12. de bestaande betonschutting met het ijzeren hek, die de er
afscheiding vormen tussen het verkochte terrein en de eige
dom van de koopster, gaan in eigendom over aan de koopster
en mogen door haar worden verwijderd, mits dat geschiedt i
overleg met en ten genoegen van de directeur der Openbare
Werken der gemeente Leeuwarden;
13. de betonschutting met het ijzeren hek, dio de erf af scheid::
vormen tussen het verkochte en het perceel, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, sectie G, no.12822, gaan in eiger
dom over aan de koopster;
aan mevrB.Kooi-de Yries, wonende Verlengde Schrans 58, alhier,
te verkopen een perceel grond, ter grootte van plm. 33 m2, gele
gen achter het perceel le Vegelindwarsstraat 2b, welk te verko
pen perceel op de bij dit besluit behorende tekening in blauw
is aangegeven, tegen een prijs van f.330,- en verder onder de
voorwaarden vermeld onder I, sub 1 t/m 12;
aan Jvan der V/al, wonende le Vegelindwarsstraat 28, alhier, te
verkopen een perceel grond, ter grootte van plm. 45 m2, gelegen
achter het perceel le Vegelindwarsstraat 28, welk te verkopen
perceel op de bij dit besluit behorende tekening in geel is aan
gegeven, tegen een prijs van f.450,- en verder onder de voorwaa:
den, vermeld onder I, sub 1 t/m 12 en onder voorwaarde, dat het
ijzeren hek, dat de scheiding vormt tussen het verkochte en de 1
van Sytzamastraatin eigendom overgaat aan de koper en doorhem
mag worden verwijderd, mits dit geschiedt in overleg met en ten
genoegen van de directeur der Openbare V/erken der gemeente Leeu
warden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Vaststellen vergoeding vakonderwijs over 1960 aan het bestuur der Stichting
Chr. b. 1. o.-scholen.
Bijlage no. 56. Leeuwarden, 7 maart 1961.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Stichting tot oprichting en instandhouding van één
of meer Christelijke scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwar
den en omgeving heeft voor 1960 een aanvraag ingediend voor de vergoeding als
bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949
(kosten vakonderwijs) voor haar twee scholen voor zwakzinnige kinderen, onder
overlegging van de nodige bewijsstukken.
Deze vergoeding wordt bepaald met inachtneming van het getal wekelijkse
lesuren vakonderwijs aan de openbare scholen van dezelfde soort, vermenig
vuldigd met het aantal verplichte leerkrachten aan de bijzondere scholen en
op basis van de gemeentelijke salarisregeling voor de vakleerkrachten, met
inbegrip van de niet verhaalbare pensioensbijdragen en de uit de naleving
van de sociale wetgeving voortvloeiende uitgaven. Bij Uw besluit d.d. 10
februari 1960, no. 1525, is het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs voor het
openbaar buitengewoon lager onderwijs aan zwakzinnige kinderen voor 1960
vastgesteld op 1 1/14 en het voorschot voor het schoolbestuur op f. 4.400,
Aan de beide van genoemde stichting uitgaande scholen waren in 1960
12 verplichte leerkrachten werkzaam, zodat het schoolbestuur aanspraak kan ma
ken op een vergoeding van maximaal 12 x 1 1/14 is 12 6/7 lesuur vakonderwijs,
welk aantal ook inderdaad is gegeven.
Met inbegrip van de niet verhaalbare pensioensbijdragen ad f. 522,61 en
de ingevolge de Kinderbijslagwet verschuldigde premie ad f. 229,79 hebben
wij de vergoeding becijferd op f. 5-312,74, zodat het schoolbestuur nog recht
heeft op f. 5*312,74 - f. 4.400,voorschot is f. 912,74-
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secrotaris.
Verzonden 11 maart 1961.