bedoelde
datum voor rekening van de nieuwe eigenaren;
6. de juiste begrenzing van de onder a en b bedoelde perceelsgedeelten zal van
gemeentewege ter plaatse worden aangegeven;
7. het tuinhekje van de voortuin van het pand Mr. P.J. Troelstraweg no. 129 en
de daarachter staande ligusterheg zullen door en voor rekening van de gemeente
op de nieuwe eigendomsgrens worden geplaatst;
8. de afscheiding op de nieuwe eigendomsgrens van het onder b bedoelde perceels
gedeelte zal door en voor rekening van K.A. Niermeijer, voornoemd, in overleg
met de Directeur der Openbare Werken der gemeente Leeuwarden, worden geplaatst
9. alle op de grondruil vallende kosten komen voor rekening van de nieuwe eigena
ren, ieder voor de helft.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Herbenoeming leden huurcommissie
Bijlage no. 257. Leeuwarden, 6 oktober 1958.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 5 oktober 1955, no. 13145 (bijlage no. 270), werd op
grond van artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 23 augustus 1955, Stbl. 379,
een huurcommissie voor de gemeente Leeuwarden ingesteld. Deze commissie, bestaan
de uit een voorzitter, 2 vice-voorzitters en 10 leden, treedt ingevolge artikel 4
van evengenoemd K.B. om de 3 jaren in haar geheel af, doch de aftredende leden
zijn terstond herbenoembaar. In de thans ontstaande vacatures zal derhalve door
Uw Raad dienen te worden voorzien. Alvorens hierop nader in te gaan, komt het ons
nuttig voor U een kort overzicht te geven van de werkzaamheden, die tot dusverre
door de commissie zijn verricht.
Het totaal-aantal binngengekomen verzoeken van huurders om vervallenverkla
ring van huurverhoging in verband met de onderhoudstoestand bedraagt 126. Hiervan
zijn:
Afgehandeld: 114 gevallen
Ingetrokken: 5
Nog in behandeling: 7
126 gevallen.
Van de 114 afgehandelde gevallen werden tenslotte:
Toegewezen: 71 gevallen
Afgewezen: 39
Afgevoerd wegens onbe
voegdheid der commissie: 4
114 gevallen.
Het aantal vergaderingen bedroeg 15.
In het merendeel der afgewezen gevallen was de klacht van de huurder wel
gerechtvaardigd, doch vormde deze klacht voor de eigenaar voldoende aanleiding
om in de onderhoudstoestand van de woning, al dan niet na aanhouding van de zaak,
te voorzien.
Aangezien de omvang van de werkzaamheden van de commissie bij haar instel
ling nog niet viel tc overzien, is destijds uitgegaan van de instelling van een
drietal kamers, die in de afgelopen periode als volgt waren samengesteld;
le kamer: Mr. J.J. Keuning, voorzitter,
mevrouw dr. A.C.A. Blanksma-Kok en de heren J. Venema en W. Stienstra,
leden.
2de kamer: Mr. G. Huizenga, vice-voorzitter,
mevrouw L. Ringenaldus-van der Wal en de heren G.A. Staal en
P.F.J. Westra, leden.
3de kamer: Mr. A. Rutgers, vice-voorzitter,
mevrouw A.M.C. Mulder-Müllcr en de heren drs. G. de Groot en
J. Wiersma, leden.
Als tiende lid fungeerde de heer K. Sijbrandij, dio speciaal was aangezocht
mot het oog op zijn kennis van woontoestanden in het landelijk deel der gemeente.
Bij gebreke van aanvragen uit dit gebied heeft laatstgenoemd lid evenwol nimmer
zitting behoeven te nemen.
In de loop der zittingsperiode werd mr. Rutgers wegens vertrek als vice-
voorzitter van de derde kamer vervangen door mr. H.L. Wedeven. Voorts heeft
mr. Huizenga, vice-voorzitter van de tweede kamer, einde december 1957 om ont
slag gevraagd.
"In"