"bouw zal moeten betalen, de werkelijke rente- en afschrijvingslast van
voornoemde lening volledig op te nemen. De lening zal eerst op 1 januari
i960 worden verstrekt, zodat terzake in 1959 nog geen lasten verschuldigd
zullen zijn. Het opnemen van de huurvergoeding in de begroting van 1959
is daarom ook nog niet noodzakelijk. In het ter inzage gelegde ontwerp
besluit tot het wijzigen van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
1959 is terzake een memoriepost geraamd.
Wegens rente en aflossing over het eerste jaar volgende op het opnemer.
van de geldlening zal 78.785»-- verschuldigd zijn, welk bedrag als volgt
is berekend:
Aflossing
2-|$ van 816,650,(grond en bouwkosten) 20.420,—
5/ó van 173.500,(centrale verwarming,
meubilair enz.) 8.675»
10$ van 18,000j(leermiddelen enz.) 1 .800,—
rente
4 3/4$ van 1,008.150,—
30.895,
47.890,—
f 78.785,—
3Speeltuinterrein en kaatsterrein Achter de loven
De grond- en aanlegkosten van een speeltuinterrein en een kaatsterreir.
aan Achter de Hoven bedragen blijkens ons in bijlage no. 104 opgenomen
voorstel respectievelijk 56.875»en 37.000, De uit deze investe
ring voortvloeiende kapitaalslasten worden voor 1959 geraamd op
3.885,
4. Garantie tentoonstelling "Buiten '59"
De gemeentelijke bijdrage in een eventueel nadelig saldo van bovenge
noemde tentoonstelling zalindien U zich verenigt met ons in bijlage no,
100 vervat voorstel, maximaal 6.000,-- bedragen.
Tengevolge van het ramen van het hiervoor onder 3 vermelde krediet
voor een speeltuinterrein en een kaatsterrein aan Achter de Hoven wordt
het geraamde tekort op de gemeentebegroting voor 1959 met 3.885,ver
hoogd tot 1.301 .895,
De raming van de post voor onvoorziene uitgaven wordt in verband met
de herstelling van het dak van het infeotiepaviljoen en met het uittrekken
van een krediet voor het dekken van een deel van een mogelijk nadelig
saldo van de tentoonstelling "Buiten '59" niet f 9.000,verlaagd tot
51.035,—.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver
enigen, stellen wij U voor de gemeentebegroting en de begroting van de
geneeskundige- en gezondheidsdienst en van het grondbedrijf voor het
dienstjaar 1959 te wijzigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp
besluiten,
Burgemeester en ffathmi/tov..
ouders van Leeuwarden,
•A.M, van der Keulen, Burgemeester.
Verzonden 26 maart 1959,
de Jong, Secretaris.
Krotopruimingsbijdrage inzake complex 50 woningen Murkstraat.
Bijlage no. 106.
Leeuwarden, 15 april 1959-
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 30 december 1957 heeft U besloten over te gaan tot de
bouw van 50 woningwetwoningen aan de Murkstraat c.a. en tot het aanvragen en aan
vaarden uit s rijks kas van een zo hoog mogelijke jaarlijkse bijdrage in het
exploitatietekort, op basis van artikel 24a, onder 1°, van het Woningbesluit.
Voor dit complex is niet een z.g. krotopruimingsbijdrage aangevraagd (art. 24a,
sub 2° van het Woningbesluit), zoals dit is geschied voor het complex 82 woningen
nabij de Tijnjedijk.
Oorspronkelijk lag het wel In de bedoeling om deze extra bijdrage aan te
vragen. Aangezien de op basis van de geraamde bouwkosten berekende netto-huur
prijs van 13,65 per week geen mogelijkheid bood een doorschuiving van krotbe
woners naar de nieuw te bouwen woningen te bewerkstelligen, is er van afgezien
een krotopruimingsbijdrage uit 's rijks kas aan te vragen.
Nu de financiering van het onderhavige complex evenwel geschiedt met 4$
rentende rijksvoorschotten en de werkelijke bouwkosten bovendien lager liggen
dan destijds is aangenomen, kan de voorlopige netto-weekhuur thans berekend
worden op 11,65. Dit betekent derhalve een verlaging van 2,-- per week ten
opzichte van de eerder berekende huur. Aangezien er in onze gemeente dringend
behoefte bestaat aan krotvervangende woningen, komt het ons wenselijk voor de
Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid alsnog te vragen vorenbedoelde
extra bijdrage te verlenen.
De regeling van deze bijdrage is tot stand gekomen bij Koninklijk besluit
van 11 november 1953- Bij dit besluit zijn enige wijzigingen gebracht in het
Woningbesluit, waarbij onder meer de mogelijkheid is geopend een huurreductie
te verlenen aan:
1. krotbewoners, indien zij worden geplaatst in een ter vervanging van krotten
gebouwde woning;
2. personen, die geen krotbewoners zijn, doch die door het betrekken van een
nieuwe woning een bestaande woning voor voormalige krotbewoners vrijmaken
(opschuiving)
Om in geval van opschuiving voor een huurreductie in aanmerking te komen,
moet worden voldaan aan de volgende woorwaarden:
1. de nieuw te betrekken woning mag niet gelijkwaardig zijn aan, of minder zijn
dan de ten behoeve van krotbewoners verlaten woning;
2. de betrokkene moet, met het oog op zijn inkomenspeil, niet in staat zijn de
normale huurprijs van de nieuwe woning onmiddellijk te betalen.
De huurverlaging moet zodanig worden geregeld, dat de bewoners na verloop van
ten hoogste 5 jaren een normale huur betalen. De voor het eerste- jaar vastgestelde
huur wordt daartoe telkens na verloop van een jaar met minstens 20$ van de voor
het eerste jaar vastgestelde huurverlaging verhoogd.
Voor de onderhavige woningen met een bewoningscapaciteit van 7 personen kan
de huurverlaging in het eerste exploitatie jaar maximaal f 150,-- d.i. 2,85
per week bedragen. Van de huurreductie komt de helft ten laste van het rijk en
de helft ten laste van de gemeente.
Ingevolge de ministeriële beschikking van 5 februarie 1954 moet het aan
vragen en aanvaarden van een krotopruimingsbijdrage ten behoeve van de bouw
van woningen ter vervanging van krotten blijken uit het raadsbesluit, waarbij
tevens een normale jaarlijkse bijdrage krachtens de Beschikking bijdragen
woningwetbouw 1950 wordt aangevraagd.
"Het"