Wijziging studiekostenregeling.
Bijlage no. 224. Leeuwarden, 27 juli 1959-
Aan de gemeenteraad.
In verband met een in de oommissie voor georganiseerd overleg naar voren
gebrachte wens om enige verruiming aan te brengen in de tegemoetkomingen in de
door ambtenaren te maken studiekosten voor akten of diploma's waarvan het bezit
voor de gemeente van belang wordt geacht, hebben wij ons beraden omtrent enige
punten in de desbetreffende verordening. Het betreft hier met name de volgende
aangelegenheden:
a. de leeftijdsgrens om voor tegemoetkoming in aanmerking te komen;
b. de uitgaven die voor tegemoetkoming in aanmerking komen;
c. de verplichting tot terugbetaling.
Wat betreft de sub a. bedoelde leeftijdsgrens merken wij op, dat wij bij
nadere beschouwing moeilijk een goede grond kunnen vinden voor de regel, dat
de verordening niet van toepassing is ten aanzien van een ambtenaar boven de
leeftijd van 35 jaar. Het valt o.i. moeilijk aan te nemen, dat het motief van
een studiekostenregeling, te weten het belang van de gemeente bij goed opgeleide
ambtenaren, verdwijnt wanneer de ambtenaar de 35 jaar is gepasseerd. De praktijk
was en is dan ook aldus, dat in voorkomende gevallen, met gebruikmaking van de
aanviezige mogelijkheid van dispensatie, toch steeds op verzoeken van 35-jarigen
of ouderen gunstig werd beschikt.
Ten aanzien van de sub b. bedoelde tegemoetkoming zijn wij tot de conclu
sie gekomen, dat enige uitbreiding van de studiefaciliteiten aanbeveling ver
dient. De bestaande mogelijkheid van procentuele tegemoetkoming in de kosten
van les- en reisgeld zou naar onze mening kunnen worden uitgebreid met een ge
lijke tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing van noodzakelijke studie
boeken en van het examengeld, waarbij de bijdrage voor boeken ware te beperken
tot maximaal 75,-- voor gehuwden/kostwinners en tot 50,-- voor niet-kostwin-
ners
Betreffende de terugbetalingsclausule merken wij op, dat een ambtenaar om
voor een tegemoetkoming in aanmerking te kunnen komen, thans moet verklaren, dat
hij het genoten bedrag zal terugbetalen wanneer hij binnen drie jaren na het be
halen van het voor de studie geldende diploma op eigen verzoek of tengevolge van
aan hem zelf te wijten omstandigheden wordt ontslagen. Het is ons gebleken, dat
elders momenteel steeds meer het stelsel wordt gehuldigd, dat de verplichting
tot terugbetaling sLechts beloopt een zesendertigste gedeelte van de genoten te
gemoetkoming voor elke maand die de betrokkene eerder dan drie jaar na het be
halen van het diploma op eigen verzoek wordt ontslagen. Gezien de ontwikkeling
op dit punt menen wij dat een beperking in de terugvordering van de genoten te
gemoetkomingen in studiekosten in voormelde zin alleszins aanvaardbaar kan wor
den geacht.
De commissie voor georganiseerd overleg kan zich blijkens haar bij de stuk
ken overgelegd advies met de bovenbedoelde wijzigingen verenigen.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor de verordening inzake te
gemoetkoming in studiekosten te wijzigen overeenkomstig het hierachter afgedruk
te ontwerp.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
J. van der Schaaf, 1.-burgemeester.
J. Hooij, 1.-secretaris
Verzonden 29 juli 1959.