In geval hot overlijden een tijde
lijk onderwijzer betreft met oen
diensttijd van minder dan een jaar,
die geen kostwinner is, bedraagt
de uitkering in afwijking van hot
bepaalde in hot vorige lid, 1/52 van
de bezoldiging, over een jaar be
rekend, voor olke volle maand, die
de ambtenaar in dienst der genoonto
heeft doorgebracht, met een minimum
van 4/52 van die bezoldiging.
Indien de overleden onderwijzer
geen betrekkingen, als bedoeld in
het eerste lid, nalaat, kunnon bur
gemeester on V/othoudors hot daar be
doelde bedrag geheel of ton dolo
uitkeren voor de betaling van do
kosten der laatste ziokto on dor
begrafenis, zo de nalatenschap van
de overledene voor de betaling dior
koston ontooroikond is.
3. Wordt aan de nagelaten bctrokkingol
van de overleden wachtgelder oon I
uitkering of oon daarnoo golijk tol
stellen bedrag terzake van zijn
overlijden toegekend uit hoofde vaf
oon door do overlodono boklodo be
trekking, ton gevolgo waarvan op
hot waohtgold oon vornindoring war:
toegepast, als in artikel 51, vijf!
lid, der Lager-ondorwijswot 1920 ia
bopaald, wogens hot genot van in
komsten uit do openbare kas ox uit
oon vasto of tijdelijke botrokking,
bodoold in artikol 4 dor PonsioomvJ
1922 (3tbl. 240), dan wordt oon be
drag uitgehoord, gelijkstaando mot
het verminderd wachtgeld over oon
tijdvak van drio maandon. bit be
drag wordt, indion do tor zake van
voronbodooldo betrekking too te
konnon uitkering of hot daarmede
golijk to stollen bodrag minder
bedraagt dan drio maandon van do
bezoldiging in die betrekking, vor-
hoogd met hot evenredig dool van
hot mindere als voronbodooldo ver
mindering staat tot die bezoldiging
4. Indion do overledene go on weduwe
of weduwnaar nalaat, geschiedt do I
uitkering ten behoove van do minde
jarige wattigo of orkondo natuur-
lijko kindoron. Ontbroken ook zo
danige kindoron, dan goschiodt do
uitkoring, indion do ovorlodono
kostwinner was van ouders, noordor-l
jarigo kindoron, brooders of zus- I
tors, ton behoove van deze betrok- I
kingon
5. Indion do overlodono gocn betrok- I
kingon, als bodoold in hot tweodo I
en vierde lid, nalaat, kan do uitko-l
ring mot toestemming van onze lli- I
nistor gohool of ton dolo worden
toegekend voor do betaling van do I
koston van do laatste ziokto on var.I
dc lijkbezorging, indion do nalatcr.4
schap van do ovorlodono voor do be- I
taling van dio koston ontooroikond I
is.
6. Voor do toepassing van dit artikol I
wordt ondor bezoldiging verstaan sI
bezoldiging in do zin van hot Be
zoldigingsbesluit Burgerlijke Eijks-I
ambtonaron 1948, vermeerderd mot hvl
porcontago, gonoomd in artikol 35-
Vervanging gemeentesecretaris
Bijlage no. 341. Loouwardon, 8 december 1959»
Aan do Gemeenteraad.
Ter uitvoering van artikel 112 van de Gemeentewet heeft Uw Haad in
artikel 34 van hot reglement van orde voor zijn vergaderingen bepaald, dat
de aanwijzing van de persoon, die de gemeentesecretaris bij ongesteldheid,
afwezigheid of ontstentenis vervangt, geschiedt door Burgemeester en V/et-
houders. In de plaats van de heer mr. J. Hooij, aan wie met ingang van
1 oktober 1959 eervol ontslag is verleend als administrateur ter secretarie
van deze gemeento, hebben wij als vervanger van de secretaris aangewezen
de met ingang van 1 december 1959 aangestelde administrateur ter secretarie
in algemene dienst de heer mr. T.J. Kingma. Als tweede plaatsvervanger van
de secretaris treedt zo nodig op de heer J. de Boor, administrateur ter
secretarie, hoofd van de afdeling financiën en belastingen.
Het is noodzakelijk, dat de beide plaatsvervangers in de vergadering
van de Haad in mijn handen de in artikel 107 van dc Gemeentewet omschreven
eed e.q. belofte, voorafgegaan door de eed c.q. verklaring en belofte van
zuivering, afleggen.
Ik deel U mede, dat ik deze beëdiging als punt 1a alsnog op de agenda
van Uw op woensdag 9 december 1959 ie houden vergadering heb geplaatst.
Do Burgemeester,
A.A.Li, van der Heulen.
Verzonden 8 december 1959-