No. 6818.
D3 RAAD D3R G31E3NT3 L33UVXARD3N
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juni 1959
(bijlage no. 155
Gezien het schrijven van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke
personeelsaangelegenheden van 28 april 1959, no. 197;
B 3 3 L U X T
vast te stellen de volgende
V3R0RD3NING tot wijziging van het Algemeen
Ambtenarenreglement
Artikel
In artikel 87, derde lid, vervallen de woorden: "met uitzondering van
de kindertoelage en kindertoeslag, doch" en "voorzover deze niet over de
kindertoelage en kindertoeslag is berekend".
Artikel
Deze verordening heeft terugwerkende kracht tot 1 december 1958.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging Bezoldigingsverordening
Bijlage no. 156. Leeuwarden, 8 juni 1959.
Aan de Gemeenteraad.
In verband met enige opgetreden voorzieningen of wijzigingen in de organi
satie van enkele gemeentelijke dienstonderdelen alsmede tengevolge van enkele
rijksmaatregelen op het gebied van salariëring, behoeft de bijlage A van de
Bezoldigingsverordening 19^8, bevattende de salarisschalen op de hieronder ver
melde punten wijziging.
1. Inspecteur lichamelijke opvoeding
In afwachting van de definitief te treffen voorzieningen hebben wij beslo
ten tot de benoeming van een inspecteur voor de lichamelijke opvoeding in deze
gemeente. Uw raad heeft hiervoor bij de begroting dienst 1958 het benodigde kre
diet beschikbaar gesteld. De bezoldiging van deze functionaris, die met ingang
van 1 april 1958 zijn functie heeft aanvaard, behoort naar onze mening te worden
geregeld volgens een schaal, welke ongeveer overeenkomt met die van leraar bij
het middelbaar- en voorbereidend hoger onderwijs. Het lerarensalaris bedraagt in
maximum 1.100,68 per maand.
Aangezien de lerarenschaal in maximum ongeveer overeenstemt met de schaal
van referendaris A uit onze bezoldigingsverordening zijn wij voornemens de functie
van inspecteur voor de lichamelijke opvoeding in deze schaal, welke loopt tot een
maximum van 1.116,05, onder te brengen. De bovengenoemde bedragen zijn inclu
sief de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Nu de sa
larissen sedert 1 januari 1959 in de schalen worden uitgedrukt zonder de A.O.W.-
compensatie worden de evengenoemde bedragen vanaf die datum respectievelijk
1.071,— en 1.086,50.
2 Architect openbare werken
In verband met de omstandigheid dat de architect naast zijn functie als
hoofd van de bouwkundige afdeling bij de dienst openbare werken sedert het ver
trek van de vroegere stedebouwkundige ingenieur tevens is belast met de leiding
van de stedebouwkundige afdeling, is hem in afwachting van de definitieve rege
ling van zijn positie een ambtstoelage toegekend tot een zodanig bedrag dat zijn
totale beloning overeenstemt met het maximum salaris van een ingenieur A.
Het vorenstaande vormt aanleiding om in de schalen 29 en 32 van de Bezol
digingsverordening de rangen van architect en architect A op te nemen. De voor
gestelde indeling wordt hierdoor gelijk met die bij het rijk. Als gevolg van
deze wijziging kan de bestaande schaal no. 31 van architect komen te vervallen.
3. Adjunct hoofdbrandmeester
Volgens een ontvangen mededeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken,
Bezitsvorming en Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zijn met ingang van
1 januari 1957 voor de lagere brandweerrangen nieuwe salarissen vastgesteld.
Deze nieuwe regeling heeft krachtens Uw besluit van 25 juni 1958 ook hier haar
beslag reeds gekregen. Voor de hogere brandweerfuncties werden bij het rijk
nieuwe rangen en schalen ingevoerd, geheel afwijkend van de te voren geldende.
De salariëring van de gemeentelijke brandweeroffioieren zal volgens de ministeri
ele richtlijnen gebaseerd moeten worden op een vergelijking met de salariëring
van de technische functies bij andere gemeentelijke diensten, die wat opleiding,
taak en verantwoordelijkheid betreft, op één lijn zijn te stellen met die van
brandweer-officier, een en ander met inachtneming van de inoonveniënten van de
dienst.
"In".