4.. Onderbrandmeester
Deze schaal wordt met één periodiek ad f. 15)11 verlengd; het maximum
komt hierdoor van f. 521,37 op f. 536,48. De uitloopperiodiek hij 38-
jarige leeftijd, geschiktheid en bezit van het diploma brandmeester,
wordt verschoven van 15 naar 16 brandweer-dienstjaren en verhoogd van
f< 532,56 tot f. 547,67. Zij die een jaar of langer het maximum van de
schaal hebben genoten ontvangen het nieuwe maximum van f. 536,48.
_5. Brandmeester.
De schaal voor deze rang wordt eveneens verlengd met 1 periodiek en
komt in maximum van f. 582,41 op f. 597,68.
Gelijk gezegd vormen bovengenoemde maatregelen eon verlengstuk van de
salarismaatregelen per 1 april 1958, waaromtrent U zich wat betreft het
ovorige gomeentepersonoel r-eds heoft uitgesproken bij Uw besluit van 25
juni j.l. De verhoging wordt aan het brandweerpersoneel reeds bij wijze van
voorschot uitbetaald.
De vermelde salarisbedragen wijken enigszins af van die, genoemd in het
schrijven van de Minister. Dit vindt zijn oorzaak hierin, dat onzerzijds
roeds rekening is gehouden mot de incorporatie van do 6 f5 verhoging en de
5,6 °/o compensatie Algemene Ouderdomswet van 1 januari 1957.
Blijkens het bij de stukken gevoegd advies kan de Commissie voor Georga
niseerd Overleg zich mot de voorgenomen maatregelen verenigen.
Wij geven U op grond van het vorenstaande in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M, van der Heulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 23 januari 1959.
No. 914.
D3 EAAD D3R G3M33NT3 L33UWARD3N
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari
1959 (bijlage no. 28);
Gezien hot schrijven van het Collogo van Gedeputeerde Staten d.d.
16 juni 1958, 1o afdeling, no. 180, betreffende salarisverhoging 1958 lage
re en middelbare brandweerambtonaron en de adviezen van de Commissie voor
Georganiseerd Overleg d.d. 31 december 1958;
B331ÜIT
vast te stellen do volgende salarismaatregelen:
Artikol I.
1De ambtenaar in de rang van adspirant brandwacht of brandwacht 2e klasse
ontvangt bij olko uitbetaling van zijn bezoldiging een tijdelijke toe
slag van 3 "I" van hot salaris vermeerderd met het bodrag van de kleding-
toolago.
2. Voor do toepassing van da bepalingen van hot Algemeen Ambtenarenregle
ment en de Arboidsovereonkomstonvorordoning inzako do doorbetaling van
bezoldiging bij ziokto, verlof, militaire dienst en schorsing en do uit
kering na ovorlijdon, wordt do in lid 1 bedoaldo toeslag als bezoldiging
aangemerkt
Artikol II.
In de hioma genoemde salarisschalen, opgenomen in bijlage A van de
Bozoldigingsverordening 1948 wordon ondor het hoofd van de daarachter aan
geduide salarisanciënniteit in jaren ingevoogd de volgende salarisbedragen:
Schaal Salarisanciönnitoit in jaren Toevoeging
7 6 434,06
7 441,89
9 5 469,32
6 477,15
17a 6 536,48
20 a 6 597,68
Artikel III.
Do aan bijlage A van do Bezoldigingsvorordening 1948 toegevoegde voet
noten 13 on 14 wordon gewijzigd als volgt:
1. in voetnoot 13 wordt in plaats van "9 brandwoerdionstjaren" en'ï. 435,74"
gelezen: "11 brandweerdienstjaron" on f. 451,41";
2. in voetnoot 14 wordt in plaats van "15 brandweerdienstjaren" en
"f. 532,56" gelezen: "16 brandweerdienstjaren" on f. 547,67".
Artikel IV.
1. De volwassen ambtenaar, die op 1 april 1958 was aangesteld in oon der
ambten gonoomd in do schalen 7 an 9 van bijlage A dor Bezoldigingsvor-
ordoning 1948, verwerft eon salarisanciënniteit van twee jaar.
2. De volwassen ambtenaar, dio op 1 april 1958 een jaar of langer hot ma
ximum bedrag van de voor hem geldende salarisschaal 17a of 20a van bij
lage A der Bezoldigingsvorordening 1948 heeft genoton verwerft een sa
larisanciënniteit van oon jaar.
"Art. V."
