Wo. 14674. DE RAAD DER GEÏ.ÏEEIITE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 novem ber 1959 (bijlage no. 321); gezien liet advies van de Hoofdingenieur-Directeur van de Volks huisvesting en de Bouwnijverheid in de provincie Friesland in zijn functie van inspecteur, belast met hot toezicht op de handhaving van de wettelijke bepalingen betreffende de volkshuisvesting; gelet op artikel 25 der Y/oningwet; BESLUIT: I. onbewoonbaar te verklaren het pand Sint Jobsleen 235 bov., kadas traal bekend gemeente Leeuwarden, sectio C, no. 2198 (ged.); II. te gelasten, dat de onder I genoemde woning ontruimd moet zijn binnen 1 week, te rekenen van de dag, waarop de tijd tot voor ziening is verstreken of dit besluit door het bevoegd gezag is ge handhaafd Aldus vastgesteld in de openbare vor adering van Voorzitter. Secretaris. Wijziging van de verordening tot heffing van een belasting op het houden van honden (Gemeenteblad 1948, no. 1). Bijlage no. 322. Leeuwarden, 11 november 1959- Aan de Gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 8 oktober 1947 no. 6100 is vastgesteld dc "Ver ordening tot heffing van een belasting op het houden van honden". Doze ver ordening is goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 17 november 1947 no. 65 Ingevolge artikel 13 van deze verordening wordt jaarlijks in de maand januari aan ieder van wie bekend is of vermoed wordt, dat hij houder is van een of moor honden, een beschrijvingsbiljet toegezonden. Het bosehrijvings- biljet moet ingevuld en ondertekend voor 15 februari ter secretarie worden ingeleverd, ook al is de betrokkene geen houder van een hond. Van de terug ontvangen beschrijvingsbiljetten wordt een lijst opgemaakt die als grond slag dient voor de op te leggen aanslagen. In de praktijk blijkt, dat een groot doel van de beschrijvingsbiljetten niet wordt teruggezonden, hoewel de betrokkenen wel in het bezit van een hond zijn. Indien bij controle blijkt, dat geen aangifte is gedaan, doch de betrokkene wel houder van een hond is, wordt tot het opleggen van een aanslag ambtshalve overgegaan. De werkzaamheden, die uit het verzenden en het controleren van de beschrijvingsbiljetten voortvloeien, zijn van een zodanige omvang dat wij ons nader hebben beraden op welke wijze deze kunnen worden beperkt. V/ij zijn van mening, dat een vereenvoudiging van de administratie kan worden ver kregen, indien de aanslagen voor het komende jaar worden gebaseerd op het zelfde aantal honden als waarvoor een aanslag over het afgelo en jaar is opgelegd. Mocht or in het aantal honden, waarvoor over het voorgaande belasting jaar een aanslag is opgelegd, verandering zijn g< komen, dan moet deze ver andering voor de aanvang van het belastingjaar aan de Controleur der Ge meentebelastingen v/orden opgegeven. De voorgestelde bepaling sluit aan bij de reeds enige jaren in de praktijk gevolgde methode, waarbij an de op het kohier voorkomende houders van honden in het begin van de maand december wordt medegedeeld, dat voor het komende jaar eon aanslag voor het zelfde aantal nonden zal Y/orden opgelegd, tenzij vóór 15 januari schriftelijk aan de Controleur der Gemeentebelastingen wordt medegedeeld, dat er wijziging in de aanslag behoort plaats te vinden ten gevolge van aan- of afschaffing van één of neer honden. Voor ieder, die in de loop van het belastingjaar belastingplichtig wordt, kan de aangifteplicht gehandhaafd blijven. Zoals wij reeds opmerkten, kan, indien verzuimd wordt tijdig aangifte te doen, ambtshalve v/orden overgegaan tot het opleggen van een aanslag. Onder de vigerende verordeningen bedraagt de belasting voor een hond, Y/aar voor een ambtshalve aanslag is opgelegd, evenveel als voor een hond, waar van aangifte is gedaan, Artikel 9 van deze verordening biedt de mogelijk heid, indien niet a n de aangifteplicht is voldaan, de belasting na te vor deren en het nagevorderde bedrag met het viervoud te verhogen. Blijkens de jurisprudentie kan van navordering nog niet v/orden gesproken, zolang de normale aanslagrcgeling van het betrokken belastingjaar nog niet is geëin digd. Het gevolg is, dat eerst na afloop van het belastingjaar een verhoog de navorderingsaanslag kan worden opgelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 464