-22- 3. De ruimte tussen en onder de "binten van de beganegrondvloeren, waar onder zich geen kelders "bevinden, moet door middel van in de "buiten muren aangebrachte oijeningen, afgesloten door muisdichte roosters, op naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders voldoende wijze gemeenschap met de buitenlucht hebben, 4. Burgemeester en Ïïethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in het eerste lid bepaalde, zo bijzondere vloerconstructies, te hunner beoordeling, worden toegepast, en van het in het tweede lid bepaalde Alsdan gelden de door hen te stellen nadere eisen. Artikel 45* 1. Ten aanzien van het muurwerk van gebouwen gelden de hierna volgende bepalingen; a. alle uit de fundering opgaande muurwerken en kolommen moeten over de volle dikte en ter hoogte van ten minste 0.60 m voorzien zijn van een voohtkerende laag, het z.g. trasraam; het trasraam moet ten minste de hoedanigheid hebben van baksteen, kwaliteit vlakke klinker, in sterke mortel, en zodanig zijn aangebracht, dat het van ongeveer 0.30 m beneden tot ongeveer 0.30 m boven de gemiddel de grondslag van het bij het gebouw aansluitend terrein reikt; b. bouw- of scheidingsmuren, welke langer aan de buitenlucht bloot gesteld moeten blijven dan voor het gelijktijdig optrekken der be treffende gebouwen noodzakelijk is, moeten aan de buitenzijde wor den beraapt of afgepleisterd, tenzij zij naar de eisen, welke voor ongepleisterde buitenmuren gelden, zijn uitgevoerd; c. bij het toepassen van een spouwmuur als buitenwand moet de bin nenmuur aan de spouwzijde worden beraapt; nader kan worden geëist dat de spouw behoorlijk geventileerd wordt. d. Burgemeester en Wethouders kunnen het toepassen van kalkzandsteen voor trasramen en ander waterdicht metselwerk verbieden. 2. Burgemeester en Vïethouders kunnen voor gebouwen, niet bestemd voor menselijk verblijf, vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid. Alsdan gelden de door hen te stellen nadere eisen. Artikel 46. 1De omtrekmuren en vloeren van kelders moeten worden samengesteld uit waterdicht metselwerk of waterdicht beton. 2. Voor zover kelders onmiddellijk onder een ruimte zijn gelegen, die nende voor menselijke verblijfplaats, moeten zij van een afdekking, bestaande uit metselwerk, beton of enige andere, niet minder water dichte constructie, zijn voorzien. 3. Ten aanzien van het bepaalde in het eerste en tweede lid kunnen Bur gemeester en Wethouders nadere eisen stellen. Artikel 47- 1Indien een houten vloer op een onderslagmuurtje of op teerlingen rust, moet zich onder de onderkant der binten een behoorlijk vooht kerende laag bevinden. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 399