Ho. 12403.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 septem
ber 1959 (bijlage no. 279);
Gezien de adviezen van de hoofdingenieur-directeur van de volkshuis
vesting en de bouwnijverheid in de provincie Friesland in zijn functie
van inspecteur, belast met het toezicht op de handhaving van de wettelij
ke bepalingen betreffende de volkshuisvesting;
Gelet op artikel 25 der Woningwet;
BESLUIT:
I. onbewoonbaar te verklaren de in onderstaande staat vermelde woningen:
plaatselijke aanduiding
kadastrale aanduiding
straat
no
gemeente
sectie
no
Arendstraat
5 beneden
Leeuwarden
B
2923 (ged.)
Heer Ivostraatje
46
idem
C
1626
Keizersgracht
3
idem
B
3373
Oldegalileën
267
idem
F
5650
Achter Tulpenburg
43
idem
G
14229 (ged.)
idem
44
idem
G
14229 (ged.)
V/esterstraat
14
idem
E
379 6
Lekkum
88
idem
H
93
Miedum
1
idem
H
816 (ged.)
idem
2
idem
H
816 (ged.)
Noordvliet
539
idem
G
4916
idem
541
idem
G
4915
II. te gelasten, dat de onder I genoemde woningen ontruimd moeten zijn
binnen 6 maanden, te rekenen van de dag, waarop de tijd tot voorzie
ning is verstreken of dit besluit door het bevoegd gezag is gehand
haafd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vorming fonds voor stichting universiteit in Friesland.
Bijlage no. 280. Leeuwarden, 2 oktober 1959*
Aan de Gemeenteraad.
De commissie tot onderzoek van de wenselijkheid en de mogelijkheid
van Hoger Onderwijs in Friesland, door de Commissaris van de Koningin ge
ïnstalleerd op 15 januari 1958, heeft enige tijd geleden aan het college
van Gedeputeerde Staten van Friesland haar eerste rapport aangeboden.
De commissie is blijkens dat rapport tot de conclusie gekomen, dat de
stichting van een universiteit in Friesland niet alleen in allerlei op
zichten wenselijk, maar ook heel goed mogelijk is en zij heeft dan ook ge
noemd college geadviseerd met kracht naar de verwezenlijking van een uni
versiteit voor Friesland te streven, die alle normale faculteiten bevat.
Gedeputeerde Staten hebben onlangs aan de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen bericht, dat zij zich volkomen achter de conclu
sie van het rapport stellen.
Wij menen, dat thans de gehele Friese bevolking een feitelijke steun
aan het standpunt van Gedeputeerde Staten dient te verschaffen door de
eerste financiële grondslagen te leggen, welke voor de oprichting van de
universiteit nodig zijn. Het belang hiervan is toch, niet alleen voor de
bevordering van de economische, sociale en culturele ontwikkeling van
Friesland, maar ook om aan de Friese jeugd de kansen te bieden, die zij
nodig heeft, zo bijzonder groot en dringend, dat het de allergrootste ge
zamenlijke krachtsinspanning rechtvaardigt.
Deze krachtsinspanning zou naar ons inzicht aanvankelijk op twee doel
einden moeten zijn gericht, te weten het bijeen brengen van een fonds van
ten minste een miljoen gulden ter bestrijding van de eerste kapitaalsuit
gaven en het vormen van een zo groot mogelijke kring van contribuerende
vrienden van de universiteit in Friesland. Het fonds zal in de eerste
plaats door overheid en bedrijfs- en organisatieleven moeten worden bij
eengebracht, in de vriendenkring zal uiteraard ieder welkom zijn.
Een commissie van brede samenstelling zal de bevolking van Friesland
tot die krachtsinspanning moeten opwekken. Wij hebben daarom het initia
tief tot het oprichten van een zodanige commissie genomen door een aantal
personen en vertegenwoordigers van organisaties en instellingen uit te no
digen zitting in deze commissie te nemen.
Voor het verrichten van de vele werkzaamheden, waarvoor de commissie
zich zal zien geplaatst, zal een bureau moeten worden gevormd. Wij stellen
ons voor hiertoe binnenkort stappen te ondernemen.
Tot de vorming van bovenbedoeld fonds zal de gemeente Leeuwarden als
gemeente van vestiging van de te stichten universiteit uiteraard een be
langrijke bijdrage moeten leveren. Gegeven het eminente belang van de zaak,
waar het hier om gaat, stellen wij U voor om voor gemeld doel een bedrag
van 250.000,-- beschikbaar te stellen. Wij menen hierbij wel te mogen
verwachten, dat ook de provinciale overheid, de andere Friese gemeenten en
de organen van bedrijfs- en organisatieleven belangrijke financiële steun
zullen willen verlenen.
De voorbereiding en de uitvoering van het plan zal tal van zeer grote
uitgaven medebrengen, ter bestrijding der kosten zowel van de stichting
als van de exploitatie der universiteit. Zal deze aan haar doel beantwoor
den, dan zal een zo groot mogelijk deel van de Friese jeugd in staat moe
ten zijn haar te bezoeken. Hiertoe zullen de bestaande studiefondsen moe
ten worden vergroot en mogelijk nieuwe moeten worden ingesteld. Ook met
deze uitgaven zal dus rekening moeten worden gehouden.
"aangezien"