No. 473.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 1959
(bijlage no. 15);
BESLUIT:
tot 31 december 2030 in erfpacht af te staan aan de firma U.H. Brink en Zonen,
Mozartstraat 81, alhier;
a. het perceel bouwterrein, ter grootte van ca. 1000 m2, gelegen aan de zuid
zijde van de Fruitstraat, deel uitmakende van de percelen, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie G, nos. 14084 en 14401;
b. het perceel bouwterrein, ter grootte van ca. 538 m2, gelegen aan de zuid
zijde van de Tijnjedijk, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Huizum, sectie G, no. 400;
zulks onder de volgende voorwaarden:
1. de erfpachtscanon voor het onder a vermelde perceel wordt berekend naar een
grondwaarde van 84.480,-- en voor het onder b vermelde perceel naar een
grondwaarde van 9-216,--, een en ander bij een rentevoet van 5per jaar;
2. het door belanghebbende ten kantore van het grondbedrijf gestorte bedrag van
5.153*--;. als waarborg voor de nakoming der voorwaarden vervalt aan de ge
meente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, tenzij burgemeester en
wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, niettemin tot gehele
of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de
voorwaarden wordt op aanvraag de waarborgsom teruggegeven;
3. voor het eerst in het jaar 1995 en vervolgens steeds om de 25 jaren, wordt
op dat tijdstip de waarde van de grond opnieuw door de gemeenteraad vastge
steld. De opnieuw vastgestelde grondwaarde strekt daarop tot de volgende her
ziening tot grondslag van de canon;
4. zolang het erfpachtsrecht niet met toestemming van burgemeester en wethouders
is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben;
5. de akte van erfpacht moet notarieel worden verleden binnen een door burge
meester en wethouders te stellen termijn;
6. voor het overige zijn op deze afstand in erfpacht van toepassing -voor zover
mogelijk en met het vorenstaande niet in strijd- de bepalingen betreffende do
uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tussen Oostersingel en Cam-
buursterpad en toebehorende aan de gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Verhuur van het perceel Aan de Potmarge no. 9 c.a.
Bijlage no. 16. Leeuwarden, 19 januari 1959-
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 23 mei 1956no. 7150, is aan de firma gebr.
L. en E. Meeter, alhier, voor de tijd van één jaar, ingaande 1 juli 1956
en eindigende 30 juni 1957, met stilzwijgende verlenging daarna van jaar
tot jaar, verhuurd het perceel, plaatselijk bekend Aan de Potmarge no. 9
c.a., voor een huurprijs van 780,per jaar. Deze huurprijs is op grond
van de met ingang van 1 augustus 1957 van kracht geworden nieuwe huur-
voorschriften op 1 oktober 1958 verhoogd met 15$ en gebracht op 897s
per jaar. Het onderhavige perceel -een voormalige boerderij- waarin door
de firma Meeter een scheepssloop- en reparatiebedrijf wordt uitgeoefend,
maakt deel uit van het gebied, dat bestemd is voor de aanleg van een
riool- zuiveringsinstallatie. Het perceel zal dan ook eerlang moeten wor
den afgebroken.
De firma Meeter heeft thans bezwaar gemaakt tegen de huurprijs.
Naar haar mening is deze prijs in verband met de slechte toestand van het
perceel te hoog. Indien de huidige huurprijs gehandhaafd blijft, zal zij
in verband met haar financiële omstandigheden zich genoodzaakt zien de
huurovereenkomst te beëindigen. Zij is echter bereid het perceel te blij
ven huren, doch dan tegen een huurprijs van 10,per week.
Uit een onderzoek is ons gebleken, dat de toestand van het perceel en
in het bijzonder van het bedrijfsgedeelteinderdaad zeer slecht is.
Aan het perceel zullen echter in verband met de reeds vermelde omstandig
heid, dat het perceel eerlang zal moeten worden afgebroken, geen grote
herstellingen meer kunnen worden verricht. Bovendien zijn de onderhouds
kosten van het perceel, overeenkomstig het bepaalde in de huurovereenkomst,
geheel voor rekening van de firma.
Op grond van het vorenstaande en mede gelet op het feit, dat onzes
inziens de firma de gelegenheid moet worden geboden haar bedrijf aldaar
zo lang mogelijk te blijven uitoefenen, zijn wij van mening, dat een huur
prijs van 10,-- per week redelijk en aanvaardbaar moet worden geacht.
Wij geven U dan ook in overweging te besluiten de huurprijs van het
onderhavige perceel met ingang van 1 februari 1959 te brengen op 520,--
per jaar door vaststelling van het in ontwerp hierna afgedrukte besluit.
Burgemeester en ï/ethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 21 januari 1959-