nun Het bewijs van ontvangst wordt tegelijk net de gestelde eisen zo spoedig mogelijk afgegeven. 2. 3e in het eerste lid bedoelde kennisgeving moet schriftelijk bij Burgemeester en Mothouders worden ingediend, onder vermelding van de namen en het adres van de eigenaar, van de kadastrale en plaat selijke aanduiding van het betreffende bouwwerk en van hetgeen in diener voornemens is te slopen. 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet: a. ten aanzien van een sloping van ondergeschikte betekenis; b. indien sloping noodzakelijk is ter uitvoering van een bouwver gunning en de desbetreffende kennisgeving volgens artikel 80, eerste lid, onder a, is ingezonden; c. indien gesloopt wordt op last van Burgemeester en Methouders. 4. Indien een sloping betreft een bouwwerk, dat als monument door het daartoe bevoegde gezag is aangemerkt, berichten Burgemeester en Wethouders dit zo spoedig mogelijk aan de indiener, liet bewijs van ontvangst wordt alsdan eersi afgegeven, nadat krachtens het desbe treffende wettelijk voorschrift toestemming tot de sloping is ver kregen. 5. Bij het slopen kan onder meer geëist worden, dat: a. het terrein, waarop het gesloopte heeft gestaan, na opruiming van het puin en de aanwezige putten en riolen, wordt gelijk ge maakt, de gaten worden gevuld en de oppervlakte opgehoogd tot een door Burgemeester en Methouders aan te geven hoogte; b. het terrein op een doeltreffende wijze van de openbare weg wordt afgescheiden c. afbraakmateriaal, besmet met ongedierte, ter plaatse onmiddel lijk wordt verbrand of ontsmet; d. afbraakmateriaal, eventueel na ontsmetting, onmiddellijk wordt afgevoerd. Av. Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt gelezen als volgt: "1. Op bestaande gebouwen zijn van toepassing de artikelen 18, tweede lid, 37 "tot en met 40, 41 eerste lid, 42, eerste en tweede lid, 43, 4749» 50, eerste lid, 57eerste lid onder a en ctweede lid, derde lid (voor zoveel toepasselijk), vierde lid en achtste tot en raet tiende lid, 64, 67 tweede en derde lid, 74; 81 en 02". 2. Het vijfde lid vervalt; de leden 6 en 7 worden vernummerd tot de leden 5 on 6. 3. Toegevoegd wordt een nieuw zevende lid, luidende: "7. Indien de veiligheid dit noodzakelijk maakt, kunnen Burgemees ter en Methouders bepalen, dat artikel 79a mede van toepassing is op reeds bestaande gebouwen. Alsdan moeten de installatie en de aansluiting daarvan op het elektriciteitsdistributienet worden aangebracht binnen een door hen te bepalen termijn." AwHa artikel 86 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: "Artikel 86a. 1. Burgemeester en Methouders kunnen eisen, dat ten dienste van elke woning en van elke niet met een woning verband houdende geheel of gedeeltelijk voor kantooraoelcinden dienende ruimte of combinatie van ruimten, een doelmatig geplaatste brievengleufwelke voldoet aan de eisen, gesteld in het normaalblad HEIT 1770, wordt aange bracht 2. Indien de brievengleuf niet uitkomt in een tot de woning of het kantoor behorende ruimte, kunnen Burgemeester en Mothouders tevens eisen, dat achter de gleuf een afsluitbare brievenbus wordt aan gebracht. 11 "Ax.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 374