No. 3754.
NE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDENj
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders var. 15 maai
1961 (bijlage no. 86);
gelet op artikel 14 lid 2, der statuten van de II. V. Intercomm
nale Waterleiding Gebied Leeuwarden;
BESLUIT
ter vervulling van de vacature van Voorzitter van do Raad van Conmi
sarissen van de N.V. Intercommunale 'Waterleiding Gebied Leeuwarden,
ontstaan door periodieke aftreding van de heer Mr. A.A.M. van der
Heulen, op te maken de volgende voordracht:
1. Mr. A.A.M. van der Heulen, Burgemeester;
2. J. Tiekstra, Wethouder - loco-Burgemeester.
Aldus vastgesteld in de openbare vergader:
van
Vaststelling uitbreidingsplan "Bijenhof".
Bijlage no. 87. Leeuwarden, 21 maart 1961.
Aan de Gemeenteraad.
In ons voorstel van 15 maart jl. (bijlage no. 81) inzake de vast
stelling van het uitbreidingsplan in onderdelen "Bijenhof" hebben wij U
medegedeeld, dat tegen het cntwerp-plan e'en bezwaarschrift bij Uw Raad is
ingediend en dat wij U zo spoedig mogelijk ons standpunt hieromtrent en
over de eventueel na de verzending van dat voorstel nog ingediende be
zwaren zouden mededelen.
V/ij kunnen U thans mededelen, dat tot nu toe geen nieuwe bezwaar
schriften zijn ingekomen.
Aangezien het reeds ingediende bezwaarschrift nog niet voor U bij de
stukken ter inzage heeft gelegen, geven wij hieronder in het kort de in
houd daarvan weer.
Het bezwaarschrift is ondertekend door een negental bewoners van
panden aan de Goudsbloemstraat en de Bijenhofstraat. De door hen aange
voerde bezwaren zijn gericht tegen het in het ontwerp geprojecteerde blok
je eengezinswoningen ten noorden van het plantsoentje aan het einde van
de Goudsbloemstraat. Zij voeren aan, dat steeds werd aangenomen, dat dit
plantsoen aan de noordzijde zou worden afgerond, hetgeen zij eveneens me
nen te kunnen opmaken uit het door Uvr Raad vastgestelde plan in hoofdzaak
"'t Ielfin". In plaats van een vergroting en afronding van het plantsoentje
wordt thans een verkleining daarvan ten behoeve van de achtertuinen van
een dwars op de Goudsbloemstraat geprojecteerd blokje woningen voorgesteld.
Tegen het projecteren van bedoelde woningen ter plaatse hebben de adres
santen uit welstandsoverwegingen ernstige bezwaren. "Reeds vanaf de Gro
ningerstraatweg de Goudsbloemstraat inkijkende", aldus de adressanten,
"heeft men het gezicht op de toch altijd rommelige achterkant van de
hier te bouwen woningen en de omwonenden hebben dit fraaie uitzicht dan
van dichtbij".
Adressanten vervolgen dan als volgt: "De panden Goudsbloemstraat 40
en 33 krijgen de achtertuintjes vlak voor hun erkers, de achtergevel van
de te bouwen huizen komt practisoh in een lijn te liggen met de zijgevels
van die huizen, lat het pand op no. 33 betreft komt de muur slechts op
enkele meters van het voortuintje. Al met al een allesbehalve fraaie si
tuatie, die in een nieuwe woonwijk in onze stad toch niet meer op z'n
plaats is. De aansluiting van oude op nieuwe woonwijk zou de oude bebou
wing er wel erg slecht doen afkomen".
Aan het slot van hun schrijven verzoeken de adressanten Uw Raad het
voorgestelde ontwerp, voor wat betreft het genoemde detailpunt, niet in
deze vorm vast te stellen.
Hoe',Tel wij de ter staving van de beswaren aangevoerde argumenten al
thans ten dele niet of niet geheel juist achten en hiertegen viel tegenar
gumenten zijn aan te voeren, is het ons - mede door het korte tijdsbe
stek - thans niet mogelijk het pro en het contra voldoende tegen elkaar
af te wegen en op grond van de uitslag daarvan een definitief standpunt
over het bezwaarschrift in zijn totaliteit in te nemen. In verband hier
mede lijkt het ons wenselijk bij de vaststelling van dit uitbreidingsplan
het blokje woningen, waartegen de beswaren zich richten, te doen verval
len en aan de desbetreffende grond voorshands, in aansluiting aan de om
ringende gronden, de bestemming van tuin te geven.