1 1
No. 9591-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 juli 1959
(bijlage no. 224);
gezien het schrijven van de commissie voor georganiseerd overleg, d.d.
1 juni 1959;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging van de verorde
ning inzake tegemoetkoming in studie
kosten.
Artikel I
Het vierde lid van artikel 1 vervalt.
Artikel II
Artikel 3 wordt gelezen als volgt:
1. De tegemoetkoming wordt berekend over de wegens lesgeld gedane uitgaven, ver
meerderd, indien de lessen noodzakelijk buiten de woonplaats moeten worden
genomen, met de voor het volgen der lessen werkelijk gemaakte reiskosten tot
aan het bedrag, dat nodig is bij gebruikmaking op de minst kostbare wijze van
een openbaar middel van vervoer, alsmede over de gedane uitgaven wegens aan
schaffing van de voor de opleiding noodzakelijke studieboeken en over het voor
het afleggen van het examen gevorderde examengeld.
2. De tegemoetkoming kan voor de ambtenaar, die kostwinner is, niet meer dan 75
procent en voor de ambtenaar, die geen kostwinner is, niet meer dan 50 pro
cent bedragen van de in het vorige lid bedoelde uitgaven, met dien verstande,
dat de tegemoetkoming voor studieboeken wordt beperkt tot een maximum van
75,-- voor een kostwinner en van 50,-- voor een niet-kostwinner
Artikel III
Artikel 6, eerste lid, wordt gelezen als volgt:
1. De toekenning van de tegemoetkoming in de studiekosten zal niet plaats vin
den dan nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat hij:
a. de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen indien hij:
1. de hem ingevolge artikel 5 opgelegde verplichting niet nakomt;
2. de studie, waarvoor de tegemoetkoming is verleend, beëindigt voordat
de in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken, zonder dat de studie
tot het behalen van een diploma heeft geleid;
3. vóór het einde van de studie, waarvoor de tegemoetkoming is verleend,
op eigen verzoek of tengevolge van aan hem zelf te wijten feiten of
omstandigheden wordt ontslagen;
b. zo hij binnen drie jaren na het behalen van het diploma op eigen verzoek
of tengevolge van aan hem zelf te wijten feiten of omstandigheden wordt
ontslagen, zoveel zesendertigste gedeelten van de genoten bedragen zal
terugbetalen als er maanden aan het tijdvak van drie jaren ontbreken.
"Artikel IV"