Aanvulling "Bebouwingsvoorschriften Wilhelminabaan" Bijlage no. 138. Leeuwarden, 15 mei 1961. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 16 november jl. heeft U besloten tot vaststel ling van het uitbreidingsplan "Wilhelminabaan" met bijbehorende bebouwings voorschriften. Bij besluit van 13 maart 1961) 1e afd. no. 222, hebben Ge deputeerde Staten van Friesland Uw bovenbedoeld besluit goedgekeurd, behou dens voor zover het strekt tot vaststelling van de bestemmingen in het plan gedeelte, gelegen tussen de Wilhelminabaan en de bestaande bebouwing aan de zuidzijde van de Fonteinstraat, ren aanzien van dit gedeelte van het plan is de beslissing in verband met een bij Gedeputeerde Staten ingediend bezwaarschrift aangehouden. Bit besluit van Gedeputeerde Staten ligt bij de stukken voor U ter inzage. Gedeputeerde Staten hebben ons uitgenodigd te bevorderen, dat de bij het uitbreidingsplan behorende bebouwingsvoorsohriften worden aangevuld met een overgangsbepaling. Het doel van een dergelijke bepaling is de belangen van de eigenaren van gebouwen, welke niet in het uitbreidingsplan passen, te beschermen. Hoewel wij van mening zijn, dat de belangen van deze eige naren door het bestaan van een Schadevergoedingsverordening in onze Gemeen te reeds voldoende zijn beschermd, zodat wij een dergelijke bepaling dan ook niet in de bebouwingsvoorschriften hadden opgenomen, blijkt uit de jongste jurisprudentie, dat de Kroon een dergelijke bepaling wel noodzake lijk acht en zelfs ambtshalve tot niet-goedkeuring van bebouwingsvoorschrif ten zal overgaan, indien daarin geen overgangsbepaling voorkomt waarin de belangen van die eigenaren voldoende worden beschermd. Be Kroon neemt het standpunt in, dat het de belanghebbenden in het algemeen mogelijk moet zijn bestaande gebouwen gedeeltelijk te vernieuwen en te veranderen en deze zelfs na vernietiging tengevolge van een calamiteit te herbouwen. Als beperking geldt, dat de afwijkingen met het uitbreidings plan niet mogen worden vergroot, terwijl bij herbouw na het optreden van een calamiteit de bij het plan vastgestelde voorgevelrooilijn in acht moe ten worden genomen. Wij hebben, mede in verband met het standpunt van de Kroon, gemeend aan het verzoek van Gedeputeerde Staten te moeten voldoen en U te moeten voorstellen een dergelijke bepaling alsnog in de bebouwingsvoorschriften op te nemen. Het ontwerp-besluit heeft vanaf 6 april jl. gedurende vier weken ter inzage gelegen. Bezwaren tegen de voorgestelde aanvulling der bebouwings voorschriften zijn niet bij Uw Raad ingediend. Wij geven U in overweging een besluit te nemen als in ontwerp hierna is afgedrukt. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.II. van der Heulen, Burgemeester. de Jong, Secreto.ris. Verzonden 15 mei 1961.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 275