1 No. 5689» BE RAAB BER GEMEENTE LEEUV/ARBEN; Overwegende, dat dient te worden overgegaan tot het vaststellen van een uitbreidingsplan in hoofdzaak voor het gebied, gelegen tussen de Groningerstraatweg en de Mr. J.Troelstraweg; dat tegen dit plan bezwaren zi.jn ingediend door: J.Visser, Houtdwarsstraat 7, 2. B.Kalma, Schapestraat 2, J. B.V/itteveen, Karlingerstraaiweg 81, 4. R.Vermeulen Zonen - Bouwmaterialen Ü.V., Voorstreek 48, 5. Firma R.S.Timmermans Zoon, Oldegalileën 241 6. Firma S.J.Mellema, Blokkepad 58c, 7. N.V. Houthandel v.h. Firma S.van Briesum, Bokkumertrekweg 5> 8. Firma A.Kootstra, Camctraburen 81, 9. F.Oegema, Bokkumertrekweg 59, 10. Firma K. en F. Rötert, Bokkumertrekweg 54, 11. B.van der Beide, tekkumerweg 10rood, 12. Joh. Calsbeek, Lekkumerweg 49rood, 15- F.Calsbeek, Lekkumerweg 15rood, 14- Mevrouw J.Bouma-BooperKeimpemastraat 1 5 15- k.B.Galema, Paul Ere. por straat 51 16. F. en W. Elzinga, Blekerstraat 40, 7. J.W.van der Veen, Dokkumertrekweg 21, H.Rozema, Lekkumerweg 42c rood, 19. H.Rozema, Lekkumerweg 17rocd, 20. G.O.Terpstra, Mr. P.J.Troelstraweg 270, 21. R.Meyer, Lekk .m 1 52 22. H.H.Rötert, Oambuursterpad 97, 25. F.Haven, Bokkumertrekweg 4, 24. B.Barnes, Bokkumertrekweg 6 en 25. H.C.Bakker, Bokkumertrekweg 59, allen alhier; dat de bezwaren van de sub 1 en 8 vermelde adressanten zich richten tegen de uit de vaststelling van het uitbreidingsplan voor hen voort vloeiende schade; dat deze bezwaren ongegrond moeten worden geacht, aangezien op grond van de Onteigeningswet een voldoende schadeloosstelling verzekerd is; dat de bezwaren van de sub 2 en 5 vermelde adressanten zich richten tegen de stedebouwkundige opzet van het ontworpen uitbreidingsplan; dat de bestemming van een strook grond ten westen van de Bokkumer 3e en de aanpassing van de oude stadsbuurt, gelegen tussen de Bokkumer Ee en het Rengerspark aan de nieuwe stadswijk bepaalde stedebouwkundige voorzieningen noodzakelijk maakt, waardoor de bestaande bebouwing aan de Bekemastraatde Runiastraat en de Keimpemastraat op de duur niet kan worden gehandhaafd; dat op grond daarvan de laatstbedoelde bezwaren tegen de stedebouw kundige opzet van het plan, voorzoveel dit onderdeel betreft, ongegrond moeten worden geacht; dat de bezwaren van de overige adressanten zioh richten tegen de aan verschillende gronden gegeven bestemmingen, waardoor handhaving van de ter plaatse gevestigde bedrijven niet (geheel) mogelijk zal zijn, dan wel waardoor uitbreiding daarvan wordt belemmerd; dat de percelen grond, waarop betrekking hebben de bezwaarschriften van de adressanten, vermeld sub 4, gedeeltelijk, sub 5> voor nagenoeg het gehele perceel en sub 10, 12 tot en met 20 en 22 tot en met 24, geheel in de thans nog geldende uitbreidingsplannen een bestemming hebben, geheel afwijkend van die, waarvoor deze percelen thans worden gebruikt; "dat"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 208