5. Tot een privaat moet het daglicht op voldoende wijze kunnen toetre
den, tenzij een leiding wordt aangebracht tot verlichting van het
privaat door middel van elektriciteit.
6. Een privaat mag niet rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit een ver
trek, vanuit een gemeenschappelijk gedeelte van een gebouw, vanuit
een winkel of vanuit een ruimte bestemd voor opslag, bereiding of
verwerking van levensmiddelen, doch moet daarvan ten minste afge
scheiden zijn door een portaal, hetwelk geen mindere breedte heeft
dan het privaat en ten minste 0.90 m lang is.
7. Een privaat moet binnenshuis bereikbaar zijn.
8. De buitenmuren van privaten in schuurtjes, bijkeukens en dergelijke
ruinten ondergebracht, moeten een dikte van ten minste 0.16 n
(een halve steen en een klamp) verkrijgen.
Artikel 57 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het derde lid vervalt.
2. Het vierde lid wordt vernummerd tot het derde lid.
Artikel 45 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor het woord "Onverminderd" wordt het cijfer 1 geple„atst.
In het bepaalde onder b vervalt het woord "garages".
2. Toegevoegd worden twee nieuwe leden, luidende als volgt:
"2. Ten aanzien van garages en autoboxen gelden de volgende eisen:
a. de vloer van een garage of autobox moet samengesteld zijn
uit beton of steen, terwijl de wanden en de afscheidingen
in een garage uit brandvrij materiaal moeten bestaan; de
deuren moeten uit brandvrij materiaal zijn samengesteld of
daarmee zijn bekleed;
b. garages of autoboxen, grenzend aan woonruimten, moeten daar
van brandwerend zijn afgescheiden en voorts zodanig, dat het
doordringen van geraas zoveel mogelijk wordt voorkomen en
het doordringen van dampen is uitgesloten; indien de verbin
ding van een garage net tot woning bestemde ruimten noodza
kelijk is, mag daarin slechts worden voorzien door een brand
vrije zichzelf sluitende deur, gevat in een brandvrij kozijn;
c. tenzij een garage of autobox gelegen is onder een vloer van
gewapend beton of een andere daaraan gelijkwaardige construc
tie, moet hij voorzien zijn van een brandvrij plafond;
d. een garage of autobox, voorzien van twee tegenoverelkaar ge
legen buitenwandenmoet worden geventileerd door doeltref
fende luchtroosters, welke in elk dier wanden, gelijkmatig
verdeeld over de volle breedte van de garage, moeten worden
aangebracht; deze roosters mogen met de bovenkant op ten
hoogste 0.50 m boven de vloer zijn gelegen, moeten een ge
zamenlijk luchtdoorlatend oppervlak van ten minste 1/500
gedeelte van het vloeroppervlak bezitten en mogen nimmer
buiten gebruik worden gesteld;
e. indien in een garage slechts één buitenwand de onder d ge
noemde luchtroosters kunnen worden aangebracht, moeten, be
halve deze, aan de tegenoverliggende wand luchtkokers wor
den gemaakt; deze kokers moeten worden samengesteld uit
brandvrij materiaal, moeten op ten hoogste 0.25 m boven de
vloer aanvangen, een gezamenlijk inwendige doorsnede van
ten minste 1/1000 gedeelte van het vloeroppervlak hebben
en buitendaks zijn voorzien van behoorlijk werkende zuig-
kappen.
5. Burgemeester en Vfethouders kunnen vrijstelling verlenen van
het bepaalde in het tweede lid onder c, voor garages of auto
boxen zonder bovenverdieping. Alsdan gelden de door hen te
stellen nadere eisen."
"Aa."