Salarismaatregelen 1 januari 1959- Bijlage no. 45. Leeuwarden, 10 februari 1959. Aan de Gemeenteraad. De Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie heeft bij schrijven van 26 november 1958 aan de gemeente besturen medegedeeld, dat met ingang van 1 januari 1959 de 6$ salarisverhoging, daterende van 1 januari 1957, in de schaalbedragen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren wordt verwerkt. Hierbij wordt een geringe afronding toegepast. De eveneens met ingang van genoemde tijdstippen ingevoerde verhoging van 5.6$ ter compensatie van het verhaal van de premie ingevolge de Algemene Ouder domswet met een maximum van 34.77 per maand wordt voorlopig niet in de schaal bedragen verwerkt. De bedoelde maatregelen hebben materi'éel deze betekenis, dat als gevolg van een zekere systematisering en afronding van de nieuwe salarisbedragen in de Be zoldigingsverordening de salarissen van alle functionarissen moeten worden her zien. De bedoelde 6$ en 5.6$ verhogingen werden ten onzent krachtens de bij Uw besluit van l8 september 1957 vastgestelde Herzieningsverordening 1957 geregeld. Bij die gelegenheid zijn de salarisschalen met inbegrip van de beide verhogingen in het gemeenteblad bekend gemaakt. Het feit, dat het Rijk nu alleen de 6$ in de schalen verwerkt en hierbij een afrondingssysteem toepast vormt een aanleiding om, mede uit een oogpunt van handhaving van een reeds bestaande gelijkstelling, de gemeentelijke salarisscha len op gelijke wijze aan te passen. Ook het feit, dat de compensatie Algemene Ouderdomswet niet stabiel is en dat bij wijziging daarin ook de schalen steeds zouden moeten worden veranderd, pleit er voor de schaalbedragen zodanig te her zien, dat alleen de 6$ daarin wordt verwerkt met een afronding. Aldus handelende blijft de Herzieningsverordening 1957 alleen gelden voor wat betreft de 5.6$ wegens compensatie Algemene Ouderdomswet. In verband met de gewijzigde schaalbedragen dient ook het bedrag van de huwelijkstoelage en dat van het daarmede verband houdende grensbedrag voor de som van wedde en huwelijkstoelage, te worden herzien en bepaald op onderscheidenlijk 29,-- en 330,--. Voor de ambtenaren voor wie in het kader van de krachtens Uw besluit van 25 juni 1958, no. 8202a vastgestelde salarismaatregelen van 1 april 1958 een Vifwjjkond grensbedrag van do som van weddo en htraelijkstcelage is vast gesteld dient voor 3J0,-- tj warden gelezen 344.50..De huwelijkstoelage wordt voerts als gevclg van een toegekende extra periodieke verho ging verhoogdnxet een bedrag van ten hoogste 5,-- indien en voorzover daardoor de som van het salaris en de huwelijkstoelage een bedrag vormt, dat voorkomt in de voor de amb tenaar geldende kolom der salarisschaal. Van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeente lijke personeelsaangelegenheden is bij schrijven van 16 december 1958, no. 630 bericht ontvangen, dat het Centraal Orgaan in overeenstemming met de bij het centraal overleg betrokken personeelsorganisaties van mening is, dat het aanbe veling verdient overeenkomstig het bovenomschreven verzoek van de minister te handelen. In verband hiermede kan plaatselijk overleg terzake achterwege blijven. In het belang van de uniformiteit van de bezoldigingsregelingen voor het overheidspersoneel in het algemeen achten wij het gewenst ook in de onderhavige aangelegenheid het rijkssysteem te volgen. "Wij"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1959 | | pagina 58