Deze vereniging had reeds voor 1960 een verhoging van het subsidie van 1 cent per inwoner tot 2 cent per inwoner gevraagd, In verband met de mogelijkheid, dat een hoger rijkssubsidie zou worden toegekend, is dit verzoek aangehou den, Inmiddels is bekend geworden, dat de invoering van de nieuwe rijkssub sidieregeling voor de vereniging een verslechtering betekent, omdat de rijksoverheid op het standpunt staat, dat, mede met het oog op de taak van de bureaus, een groter aandeel in de kosten voor rekening van de Provincies en de Gemeenten behoort te komen. De provincie Friesland heeft haar subsidie m.i.v. 1961 verhoogd van f. 3,500,tot f. 5.500,per jaar. Aannemende, dat evenals tot dusver in de toekomst ongeveer 30/o van de behandelingsge- vallen uit onze Gemeente afkomstig zal zijn, achten wij het redelijk dat een overeenkomstig deel van het voor een sluitende exploitatie benodigd bedrag door onze Gemeente wordt bijgedragen. Dit komt neer op ongeveer 1-g- cent per inwoner. Wij stellen U voor het subsidie met ingang van 1960 op dit bedrag te bepalen. Voor 1961 moet terzake een aanvullend krediet van f. 415, worden geraamd. Voor kinderuitzending is in de ontwerp-begroting een krediet van f. 12.500,geraamd, dat beschikbaar is voor 5000 zomerverpleegdagen a f. 0,50 per dag en 10.000 winterverpleegdagen a f. 1,per dag. Het centraal comité tot uitzending van kinderen heeft gevraagd het onderscheid tussen de subsidiëring van zomer- en winterverpleegdagen te laten vervallen en het subsidie te bepalen op f. 2,per verpleegdag, een en ander net ingang van 1961. Tevens werd gevraagd voor 1960 alsnog een aanvullend subsidie beschik baar te stellen in verband met de sterke stijging der verpleegprijzen. Na kennisneming van de exploitatieoijfers over 1960 zijn wij tot de conclusie gekomen, dat niet alle instellingen, die de uitzending van zwakke kinderen verzorgen, in even slechte financiële omstandigheden verkex-en. Dit komt o.a. doordat enerzijds de verpleegprijzen niet gelijk liggen en anderzijds doordat de steun die de instellingen van derden (ouders, vakbonden, en anderen) ont vangen niet gelijk is. Gezien de inderdaad sterke stijging van de verpleeg- pi'ijzen is er echter o.i. zeker aanleiding om de gemeentelijke bijdragen te verhogen, waarbij o.i. tevens het onderscheid tussen de bijdragen van de zomer- en winterperiode dient te vervallen, omdat er geen verschil is tussen de verpleegprijzen in de zomer en die in de winter. Uitgaand van de cijfers van de grootste instellingen lijkt een bijdrage van f. 1,50 per dag over het algemeen redelijk. Een verhoging van ie gemeentelijke bijdrage tot dit peil zou voor een aantal verenigingen nog niet toereikend zijn om hun tekorten volledig te dekken. Deze instellingen zullen er o.i. naar dienen te streven het nog ontbrekende uit particuliere bronnen aan te vullen. Andere instel lingen zullen bij een zodanig subsidie een exploitatie-overschot krijgen. Dit laatste komt ons niet wenselijk voor. Toekenning van een lagere bijdra ge dan f. 1,50 per dag aan alle instellingen zou echter betekenen, dat een groot deel van de instellingen in moeilijkheden zou geraken. Daarom komt het ons over het algemeen verantwoord voor de bijdrage m.i.v. 1960 te bepa len op f. 1,50 per verpleegdag, met dien verstande, dat in enig jaar niet meer dan het exploitatietekort wordt bijgedragen of, indien dit tekort lager is dan het subsidie volgens de oude regeling, in ieder geval f. 