m -47- Artikel 120. Opzegging van een vergunning, als "bedoeld in artikel 114, heeft slechts plaats indien; a. de betreffende antenne niet meer wordt gebruikt; b. door aansluiting op een centrale antenne een redelijke ontvangst kan worden verkregen; c. de ontwikkeling op technisch gebied het overigens mogelijk maakt de antenne zonder bezwaar voor een redelijke ontvangst te verwijderen, dan wel te vervangen door een antenne van kleinere afmetingen. Artikel 121 1Behoudens het bepaalde in het vierde lid is het de eigenaar en de gebruiker van enig onroerend goed verboden daarop of daaraan op eni gerlei wijze een van de openbare straat af zichtbaar reclameteken te hebben. 2. De verbodsbepaling van het eerste lid is niet van toepassing, voor zover wordt gehandeld met vergunning van Burgemeester en Wethouders en de daarbij door hen gestelde voorwaarden in aoht worden genomen. 3. De vergunning wordt door Burgemeester en Wethouders tot wederopzeg ging verleend en in de regel alleen voor het hebben van reclamete kens voor zaken, die worden vervaardigd of verhandeld, of voor het bedrijf, het beroep, de handel, de nering of de onderneming, die wordt uitgeoefend in of op het onroerend goed, In bijzondere geval len, te hunner beoordeling, kunnen Burgemeester en Wethouders hier van afwijken, 4. Onverminderd het bepaalde in het vijfde lid, is geen vergunning ver eist voor vlakke reclametekens, ten getale van ten hoogste drie, aan of op eenzelfde onroerend goed, erfafscheiding of getimmerte aange bracht en elk in loodrechte en horizontale richting geen grotere af meting hebbend dan van 0.40 m, noch een groter oppervlak dan van 1600 cm2, mits het reclameteken, respectievelijk de'reclametekens uitsluitend betrekking hebben op zaken, die worden vervaardigd of verhandeld, of op het bedrijf, het beroep, de handel, de nering of de onderneming, die wordt uitgeoefend in of op het onroerend goed. Bur gemeester en Wethouders beoordelen, of een reclameteken voor de toe passing van deze bepaling als vlak is aan te merken, 5. Behalve in het geval, waarin een vergunning geldt, als bedoeld in het tweede lid, is het de eigenaar en de gebruiker van enig onroerend goed, erfafscheiding of getimmerte verboden, daarop of daaraan op enigerlei wijze een van de openbare straat af zichtbaar reclameteken te hebben, met betrekking waartoe Burgemeester en Wethouders bij aanschrijving te kennen hebben gegeven, dat het wegens zijn ontsie rend karakter verwijderd of op nader door hen aangegeven wijze ver anderd moet worden. Artikel 122. 1, In de bebouwde kom gelegen terreinen, zomede open erven van gebouwen, moeten een voldoende ophoging en afwatering hebben; sloten, wateren en riolen moeten in voldoende toestand van reinheid en van onderhoud verkeren. 2. Open erven van gebouwen mogen niet lager liggen dan 0.50 m beneden de beganegrondvloeren dier gebouwen. 311

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 424