Verordsning tot heffing van schoolgeld aan de gemeentelijke kleuter
scholen.
Bijlage no. 221. Leeuwarden, 17 juli 1961.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge het Bepaalde in artikel 49, eerste lid, van de Kleuteron-
dervijsvfet v/ordt voor het verstrekken van openhaar kleuteronderwijs van
Gemeenteïiege schoolgeld geheven volgens een hij algemene maatregel van
"bestuur to "bepalen tarief. De ter uitvoering van genoemd wetsartikel vast
gestelde algemene maatregel van hestuur is het Besluit schoolgeld kleu
teronderwijs (k.B. 12 juni 1956, Stbl324)» Dit Koninklijk besluit omvat
een vrij volledige regeling van de schoolgeldheffing. Deze regeling be
helst onder meer de vaststelling van het bedrag van het schoolgeld, een
reductiebepaling voor het geval meer kinderen uit hef zelfde gezin een
kleuterschool bezoeken en een ontheffingsregeling. Bovendien is een vrij
stellingsbepaling opgenomen op grond Y/aarvan schoolgeldplichtigen, wier
inkomsten blijven beneden door de Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen vastgestelde normen, kunnen Y/order, vrijgesteld van het beta
len van schoolgeld.
Ten einde de verschuldigde schoolgelden te kunnen heffen hoeft Uw
Eaad in zijn vergadering van 28 november 1956, vastgesteld de Verordening
tot het heffen van schoolgeld aan de gemeentelijke kleuterscholen. Bij
het vaststellen van deze verordening is rekening gehouden met het voor
melde Koninklijk besluit en met de ter bepaling van bovenbedoelde normen
vastgestelde ministeriële beschikking. Dc vraag kan echter v/orden gesteld,
of, nu van Rijkswege een aantal onderwerper, imperatief zijn geregeld, in
de gemeentelijke verordening voor bepalingen over deze onderv/erpen nog vrel
plaats is. Gp juridische gronden zijn vrij van mening dat deze vraag ont
kennend moet v/orden beantv/oord. Gp praktische gronden zijn echter voren
bedoelde bepalingen in de bestaande gemeentelijke verordening opgenomen
teneinde de leesbaarheid hiervan te vergroten en om het moeten raadple
gen van het Koninklijk besluit en van de ministeriële beschikking te
voorkomen
Het gevolg van de overneming in de gemeentelijke verordening van een
aantal bepalingen uit het Koninklijk besluit en uit de ministeriële be
schikking is echter, dat bij wijziging van laatstgenoemde regelingen ook
de gemeentelijke verordening moet worden aangepast. Teneinde dit te voor
komen en mede om tegemoet te komen aan de juridische bezv/aren die tegen
de vigerende verordening bestaan, verdient het aanbeveling de imperatief
gegeven rijksvoorschriften niet meer in de gemeentelijke verordening op
te nemen.
Wij achten het moment om de gemeentelijke belastingverordening in de
hiervoor aangegeven sin to wijzigen thans aangebroken, o-mdat er onlangs
in de rijksregeling enige wijzigingen zijn aangebracht, die tot aanpassing
van de thans geldende bepalingen in de gemeentelijke verordening nopen.
Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver
enigen, stollen wij IJ voor de "bestaande verordening in to trokken en een
nieuv/e verordening, overeenkomstig het hierbij gevoegde oniï/erp, vast te
stellen
Burgemeester en Wethouders van LecuY/arden,
A.A.M. van dor Heulen, Burgemeester.
Verzonden 10 juli 1961
T.J. Kingma, 1-Secretaris