ki
-18-
bedoeld in het tweede lid, eveneens gelasten, dat onverwijld
maatregelen worden getroffen, welke zij in het "belang van de
veiligheid van de bewoners of gebruikers of van het openbaar
verkeer nodig oordelen."
BcNa artikel 95 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
"Artikel 95a-
1. Een bouwwerk mag zich niet bevinden in zodanige verwaarloosde, be
schadigde of verminkte staat, dat het op ernstige wijze het stads
beeld schaadt.
2. Een bouwwerk of een gedeelte daarvan mag niet in zodanige kleur of
zodanige kleuren worden gebracht, noch mag daaraan enig materiaal
v/orden verv/erkt van zodanige kleur of zodanige kleuren, dat daar
door het stadsbeeld op ernstige wijze wordt geschaad.
5. Telkens wanneer Burgemeester en T/ethouders van oordeel zijn, dat
één der beide vorige leden wordt overtreden, wordt, alvorens de be
langhebbende ingevolge artikel 210, juncto artikel 152, tweede lid,
der Gemeentewet schriftelijk wordt gewaarschuwd, aan deze gemoti
veerd het voornemen tot de toepassing van evengenoemd artikel
schriftelijk medegedeeld. Tegen deze mededeling staat beroep open
op de Gemeenteraad. Artikel 24 is ten aanzien hiervan van overeen
komstige toepassing."
Bd. In het vijfde lid van artikel 101 wordt vóór het woord "laten" het
woord: "te" geplaatst.
BeArtikel 105 wordt gelezen als volgt:
"1. Het is verboden in of bij woningen:
a. vee in de zin van de Veewet te houden;
b. andere dieren te houden, waaruit voor de omgeving hinder zou
kunnen voortvloeien,
2. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing, voor zover
wordt gehandeld net vergunning van Burgemeester en Wethouders en
de daarbij ter bescherming van de met het instellen van het verbod
beoogde belangen door hen gestelde voorwaarden in acht v/orden ge
nomen.
Bf. Na artikel 106 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
"Artikel 106a.
Het is verboden handelingen te verrichten of te doen verrichten,
waardoor de vrije toegang tot of het veilig gebruik van hijsinrich
tingen en liften in ernstige mate zou worden belemmerd."
Bg. Artikel 109 wordt gewijzigd als volgt:
1. Vóór de woorden: "Ten aanzien van" wordt het cijfer 1 geplaatst.
2. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:
"2. Voor antennes, welke op de dag van het van kracht worden van
deze verordening bestaan, wordt geacht tot wederopzegging vergun
ning als bedoeld in artikel 90a te zijn verleend, tenzij de
antenne, naar het kenbaar gemaakte oordeel van Burgemeester en
T/ethouders
a. gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen;
b. voor zover van de openbare straat af zichtbaar, hetzij op
zichzelf, hetzij in verband met het stadsbeeld een ernstig
ontsierend karakter heeft."