No. 3326.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 maart i960 I
bijlage nc55 )j I
Gelet op artikel 171 der Gemeentewet;
BESLUIT:
een overeenkomst dading aan te gaan, waarbij het aanhangige geding tus
sen de gemeente, als eiseres, en de erven van nu wijlen Ir. J. van der Hasj
als gedaagde, ten einde wordt gebracht en wel zodanig, dat geen van beide
partijen nog iets aan de andere partij verschuldigd zal zijn en daarnevens
elke partij haar eigen kosten zal dragen alsmede de helft van de kosten var.l
het advies van de deskundige Ir. J.E.WLersma.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Besluit ex artikel 36, vierde lid, der Woningwet voor het gebied, gelegen tussen
de Groningerstraatweg en de Dokkumer Ee
Bijlage no. 56. Leeuwarden, 9 maart i960
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend is hebben Gedeputeerde Staten dezer provincie bij besluit
van 1 februari i960, le afd. no. 221, gedeeltelijk goedkeuring verleend aan Uw
besluit van 13 mei 1959, no. 5Ö&9, o.a. inhoudende vaststelling van het uitbrei
dingsplan in hoofdzaak 't Ielan
De goedkeuring van het uitbreidingsplan betekent, dat een eventueel in te
dienen bouwplan voor een in dit gebied gelegen terrein moet worden getoetst aan
dit nieuwe uitbreidingsplan. De voor de uitvoering van dit bouwplan te vragen
bouwvergunning zal dan moeten worden verleend als overeenstemming bestaat met het
uitbreidingsplan en er uiteraard overigens geen weigeringsgronden zijn) Het
onderhavige uitbreidingsplan geeft echter alleen maar de bestemming van 'de gronde
in hoofdzaken aan. De detaillering moet nog plaats vinden.
Het uitwerken van het plan in onderdelen vergt uiteraard tijd. Teneinde nu
te kunnen beletten, dat bouwwerken tot stand komen, welke met het oog op de ver
wezenlijking van het nog vast te stellen uitbreidingsplan in onderdelen ongewenst
zijn, achten wij het nodig, dat de Raad een besluit neemt als bedoeld in artikel
36, vierde lid, der Woningwet, bepalende dat een plan in onderdelen in voorbe
reiding is. Op grond van een dergelijk besluit zal het ons mogelijk zijn onze
beschikking op een bouwaanvraag aan te houden. Een dergelijk besluit achten wij
niet voor het gehele gebied van het plan 't Ielan noodzakelijk. In het gebied
gelegen tussen de Mr. PJ.Troelstraweg en de Dokkumer Ee verwachten wij geen moei
lijkheden, omdat wij, onder meer wegens het ontbreken van openbare aan het Rijk,
de provincie of de gemeente toebehorende wegen, op grond van de Bouwverordening
gehouden zijn een in te dienen bouwaanvraag af te wijzen. Deze moeilijkheden
kunnen zich echter wel voordoen in het gebied tussen de Dokkumer Ee en de Gronin
gerstraatweg, met name voor die terreinen, welke aan bestaande straten zijn ge
legen en geen eigendom van de gemeente zijn. Wij menen dan ook, dat een besluit
als bovenbedoeld alleen behoeft te gelden voor het laatstgenoemde gebied.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging over te gaan tot
vaststelling van een besluit, als in ontwerp hierna is afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 16 maart i960