Verslag van rapporteurs van het verhandelde in de sectievergaderingen van de gemeenteraad, met memorie van antwoord van burgemeester en wethouders, betref fende de ontwerp-begroting voor het dienstjaar 1959* Bijlage no. 285. Algemeen Verschillende leden kondigden aan bij de behandeling van de begroting algemene beschouwingen te zullen hou den. Enige leden gaven uitdrukking aan hun voldoening over de vroegtijdige in diening van de ontwerp-begrotingen en over de uitgebreidheid van de aanbie dingsbrief. Wij wachten deze beschouwingen met belangstelling af. Voor de beantwoor ding van deze algemene beschouwingen in de openbare raadsvergadering, zou het ons aangenaam zijn geweest de onderwerpen te kennen waarover deze leden zullen spreken. Financiële beschouwingen Financiële verhouding 1. Vele leden betreurden het lange uitblijven van een nieuwe regeling van de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten. Mede hier door verkeert de gemeente in on zekerheid over de voor 1959 aanwe zige financiële mogelijkheden. Enkele leden vestigden de aan dacht op de recente circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken, waarin de gemeenten er op worden ge wezen, dat zij de begroting voor 1959 sluitend zullen moeten maken. Wat zijn de consequenties van deze circulaire voor onze gemeente, zo vroegen deze leden. Is er geen aanleiding te trachten het tekort van 80.000,--, dat overblijft, nadat over het restant van de algemene reserve is beschikt, op de een of andere wijze weg te werken. De huidige gang van zaken veront rust vele leden zeer. Een lid vroeg of de lasten, die voortvloeien uit werken, waardoor de structuur van de gemeente verandert, geheel door een verhoogde uitkering uit het gemeentefonds kunnen worden gedekt, of dat de gemeente hiervoor ook over de algemene reserve moet beschikken. De ongeveer gelijk met de aanbie dingsbrief verschenen miljoenennota op de rijksbegroting voor 1959 biedt wei nig perspectief voor de financiële verhouding tussen het rijk en de ge meenten. Met geen enkel woord wordt in deze nota aangegeven, hoe de rege ring de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten voor 1959 denkt te regelen. Ook de memorie van toelich ting op de begroting van het departe ment van Binnenlandse Zaken geeft hierover geen enkel uitsluitsel. Slechts wordt opgemerkt, dat de voor bereiding van het wetsontwerp betref fende de toekomstige financiële ver houding tussen het rijk en de gemeen ten nog niet kon worden afgesloten. Indien mocht blijken, aldus de minis ter, dat dit wetsontwerp binnenkort nog niet kan worden ingediend, dan zal worden overwogen of een verlenging van de geldigheidsduur van de huidige financiële verhoudingsregeling wense lijk is. Nu per 1 januari a.s. de huidige regeling ophoudt te gelden, is het strikt genomen niet mogelijk ver zoeken in te dienen om verhoging van de algemene uitkering uit het gemeente fonds. De begroting van het gemeente fonds voor 1959 is nog samengesteld op basis van de voor 1958 geldende regeling. Op deze basis kunnen de middelen voor 1959 worden gesteld op totaal 1.147.840.200,--.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 512