No. 1647.
DB RAAD D3R GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 1959
(bijlage no. 36)5
Gelet op artikel 9, 2e lid, van de bebouwingsvoorschriften, vastgesteld
bij besluit van 22 februari 1939, no. 35 K/16}
BESLUIT
aan A. van der Berg, Spreeuwenstraat 16, alhier, ten behoeve van de bouw
van een kantoorruimte en tekenkamer op het achtorerf van hot perceel aan de
Groningerstraatweg, kadastraal bokend gemeente Leeuwarden, sectie G, no.
5625, vrijstelling te verlenen van hot verbod tot het bouwen achter de ter
plaatse geldende achtergevelrooilijn.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen kosten art. 55 bis L.O.-wet 1920 en toekennen voorschotten op de
exploitatievergoeding aan bijzondere schoolbesturen, beide voor 1959-
Bijlage no. 57. Leeuwarden, 9 februari IQBQ.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 55 bis, le lid, der Lager-onderwijswet 1920 moet de ge
meenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag bepalen, dat per leerling voor
de scholen onderscheidenlijk voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager
onderwijs in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten
bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h en p der wet, alsmede van die van
instandhouding. Dit bedrag vormt n.l. de grondslag voor de exploitatievergoeding
aan de bijzondere scholen.
Indien een school in bruikleen wordt gegeven, ontvangt een schoolbestuur
geen vergoeding van de kosten van instandhouding, aangezien de onderhoudskosten
van deze schoolgebouwen rechtstreeks ten laste van de gemeente komen. Dit is
het geval met het bestuur der vereniging tot stichting en instandhouding van
scholen met de Bijbel te Huizum, dat ten behoeve van de school voor u.l.o. in
bruikleen heeft ontvangen een noodschoolgebouw met 4 leslokalen aan de Dirk
Eoutsstraat. Sedert januari 1959 heeft deze school bovendien in gebruik 5 loka
len van de nieuwe bijzondere school voor g.l.o, aan de Julianalaan, uitgaande
van hetzelfde schoolbestuur. In laatstgenoemde lokalen zijn ondergebracht
79 leerlingen, waarvoor dus de normale vergoeding kan werden toegekend.
De kosten van het openbaar onderv.'ijs voor 1959 zijn als volgt berekend.
l.o. v.g.l.o. u.l.o.
Kosten van instandhouding van school
gebouwen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in de lichamelijke
oefening 29.178,60 6.586,15 5-855,85
Onderhoud van schoolmeubelen, aan
schaffen en onderhouden van school
boeken, leermiddelen en schoolbe-
hoeften 62.559,27 11.012,88 22.549,99
Verlichting, verwarming en het schoon
houden van schoolgebouwen 155.517,99 28.584,91 49.052,28
Kosten van schoolbibliotheken 5.975,-- 1.050,-- 2.025,
Andere uitgaven ter verzekering van
de goede gang van het onderwijs 15-555, - 2.520,-- 5*710,--
Totaal 266.585,86 49.555,94 85.171,10
De kosten van het openbaar gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager
onderwijs moeten nog worden verminderd met onderscheidenlijk 9-650,--,
1.500,-- en 7.641,78 wegens vergoeding voor verlichting, verwarming enz.,
voortvloeiende uit het gebruik van schoollokalen voor particuliere lessen als
mede met de kosten van verlichting, verwarming enz., komende ten laste van de
middelbare handelsavondschool, de school tot opleiding van leidsters bij het
kleuteronderwijs en van het in de Wissesdwlngerschool ondergebrachte bureau
van de schoolartsen. Het juiste kostenbedrag van het openbaar onderwijs zal
dus voor 1959 bedragen:
a. voor het gewoon lager onderwijs 266.585,86 - 9.650,-- 256.755,86j
b. voor het voortgezet lager onderwijs 49.555,94 - 1.500,-- 47.855,94;
0. voor het uitgebreid lager onderwijs f 85.171,10 - f 7.641,78 75.529,32.
d. voor het uitgebreid lager onderwijs zonder de kosten van instandhouding
f 75.529,52 - 5.853,85 69.695,49.
"Het"