a. een bedrag van 5>-~ per ha grondgebied; b. een bedrag, gelijk aan vijf maal de opbrengst van de ssv.iv ito hoofdsom der grondbelasting voor de gebouwde eigendommen, met een minimum van en een maximum van 21,-- oer inwoner; c. 80 fi van de gemiddelde kosten van sociale üo ;j ov de jaren 1955, 1956 en 1957 °P welk gemiddelde eer: oon ctio rdt toegepast in verband met cie sindsdien opgetreden landelijke stijging van deze kosten; de wet bevat de bepaling, dat na i960 elk jaar voor dit onderdeel van de uitkering Wordt uitgegaan van oen periode van drie^opeenvolgende jaron, waarvan het eerste vijf jaren aan het uitkeringsjaar vooraf gaat; voor 1961 wordt dus uitgegaan van de gemiddelde kos ten van sociale zorg over 1956, 1957 on 1953 enz.; d. het z.g. schaalbodrag per inwoner, dat ever 1960 voor do al lerkleinste gemeenten (met minder dan 2000 inwoners) 43,-- bearaagt en voor de allergrootste gemeenten (met 500.000 of meer inwoners) 60,--; voor Leeuwarden is het schaalbo drag over i960 50,hot is zeer waarschijnlijk, dat ovor 1962 (wellicht ook over 1961) hogere schaalbodragen zullen worden uitgekeerd; voorlopig moet voor Leeuwarden wor den geraamd naar een uitkering ever 1962 van 57,-- por in woner Bij Algemene maatregel van bestuur kan voor daarvoor in aanmerking komende gemeenten het schaalbedrag worden verhoogd wegens een bijzondere samenstelling der bevolking, een ongewoon verloop van het aantal inwoners, dan wel wegens andere bijzon dere omstandigheden. Deze mogelijkheid wordt wel aangeduid als "verfijning" van de wijze van verdeling der beschikbare midde len. De Regering hoopt dat door het toepassen van de "verfijnin gen" een juiste aanpassing zal worden vorkregen aan de behoeften van elke gemeente afzonderlijk. Over de praktische toepassing van deze mogelijkheid is nog niets bekend. Wellicht zal voor onze Gemeente uit het verfijnen van de uitkeringsmaatstaven - b.v. doordat de centrumpositie in aanmerking wordt genomen - eon extra bate kunnen voortvloeien; e. indien nodig een aanvullende bijdrage voor de gemeenten, die haar inkomstentreffingen uit eigen hoofde tot een redelijk peil hebben opgevoeno en die er desondanks niet in slagen met de algemene middelen te voorzien in de noodzakelijke behoef ten; de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Financiën

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1961 | | pagina 328