Ho. 16509.
BE RAAD DER GEMEENTE LEEUY/ARDEN
h6t ï00rstel,ïan Burgemeester en Wethouders van 23 deoeE.
ber 1959 (bijlage no. 361);
BESLUIT:
met ingang van 1 januari i960 do onderwijzer Hendrik Isarin. geboren
1ö oktober 1917, alszodanig over te plaatsen van de Bocrhaaveschoo"!
(gewoon lager onderwijs) naar de Perkschool (uitgebreid lager onderra
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris,
Maken insteekhaven ten westen van het industrieterrein "Van Harinxmalcanaal"
Bijlage no. 362. Leeuwarden, 23 december 1959-
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend, is het de bedoeling het ten westen van het industrie
terrein "Van Harinxmakanaal" gelegen doodlopende gedeelte van de voormalige
Zwette te bestemmen tot insteekhaven ten behoeve van de industrieterreinen,
die ter weerszijden daarvan zullen ontstaan.
Gezien de vorderingen met de aanleg van het eerstvermelde uitbrei
dingsplan hebben wij de directeur der Openbare "Werken verzocht een plan
voor bedoelde insteekhaven te ontwerpen. Ie directeur heeft inmiddels aan
deze opdracht voldaan. Het ontworpen plan ligt bij de stukken voor ter
inzage
Ter toelichting van het plan kan het volgende worden vermeld.
Aansluitend op de plannen van de provincie Friesland is de diepte van
de haven geprojecteerd op 4-00 m - PZP. Voorlopig zal echter de bodemdiepte
Worden gebraent op 3-60 m - FZP, aangezien de diepte van de grote Friese
kanalen thans ook nog 3*60 m - FZP bedraagt. Ie bodeir.breedte zal bij een
diepte van 4-00 m - FZP 26.00 m bedragen.
De oeververdediging bestaat uit een glociïng van betonblokken. Deze
wordt nabij de waterlijn gesteund door een teenvoorziening van gewapende
betonplanken, lang 2.25 met schocrpalen, lang 3-50 m, waarover een gewa
pende betonsloof. De bovenzijde van de glooiing wordt op terreinhoogte op
gesloten met een betonband van speciaal profiel. Vóór de gewapende beton
sloof is een berm aangebracht van 1.00 m, bestort met puin.
De volle toekomstige waterdiepte van L. CO in - FZP is bij deze glooien
de oevers aanwezig op 11.00 m uit de kruin van het bovenwatertalui. Dit be-
"tekent echter niet, dat de schepen deze volle afstand uit de kant moeten
blijven. Door de voor het varen tussen kiel en bodem nodige speling en
door de holte van het dwarsprofiel van de schepen kunnen deze het talud wel
benaderen tot daar, waar de diepte 3-00 m - FZP bedraagt, d.w.z. tot 9.00 m
uit de kruin van het bovenwatertalud. Tot deze lijn zullen de bedrijven,
die voor grote schepen bereikbaar moeten zijn, steigers moeten uitbouwen
en eventueel remmingwerken moeten plaatsen. Ie nuttige havenbreedte tussen
de voorkanten van de steigers bedraagt dan30.00 m. Deze breedte is, met in
achtneming van de voor het varen nodige speling, voldoende voor drie sche
pen, elk van 1.350 ton.
Uit het vorenstaande volgt, dat de bedoelde bedrijven zelf nog kosten
zullen moeten maken om van de haven te kunnen profiteren. Steigerbouw door
de bedrijven zou niet noodzakelijk zijn als ie haven met verticale oevers
zou worden aangelegd. Dergelijke oevers zijr. echter buitengewoon kostbaar
(ca f.850,- per m, tegen oa f.140,- per m voer de voorziening met schuine
oever). Daar komt nog bij, dat vele bedrijven geen behoefte hebben aan een
loswa] over de gehele breedte van hun terrein. "7ij hebben daarom besloten
deze ins t.pol'haven in overeenstemming met elders in ons land uitgevoerde
plannen te voorzien van een schuine oever.
Het is denkbaar, dat een bedrijf, dat zich op een terrein aan deze
haven vestigt, eer, verticale loswal nodig heeft. In dat geval zou de eerst
aan te brengen schuine oevervoorziening moeten worden vervangen door de ge
wenste loswal. Uit dit oogpunt bezien zou het aanbeveling verdienen de aan
leg van de definitieve oevervoorziening uit te stellen. Zulks zou echter
betekenen, dat de aanleg later in gedeelten en zonder algehele afdamming
van dit vaarwater zou moeten geschieden, hetgeen belangrijk hogere kosten
zou meebrengen. Bovendien zou in ieder geval een tijdelijke oeverveorzie-
ning moeten worden aangebracht, waarvan de kosten kunnen worden gesteld, op
- f. 30,- -