No. 14842. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 novem ber 1960 (bijlage no. 270 BESLUIT met ingang van 1 december 1960 voor onbepaalde tijd aan de ven nootschap onder firma, genaamd "Visser's Bouwbedrijf", gevestigd te Leeuwarden, Mr. P.J. Troelstraweg 1335 "te verhuren een perceel grond, gelegen tussen Oldegalileën en de Dokkumer Ee, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, sectie nos. 5955? 1039, en 5954, in totaal groo 316 m2voor een huurprijs van 83,-- per jaar en verder onder de voorwaarden, zoals deze zijn vermeld in de bij dit besluit behorende overeenkomst Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen verordening op de heffing van een straatbelasting. Bijlage no. 271Leeuwarden, 9 november 1960. Aan de Gemeenteraad. Aangezien het tot stand komen van de nieuwe regeling van de financi ële verhouding tussen het rijk en de gemeenten langer op zich laat wachten dan was voorzien is de werkingsduur van de oude regeling voorlopig verlengd tot en met 1960. Hierdoor is voor gemeenten, welker financiële positie zulks nodig maakt, de mogelijkheid geopend met ingang van 1959 en/of i960 subjectieve verhoging van de algemene uitkering op grond van de bestaande regeling te vragen. Ook onze gemeente heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Het desbetreffende verzoek voor 1959 hebben ?/ij ter uitvoering van Uw besluit van 12 maart 1959 no. 2873, doen toekomen aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Uit het indienen van een verzoek voor 1959 vloeit automatisch voort, dat ook de behoefte aan middelen met ingang van 196O van rijkswege bij het onderzoek wordt betrokken. De aanvragen van gemeentebesturen om subjectieve verhoging van de al gemene uitkering uit het gemeentefonds over de jaren 1959 en 1960 zullen worden behandeld met inachtneming van richtlijnen, die de Minister van Binnenlandse Zaken mede namens zijn ambtgenoot van Financiën heeft gegeven. Een der belangrijkste van deze richtlijnen is, dat bij de vaststelling van de verhoging rekening wordt gehouden met de inkomsten die de gemeenten uit eigen heffingen verkrijgen. Met name worden in dit verband genoemd de rei nigingsrechten, de straatbelasting en de rioolbelasting. Aangaande de in voering van laatstbedoelde belasting hebben wij ons standpunt nog niet definitief bepaald. Wat de heffing van de straatbelasting betreft, zal voor de berekening van de bijdrage worden uitgegaan van een inkomstenpeilhet welk wordt bereikt bij tarieven van 10 en 5 van de belastbare opbrengst der gebouwde respectievelijk der ongebouwde eigendommen. Indien de opbrengst van deze heffing aan de hand van de bestaande tarieven lager is dan de op brengsten welke door toepassing van bovenstaande tarieven zouden zijn ver kregen, komt het verschil in mindering op de m.i.v. i960 toe te kennen ver hoging van de bijdrage uit het gemeentefonds. Hoewel van de gemeenten niet zal worden verlangd, dat zij de tarieven van de straatbelasting ën van de overige hiervoor .vermelde belastingen op het aangegeven peil brengen, zul len de gemeenten voor het dekken van het tekort dat ontstaat door het achterwege laten van de belastingverhoging en door het van rijkswege toe passen van een korting op de algemene uitkering zelf een oplossing moeten vinden. De straatbelasting wordt in onze gemeente thans geheven naar ta rieven van 8 °/o en 4 van de belastbare opbrengst der gebouwde respectie velijk der ongebouwde eigendommen. Zoals U bekend is, is de parlementaire behandeling van het ontwerp- "Financiële Verhoudingswet" nog steeds niet voltooid. De normen, waarnaar de toekomstige uitkeringen zullen worden berekend, zijn nog niet bekend. Wel is het zeker, dat de nieuwe regeling voor onze gemeente een gunstiger resultaat zal opleveren dan de. tegenwoordige. Het maken van een exacte be cijfering van het voordelige verschil tussen de uitkeringen op grond van de oude en die op grond van de nieuv/e regeling is thans echter nog niet mo gelijk. Uitgaande van verschillende van rijkswege voorlopig genoemde be dragen, en rekening houdend met een verhoging van deze bedragen op grond van recente kostenstijgingen, nemen wij voorshands aan, dat het voordeel, dat invoering van de nieuwe regeling zal opleveren, ongeveer even groot zal zijn als het tekort op de gemeentebegroting voor i960. Bedoeld voordeel zal echter eerst in de loop van vier jaren geleidelijk beschikbaar komen, zodat de begrotingen voor i960 en van de eerstvolgende jaren (nog afgezien van lastenstijgingen) tekorten zullen blijven aanwijzen. Deze

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 476