0,50 per zomer- en f. 1,pex- winterverpleegdag uit te keren. Aangezien ons inmiddels is gebleken, dat het aantal verpleegtlagen niet meer dan ongeveer 10.000 zal bedragen, dient het subsidie voor 1961 rekening houdend met een aftrek voor enkele verenigingen van naar raming in totaal f. 1.000,te worden geraamd op f. 14.000,zodat een aanvullend krediet van f. 1.500,nodig is. Bij de behandeling van de begroting voor 1960 is ook het verzoek van de provinciale vereniging Het Groene Kruis om het subsidie te vei'hogen van 5 cent per inwoner tot 10 cent per inwoner voorlopig aangehouden, omdat ter zake nog geen duidelijk inzicht bestond. Inmiddels zijn exploitatiegegevens over 1959 en 1960 beschikbaar gekomer.Voor 1959 blijkt een verhoging van het subsidie niet nodig, doch voor 1960 en ook voor volgende jaren is de situatie minder gunstig, hetgeen een gevolg is van de stijging der personeelslasten. "Deze" Deze kostenstijging dient voor een deel te worden opgevangen door hogere bijdragen van de Provincie en-van de Gemeenten. De provinciale bijdrage is m.i.v. 1958 verhoogd van f. 35-000,tot f. 5°.000,terwijl ook een aantal Gemeenten tot subsidieverhoging is overgegaan. Thans is er o.i. aanleiding het subsidie van onze Gemeente mede in verband met de bijdra gen van de Provincie en van andere Gemeenten opnieuw te bezien en te stre ven naar een overeenkomstige verhoging voor de verschillende subsidienten, daarbij rekening houdend met de verhogingen in de afgelopen jaren. Een on derzoek naar de exploitatiegegevens over de afgelopen jaren en een raming van hetgeen voor 1961 nodig is hebben aangetoond, dat de gevraagde verhoging van het aandeel onzer Gemeente in de exploitatiekosten van de provinciale vereniging Het Groene Kruis redelijk is. Wij stellen voor het subsidie met ingang van 1960 te bepalen op 10 cent per inwoner. Het krediet voor 1961 moet dan met f. 4.165,worden verhoogd. Ook de Provinciale Friese Bond "Het Wit Gele Kruis" heeft een subsidie gevraagd voor haar activiteiten. Deze bond verzoekt subsidiëring op dezelf de basis als die voor het provinciale Groene Kruis. In beginsel hebben wij hiertegen geen bezwaar. De werkzaamheden van het provinciale Wit Gele Kruis zijn echter minder uitgebreid dan die van het Groene Kruis. Om tot een be vredigende regeling voor de subsidiëring van het Wit Gele Kruis te komen is berekend hoeveel de Gemeente bij een subsidie van 10 cent per inwoner aan Het Groene Kruis uitkeert voor elke taak die deze vereniging vervult en hoe veel dit subsidie per taak per lid van Het Groene Kruis in onze Gemeente bedraagt. 'Wij hebben bij deze berekening aangenomen, dat het aantal leden van Het Groene Kruis in onze Gemeente relatief gelijk is aan dat in de ge hele Provincie en zijn dus voor de uitsplitsing van het gemeentelijk sub sidie uitgegaan van een theoretisch aantal leden van de gezamenlijke plaat selijke Groene Kruisverenigingen. Aldus is becijferd, dat de bijdrage per theoretisch lid van Het Groene Kruis 43 cent bedraagt, waarin voor de taken die ook Het Wit Gele Kruis verzorgt (algemene dienst en provinciaal bureau, kinderhygiëne, kraamcentra) 39 cent per lid begrepen is. Aangezien het aan tal leden van Het Wit Gele Kruis in onze Gemeente ongeveer 1400 bedraagt stellen wij U voor de Provinciale Friese Bond Het Wit Gele Kruis met ingang van 1960 een subsidie van f. 550,te verlenen. "Subsidi eaanvragen1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 297