Artikel 13 Het feestuur vergadert ten minste éénmaal per drie maanden en voorts zo dikwijls als het dagelijks feestuur of meer dan één derde van het aantal feestuursleden dit nodig achten. Artikel 16 Het dagelijks feestuur vergadert ten minste éénmaal per maand en verder zo dikwijls als de voorzitter zulks nodig acht. Artikel 17 1. Het feestuur en het dagelijks feestuur kunnen rechtsgeldige besluiten nemen, indien ten minste de helft van het aantal leden aanv/ezig is. 2. Be feesturen besluiten, voor zover in deze statuten niet. anders is be paald, bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen. Ieder lid heeft één stem. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen wordt het voorstel ge acht te zijn verworpen. Artikel 18 1. Het dagelijks feestuur dient vóór 1 mei bij burgemeester en wethouders in het ontwerp voor begroting, welke voor het daarop volgende kalender jaar zal gelden, alsmede de daarbij behorende toelichting. Het ontwerp wordt ingericht naar door burgemeester en wethouders gegeven voor schriften. Artikel 238 der Gemeentewet is var. overeenkomstige toepas sing. 2. Be raad stelt de begroting al dan niet gewijzigd vast. Artikel 1? 1. Alle aantekeningen, betreffende de vermogentoestand van de stichting, worden geadministreerd door of namens de secretaris der gemeente. 2. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften geven omtrent het in richten en bijhouden van de administratie. Artikel 20 Met betrekking tot het geldelijk beheer van de stichting worden de volgen de voorschriften in acht genomen. a. tijdige inning van vorderingen, geschiedt in opdracht van de penning meester zoveel mogelijk door de gemeente-ontvanger; b. ten laste van de stichting hebben geen betalingen plaats dan nadat de daarop betrekking hebbende bescheiden voor akkoord zijn getekend door de voorzitter, de secretaris en de in artikel 19, eerste lid, bedoelde functionaris. Hiervan zijn uitgezonderd de betalingen tot geringe be dragen, waarvan de voldoening geen uitstel gedoogt en die, waarvoor in de regel geen kwijtingsbewijzen worden verstrekt; c. indien ten behoeve van de stichting een rekening bij de postcheque- en girodienst is genomen, kan de penningmeester daarover slechts beschik ken tezamen met de in artikel 19, eerste lid, bedoelde functionaris; d. tussen de stichting en de gemeente wordt een rekening-courant geopend bij de gemeente-ontvangerOpdrachten tot betalingen aan derden ten lacte van deze rekening-courant worden afgegeven door de penningmeester, tezamen met de in artikel 19, eerste lid, bedoelde functionaris; e. de penningmeester draagt zorg, dat, zodra meer dan een door burgemees ter en wethouders te bepalen bedrag in kas en/of op de rekening bij de postcheque- en girodienst beschikbaar is, dit meerdere, voor zover niet voor onmiddellijke betaling benodigd, onverwijld in ronde sommen vanaf 100,-- wordt gestort in rekening-courant bij de gemeente-ontvanger; f. alle betalingen ten laste van de stichting geschieden zoveel mogelijk ten laste van de rekening-courant bij de gemeente-ontvanger; g. kasmiddelen, benodigd voor betalingen ten laste van de stichting kunnen bij uitzondering bij de gemeente-ontvanger worden opgenomen op een schriftelijk tot die ontvanger gerichte aanvrage van de penningmeester, voor akkoord getekend door de in artikel 19, eerste lid, bedoelde functionaris Artikel 21 Voor in rekening-courant bij de gemeente-ontvanger gestorte en opgenomen bedragen wordt tussen de gemeente en de stichting rente verrekend naar een percentage, dat de gemeente voor tijdelijke belegging van kasgelden geniet of voor tijdelijke opgenomen kasgelden verschuldigd is. Artikel 22 Ten laste van de stichting komen de in de gemeente-rekening op te nemen rente en afschrijving terzake van de krachtens artikel 4 voor beheer in de stichting zijnde objecten, voor zover deze rente en afschrijving uit boekhoudkundig oogpunt ten laste van het beheer kunnen worden gebracht. Artikel 23 1. De in artikel 19, eerste lid, bedoelde functionaris dient jaarlijks vóór 1 mei bij burgemeester en wethouders in de door hem ondertekende en door het dagelijks bestuur voor gezien getekende rekening van de stichting over het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Be rekening wordt ingericht naar door burgemeester en wethouders gegeven voorschrif ten. 2. Burgemeester en wethouders leggen de rekening aan de raad over tege lijk met de rekeningen van de takken van dienst, ten aanzien van welk artikel 252 der Gemeentewet is toegepast, onder bijvoeging van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid der rekening, inge steld door de overeenkomstig artikel 2é5bis der Gemeentewet aangewezen deskundige. Artikel 256, tweede en derde lid, der Gemeentewet, is van overeenkomstige toepassing. Be raad stelt het bedrag der baten en las ten van de rekening vast. 3. Behoudens later in rechten gebleken valsheid in bewijsstukken, of andere onregelmatigheden strekt vaststelling van het bedrag der baten en lasten van de rekening, vaststelling van het bedrag der ontvangsten en uitgaven van de gemeenterekening tot décharge van allen, die bij het feestuur en het geldelijk beheer van de stichting over het betref fende kalenderjaar zijn betrokken geweest. 4- Indien een uitgave anders dan uit hoofde van verbintenis uit de wet is gedaan, waardoor de daarvoor aangewezen begrotingspost wordt overschre den dan v/el waarvoor geen begrotingspost aanwezig is, zijn allen, die aan de feesluitvorming tot het doen van die uitgave hebben medegewerkt persoonlijk aansprakelijk jegens de stichting, indien die uitgave bij het besluit tot vaststelling van het bedrag der baten en lasten van de rekening niet onder de uitgaven der stichting wordt opgenomen. De raad benoemt, wanneer daartoe termen aanwezig zijn, iemand uit zijn midden, met de rechtsvervolging tot schadevergoeding belast. 5* De kosten van het deskundig onderzoek, bedoeld in het tweede lid, komen ten laste van de stichting. Artikel 24 Een in een rekening vastgesteld overschot inzake het feeheer over de stichting wordt, zodra het bedrag der ontvangsten en uitgaven van de ge meenterekening over hetzelfde kalenderjaar is vastgesteld, aan de gemeente uitgekeerd "Artikel 25"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 269