de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid te verzoeken op grond van artikel 8 van hot Besluit Bevordering eigen—woninghozit voor 50 ia doel te nemen in het verlies dat de gemeente uit hoofde van deze borgtocht eventueel zal lijdon. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. 3 Secretaris. Oprichting Leeuwarder sportstichting. Bijlage no. 174. Leeuwarden, 17 juni 1959. Aan de Gemeenteraad. Onze gemeente heeft op het gebied van de lichamelijke opvoeding en de sport allengs verschillende maatregelen getroffen. Zij heeft b.v. gymnas tieklokalen, sportvelden en een jachthavencomplex laten maken. Bij het ontwerpen van uitbreidingsplannen wordt aan mogelijkheden tot het scheppen van accomodatie voor de sportbeoefening ernstig aandacht geschonken. Gymnastieklokalen en andere gemeentelijke lokaliteiten worden ter beschik king gesteld voor de beoefening van zaalsporten. Destijds is een gemeente lijke commissie voor de lichamelijke opvoeding ingesteld, welke in hoofd zaak tot taak heeft het gemeentebestuur te adviseren inzake oefengelegen heden, zweminrichtingen en speelterreinen, buiten de schooluren controle uit te oefenen op het gebruik van gemeentelijke terreinen, gymnastiek lokalen en spelbenodigdheden, contact te onderhouden met de desbetreffende plaatselijke verenigingen, het bevorderen van cursussen en het organiseren van één of meer jaarlijkse sportbetogingen. Verder is een gemeentelijk inspecteur voor de lichamelijke opvoeding aangesteld. Door de maatschappelijke evolutie, met name door de verbeterde ar beidsvoorwaarden, in verband waarmede langzamerhand de gehele bevolking steeds meer de beschikking krijgt over vrije tijd, is de lichamelijke oefening en de sport niet alleen een nuttige maar ook een betekenisvolle vorm van vrije tijdsbesteding geworden. In het kort kan gezegd worden, dat de sport één der aspecten vormt van de hedendaagse cultuur. Vooropgesteld een gezonde ontplooiing van het particulier initiatief, is er een gemeen telijke taak aanwezig om te zorgen voor voldoende en goede sportaccomoda- tie en om tot een zo doelmatig mogelijk gebruik te komen van die accomoda tie, teneinde te bereiken, dat een zo groot mogelijk deel der bevolking aan de lichamelijke oefening en de sport kan deelnemen. Mede dient aan dacht te worden geschonken aan dat deel der bevolking, dat zich niet bij de verschillende organisaties heeft aangesloten. In dit verband denken wij vooral aan de ongeorganiseerde jeugd. De desbetreffende activiteiten van de verschillende organisaties zouden zijn te coördineren, teneinde het doel, dat wordt beoogd het beste tot zijn recht te doen komen. Bij dat alles dient uiteraard hot oog gericht te zijn op de positieve waarden van de lichamelijke oefening en de sport. De gemeentelijke oommissie voor de lichamelijke opvoeding heeft in het belang van onze gemeente reeds belangrijke diensten verricht. Wij me nen goed te doen dit met erkentelijkheid te memoreren. Overeenkomstig het gevoelen van de commissie menen wij niettemin, dat de tijd is gekomen te zoeken naar een andere vorm van samenwerking, waarbij belanghebbenden en deskundigen directer bij de gemeentelijke taak worden betrokken. Wij menen deze vorm gevonden te hebben in het tot stand brengen van een instelling, waarin vertegenwoordigers van zoveel mogelijk takken van lichamelijke oefening en sport, deskundigen en gemeentelijke deskundige functionarissen, in gezamenlijk overleg, hetzij tot de juiste maatregelen adviseren, hetzij de uitvoering van maatregelen zelf ter hand nemen. Het betrekken van belanghebbenden op deze wijze in de overheidstaak achten wij van niet te onderschatten belang. De instelling dient naar onze mening zodanig geconstrueerd te worden, dat enerzijds voldoende banden met de gemeente Worden gelegd, dat beharti ging van andere gemeentelijke taken niet in het gedrang komen en dat an derzijds zoveel zelfstandigheid wordt geboden, dat de tot medewerking ge roepenen voldoende belangstelling en enthousiasme kunnen opbrengen om de gemeentelijke taak, zoals besproke:zo goed mogelijk tot haar recht te doen komen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 266