maken. Het lijkt ons dienstig U nog eens een overzicht to geven van de voornaamste bepalingen van de nieuwe wet op de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten en van de belang rijkste verschillen tussen de oude en de nieuwe regeling van deze materie. Het Gemeentefonds is gehandhaafd. In dit fonds wordt met ingang van 1961 gestort 12,70 f van de opbrengst van oen aantal rijksbelastingen. Het percentage is vastgesteld vet inachtne ming van de financiële gevolgen die m.i.v. 1961 voor de gemeen ten voortvloeien uit de verhoging van de pensioensbijdragen voor het gemeentepersoneel van 161 tot 21 per jaa« on uit dc beperking van het verhaalsrecht. Over 1960 bedraagt do storting 12,33 fa van de aangewezen rijksbelastingen. Be gemeenten ontvangen uit het Fonds diverse uitkeringen, tw. a. een uitkering ter bestrijding van de kosten van het open baar en bijsonder lager onderwijs; b. zonodig, indien de opbrengst in hoofdsom en opcenten van de door hot Rijk ten bate van de gemeente geheven grond- en personele belasting per inwoner lager is dan de gemiddelde landelijke opbrengst, een belastinguitkering; c. een algemene uitkering, die uit verschillende onderdelen bestaat en waarover wij hieronder nog een nadere toelichting zullen geven; d. zonodig, indien toepassing van de nieuwe wet voor de gemeente tot een verslechtering' van de financiële positie leidt, oen garantieuitkering, die met ingang van 1966 geleidelijk ver valt. Naast vorengenoemde uitkeringen uit het Gemeentefonds» ge nieten de gemeenten krachtens de Financiële Verhoudingswet 196O rechtstreeks uit 's Rijke kas een volledige vergoeding van de kosten, die volgens art. 25, derde lid, der Nijverheidsonder wijswet ten laste van de ;emeente komen. Volledigheidshalve merken wij hierbij op, dat op grond van andere wettelijke regelingen reeds aanspraak bestaat op doeluit keringen van het Rijk voor het bestrijden van de kosten van het kleuteronderwijs, van hot voorbereidend hoger- en middelbaar onderwijs on van de politie. Ook ontvangen de gemeenten aanzien lijke bijdragen in de kosten van uitvoering van sociale voor zieningsregelingen en van de Woningwet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 325