Opheffing van twee Commissies tot Wering van Schoolverzuim, instelling van een nieuwe commissie en vaststelling huishoudelijk reglement. Bijlage no. 163. Leeuwarden, 1 juni 1961 Aan de Gemeenteraad. Vóór do uitbreiding van de gemeente Leeuwarden met een gedeelte van het grondgebied van Leeuwarderadeel op 1 januari 1944 bestond in de ge meente Leeuwarden dén Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Bij besluit van de Burgemeester, waarnemende de taak van de Gemeenteraad, d.d. 16 maart 1944 no. 426 werd voor het aan de gemeente Leeuwarden toegevoegde gebied een nieuwe commissie ingesteld. Bij datzelfde besluit werd het aan tal leden van elk der beide commissies vastgesteld op vijf. Bij de periodieke aftreding per 1 juli 191 van de leden van de com missie voor het op 31 december 1945 tot de gemeente Leeuwarden behorend gebied hebben drie leden hiervan te kennen gegeven niet voor een herbe noeming in aanmerking te willen komen. Be leden van de commissie voor het op 1 januari 1944 aan do gemeente Leeuwarden toegevoegdevoordien tot de gemeente Leeuwarderadeel behorende, gebied treden op 1 januari 1962 perio diek af. In beide commissies is de gedachte gerezen, de commissies sanen te voegen tot één commissie. Aan een dergelijke fusie zijn ongetwijfeld voor delen verbonden. Be taak van elke commissie is niet (moor) zodanig, dat handhaving van twoe commissies absoluut noodzakelijk is. Bij het bestaan van één commissie behoeft geen afbakening van ellcs territoir te geschie den, terwijl éénvormige toepassing van de wettelijke voorschriften ge waarborgd is. Voor het gemeentebestuur en de andere instanties, die be moeiingen hebben met de naleving van de Leerplichtwet, kan het eveneens voordelen bieden, wanneer men slechts met één commissie te maken heeft. Wij menen dan ook, dat een samenvoeging, nu zich daartoe een geschikte gelegenheid voordoet, te verkiezen is boven hot afzonderlijk laten voort bestaan van twee commissies. Volgens artikel 21 der Leerplichtwet bepaalt de Gemeenteraad het aantal commissies alsmede het aantal leden daarvan, met dien verstande, dat het aantal leden niet neer mag bedragen dan 9- Gezien het grotere werkterrein van de nieuw te vormen commissie en mede met het oog op de omstandigheid, dat drie leden van de oommissie voor (oud) Leeuwarden zich niet meer herkiesbaar stellen en de 5 leden van de andere commissie eerst op 1 januari 1962 zouden moeten aftreden, is er naar onze mening aanlei ding de commissie voorshands uit 7 leden te doen bestaan, ila verloop van tijd kan dan altijd nog beoordeeld worden of wijziging in dit aantal zal moeten worden gebracht. Indien Uw Baad ons gevoelen deelt, zal het nodig zijn de geldende Huishoudelijke Reglementen voor de beide Conmissies tot Wering van Schoolverzuim in te trekken en voor de nieuwe commissie een nieuw Huis houdelijk Reglement vast te stellen. Aangezien de bestaande reglementen nogal verouderd zijn was een herziening daarvan toch al wenselijk. Bijgaand ontwerp van een nieuw Huishoudelijk Reglement hebben wij opgesteld in overleg met de bestaande commissies. Een artikelsgewijze toelichting op het nieuw vast te stellen regle ment achten wij niet nodig, aangezien hierin geen principiële wijzigingen ten opzichte van de bestaande regeling zijn aangebracht. Lie de in verband met gedane suggesties door de commissies hebben wij wel gemeend te moeten voorstellen het presentiegeld, thans bedragende f. 5,-- voor do in de stad wonende leden en f. 4>-~ voor de leden uit het landelijk deel der Gemeente, te verhogen tot resp. f. 4»-- en f5»~« "Op"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 323