10. de erfpachtster mag de inrichting noch geheel noch gedeeltelijk aan derden in gebruik afstaan of verhuren, tenzij burgemeester en wethouders hiervoor schriftelijk toestemming verlenen; 11. het in erfpacht uitgegeven terrein mag uitsluitend worden betre den en verlaten van en naar de openbare weg door de hoofdingang van het openbaar slachthuis of door een andere, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, toegang; 12. de op het terrein gevestigde inrichting mag, behoudens schrifte lijke toestemming van de directeur van het openbaar slachthuis, slechts worden gebruikt gedurende de uren, waarop het openbaar slachthuis voor gebruikers is opengesteld; 13. de erfpachtster en de bij haar in dienst zijnde personen moeten, ook wanneer zij in de inrichting werkzaam zijn, de voorschriften opvolgen, welke zijn opgenomen in de verordening op het gebruik van het openbaar slachthuis te Leeuwarden (gemeenteblad no. 23, van 1924), zoals deze thans luidt of nader zal worden gewijzigd, alsmede de voorschriften, gegeven of te geven ter uitvoering van bedoelde verordening; 14. de op het terrein gevestigde inrichting moet zijn aangesloten op het waterleidingnet; zij mag uitsluitend worden verlicht door mid del van elektriciteit en verwarmd door middel van elektriciteit of kachels, waarvan de verbrandingsgassen rechtstreeks naar de buitenlucht worden afgevoerd; van de kabels, buizen en geleidin gen van het openbaar slachthuis kan voor een en ander geen ge bruik worden gemaakt 15. de op het terrein gevestigde inrichting moet steeds in reine staat verkeren, zowel in- als uitwendig, ten genoegen van de directeur van het openbaar slachthuis; 16. bij niot-of niet-behoorlijke nakoming van de voorwaarden, vermeld onder 6 t/m 15, kan vervallen-verklaring van het erfpachtsrecht door de gemeenteraad worden uitgesproken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Benoemen van een onderwijzer aan de Leeuwerikschool (g.l.o.). Bijlage no. 48. Leeuwarden, 24 februari 1958. Aan de Gemeenteraad. Tengevolge van het aan de heer H. Atema verleende eervol ontslag dient aan de Leeuwerikschool (gewoon lager onderwijs) een onderwijzer te worden benoemd. Voor de vervulling van deze vacature heeft zich slechts één sollici tant aangemeld, t.w. de heer H. Sikkema, onderwijzer aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs te Leens (Gr.). Blijkens ingesteld onderzoek komt de heer Sikkema voor benoeming in aanmerking. Het hoofd der Leeuwerikschool beveelt hem aan, terwijl de in specteur van het lager onderwijs zich daarmede kan verenigen. Onder overlegging der stukken geven wij U mitsdien in overweging over te gaan tot de benoeming van de heer H. Sikkema als onderwijzer aan de Leeuwerikschool Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 26 februari 1958.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1958 | | pagina 78