Artikel 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd: a. ten volle, wanneer de belastingplicht aanvangt vóór 1 juli; b. voor de helft, wanneer de belastingplicht aanvangt op of na 1 juli, met dien verstande, dat voor dezelfde hond in totaal per belastingjaar niet meer verschuldigd is, dan in do voorgaande artikelen genoemde be dragen of wel niet meer dan de helft dier bedragen indien de hond na 30 juni voor de eerste naai in de gemeente belastbaar is geworden. Artikel 6 In afwijking van het bepaalde in artikel 5 is de houder van een hond, die zich voor 1 juli van eon belastingjaar in deze gemeente vestigt en die in de gemeente van herkomst voor dezelfde hond over do eerste helft van het belastingjaar hondenbelasting verschuldigd is, de belasting over dat jaar slechts voor de helft vorschuldig. In het geval de houder van oen hond zich in de tweede helft van een belas tingjaar in de gemeente vestigt, zal, wanneer hij in de gemeente van horkome', over dit tijdvak belasting verschuldigd is, ovor dit gedeelte van dat jaar goon belastin:; worden geheven. Belastingjaar. Artikel 7 Het belastingjaar vangt aan op 1 januari. Vrijstellingen. Artikel 8 Do belasting is niet verschuldigd voor honden: a. beneden de leeftijd van twee maanden; b. uitsluitend gehouden als geleidehond voor blinden; c. gehouden op vaartuigen door daarin wonende schippers, die. geen woonplaats aan de vaste wal hebben, mits do honden aan boord van het vaartuig wor den gehouden; d. welke aanwezig zijn in een door Burgemeester en Mothouders als zodanig erkend asyl; e. boven het getal van twee, gehouden door handelaren in honden, mits en vcc: zover de honden worden gebezigd als voorwerpen van handel; f. waarvan dc houder geen ingezetene dor gemeente is en de hond niet langer dan drie maanden in hot belastingjaar in de gemeente verblijft. Aangifte. Artikel 9 1Een ieder, die houder wordt van oen hond of van een groter aantal honden dan waarvoor hij is aangeslagen, ie verplicht binnen veertien dagen hier van aangifte te doen door invulling en ondertekening van een aangifte biljet, dat kosteloos ter gemeente-secretarie, afdeling financiën en belastingen verkrijgbaar is, net dien verstar.de, dat, indien het een hond betreft, welke in de loop van het belastingjaar is geboren, de aan gifte moet worden gedaan binnen veertien dagen, nadat de hond dc leeftijd van twee ma ndon heeft bereikt. 2. Een houder van één of meer honden, die als belastingplichtige ten ko- hiere is gebracht, wordt voor het volgende belastingjaar ambtshalve voor hetzelfde aantal honden aangeslagen, tenzij vóór da aanvang van het nieuwe belastingjaar schriftelijk aan de Controleur der Gemeentebelasting® is medegedeeld, dat in de aanslag wijziging behoort te worden gebracht of geen aanslag behoort te worden opgelegd. 3. Van elke verandering, tengevolge waarvan oen opgelegde aanslag niet, moor in overeenstemming is net de werkelijke toestand en deswege moet worden verhoogd, moet binnen veertien dagen na het optreden van die vorander- ring aangifte worden gedaan op de wijze als in het eerste lid van dit artikel omschreven. 4. Indien dc in dit artikel bedoelde aangifte niet in overeenstemming blijkt te zijn net do werkelijliheidwordt de belasting in afwijking van do aangifte geheven; indien verzuimd is aangifte te doen, wordt de belasting zonder aangifte geheven. Aanslag. Artikel 10 1Zo spoedig mogelijk na de aanvang van het bolastinjaar wordt van de verschuldigde belasting een kohier opgemaakt. 2. Do aanslagen, welke niet op hot oorspronkelijke kohier zijn geplaatst, worden op een aanvullingskohicr gebracht. 3. Dc kohieren worden binnen veertien dagen na do vaststelling aan de ge meente-ontvanger ter invordering gezonden. Ontheffing. Artikel 1 1 1. Indien do belastingplichtige tussen 1 januari en 1 juli van hot belastin jaar ophoudt houder van een hond to zijn, doordat het dier is gestorven, het dier voorgoed de gemeente hoeft verlaten of in andere handen is over gegaan, zonder dat in de loop van hetzelfde belastingjaar opnieuw be lastingplicht intreedt, wordt voor de helft van de voor de hond geheven belasting ontheffing gegeven. Een verzoekschrift hiertoe moet vóór 15 juli van het belastingjaar bij de Controleur der Gemeentebelastingen v/orden ingediend. 2. In geval de belastingplichtige is aangeslagen voor moer dan óón hond, bedraagt de ontheffing als bedoeld in hot eerste lid van dit artikel do helft van het bedrag hetwelk voor oik van die honden is verschuldigd. Hot bedrag van do ontheffing -wordt in dit geval berekend naar hot aan tal honden, dat op 1 juli no wordt gehouden. Vermindering. Artikel 12. Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen ambtshalve worden verminderd of ver nietigd, zo lang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. Navordering. Artikei 13 1. Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is afgezien van het vaststellen van een aanslag, dan wel dat een aan slag ten onrechte is vernietigd of verminderd of een te lage aanslag is opgelegd, kan de te weinig geheven belasting worden nagevorderd, zo lang niet sedert de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn ver stroken. 2. Het na te vorderen bedrag wordt net het viervoud verhoogd, tenzij op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan de belastingplich tige te wijten oorzaken, redenen aanwezig zijn om deze verhoging niet toe te passen. 'Delegatie'.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 466