No. 5878.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 1959
(bijlage no. 140);
Gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT
de gemeente garant te doen zijn voor de prompte betaling van rente en af
lossing van een door de Coöperatieve Boerenleenbank "Leeuwarden N.K." te
Leeuwarden aan de "Stichting Volkscrediet" te Leeuwarden te verstrekken
geldlening groot 300.000,--, parikoers, rentende 4 1/8 per jaar, af te
lossen na tien jaar, onder de voorwaarden, vermeld in de bij dit besluit
behorende ontwerp-overeenkomst van geldlening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beschikbaarstelling van kredieten ten behoeve van de voorbereiding van openbare
werken, uit te voeren in verband met de te verwachten ontwikkeling van de
gemeente Leeuwarden.
Bijlage no. l4l. Leeuwarden, l6 mei 1959.
Aan de Gemeenteraad.
Het is U bekend, dat de situatie in het noorden van ons land in verschillen
de opzichten aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid; de stagnatie in de be
volkingsgroei neemt daarbij wel een centrale en overheersende plaats in. Met het
oog op deze verontrustende ontwikkeling hebben zowel de rijks- als de provinciale
overheid zich op het standpunt gesteld, dat het treffen van maatregelen noodzake
lijk is om deze ontwikkeling ten gunste te doen keren. Men is van mening, dat de
grote en grotere centra daarbij een belangrijke rol zullen moeten gaan spelen.
Er zijn vele en velerlei gedachten over de maatregelen, die tot het gewenste
gevolg zullen kunnen leiden. Deze maatregelen zullen naar onze mening echter
steeds moeten worden afgestemd op een bepaald doel. Dit heeft men ook provinciaal
gedaan door voorop te stellen, dat er voor de provincie Friesland als geheel van
af 1980 een evenwicht zal bestaan in de migratiebalans en voorts, dat er vanaf
dat jaar een volledige en volledig productieve werkgelegenheid moet zijn. De
consequenties hiervan zijn onder meer, dat er tot 1980 voor de provincie Fries
land een bevolkingsaanwas geraamd kan worden van 85.OOO zielen. Een andere conse
quentie is, dat de taakstelling voor de voortgaande industrialisatie zal moeten
worden afgestemd op de opneming van ten minste 1400 personen per jaar in het
productieproces. Wij wijzen er met nadruk op, dat de te nemen maatregelen zoda
nig zullen moeten zijn, dat het gestelde doel inderdaad wordt bereikt, met andere
woorden: de vraag moet niet worden gesteld of de gewenste ontwikkeling inderdaad
zal plaats vinden, doch uitsluitend hoe ingrijpend de maatregelen zullen moeten
zijn om het gewenste effect te verkrijgen.
Het spreekt vanzelf, dat een belangrijke industriële ontwikkeling gepaard
zal gaan met een ingrijpende verandering van de economische structuur van de
provincie. Berekend is, dat het aandeel van de landbouvi in de werkgelegenheid zal
verminderen van 25 tot 15$. Bij de bovengeschetste ontwikkeling zal daarentegen
de werkgelegenheid in de industrie stijgen en wel van 15 tot 26$. Een en ander
zal onherroepelijk gevolgen hebben voor de bevolkingsspreiding. Met het oog hier
op en mede gelet op hetgeen in de eerste alinea van dit schrijven is vermeld met
betrekking tot de belangrijke plaats, die de grote en de grotere centra zullen
moeten gaan innemen -hetgeen uiteraard in het bijzonder geldt voor Leeuwarden
als grootste centrum in de provincie- achten wij het gewenst, dat. voor onze ge
meente een ontwikkelingsplan wordt opgesteld, hetwelk mede bepalend zal moeten
zijn voor het door ons te voeren beleid.
Wij kunnen U mededelen, dat wij het Economisch Technologisch Instituut voor
Friesland hebben verzocht zich te willen oriënteren over de waarschijnlijke con
sequenties, die de bovenbedoelde ontwikkeling voor onze gemeente zal hebben. Het
rapport daarover, dat nog niet is voltooid, zal naar men ons mededeelde uitmonden
in een bevolkingscijfer van 110.000 tot 120.000 inwoners in 1980. Dit betekent,
dat de bevolkingsaanwas van onze gemeente voortaan jaarlijks 1500 personen zal
bedragen of wel bijna 2$ van het tegenwoordige aantal inwoners. Volgens de erva
ringen elders betekent dit voorts, dat de industriële ondernemingen ter plaatse
jaarlijks aan 300 400 personen meer werk moeten kunnen verschaffen.
Het laat zich aanzien, dat een dergelijke ontwikkeling vele investeringen
zal vergen, niet alleen als begeleiding van de groei der gemeente, maar ook om
de de mogelijkheid te scheppen, dat de geschetste ontwikkeling zal kunnen plaats
vinden.
"Dit"