Si So •4* ÜSM» ITo11204. BE KA AD EER GEMEENTE LEEUT/ARBEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 au gustus 1961 ("bijlage no. 248); BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening VERORDENING op de heffing van marktgeld. Aard der belasting Artikel 1 1. Onder de naam van marktgeld wordt een recht geheven voor het in nemen van een marktplaats op een marktterrein gedurende de tijd bepaald voor het houden van markt ter plaatse. 2. Onder marktterreinen worden verstaan do openbare straten en pleinen, welke voor het houden van markten zijn aangewezen, het terrein van de veemarkt hieronder niet begrepen. 1olastingplicht Artikel 2 Het marktgeld is verschuldigd door degene, die een marktplaats op con marktterrein inneemt. Bedrag van de belasting Artikel 3 1. liet marktgeld bedraagt voor elke vierkante meter in beslag genomen oppervlakte per dag 0,20 met een minimum van 1, 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de oppervlakte, welke bij de marktplaats bestemd is om door het publiek te worden ge bruikt en de oppervlakte, welke in beslag wordt genomen door voer tuigen waarmede de goederen slechts worden aangevoerd of afgevoerd, niet gerekend en wordt een gedeelte van een vierkante meter voor een gehele vierkante meter en een gedeelte van een dag voor een ge hele dag gerekend. 3. In afwijking van het bepaalde in hot eerste lid van dit artikel bedraagt hot marktgeld voor een standwerker, ongeacht het aantal vierkante meters dat in gebruik wordt genomen per dag of gedeelte van een dag 2,50. Inning Artikel 4 1. De inning van het marktgeld geschiedt door of namens de directeur van de Harkt- en Havendienst tegen afgifte van een kwijtingsbewijs 2. Het kwijtingsbewijs moet aan de ambtenaren, die met het toezicht op de inning van de marktgelden zijn belast, op eerste aanvraag v/orden getoond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 102