stellen op 15, daar aan de brugwachters voor de onregelmatige dienst reeds n gedeeltelijke compensatie wcrdt geboden in de vorm van een kortere dienst- ijd :'.an r:ou zijn .egestaan. c. Salarisherzlenir. - per 1 januari 1962 Per 1 januari 1962 :ijn voor het Rijkspersoneel salarismaatregelen ge troffen, bestaande uit: 1. een algemene salarisverhoging op basis van de trend van de loonontwikke ling in het bedrijfsleven; 2. een gedifferentieerde salarisverhoging voor de ambtenaren-niet-werklieden. Voor de algemene salarisverhoging is een relatie gezocht met de wel vaartsstijging voor de werknemers in de particuliere bedrijven, zulks aan de hand van de trend van de voor een deel reeds waargenomen en voor het overige deel te verwachten loonontwikkeling bij die bedrijven. Het resultaat hiervan is dat de algemene salarisverhoging ruim 5$ zal bedragen, in welk percentage is begrepen een verhoging van 1,2;.', welke dient om te voorkomen dat - als ge volg van de invloed, welke de tweede vernieuwing van de éénjarige c.a.o.'s in de vorige loonfase op de loonontwikkeling in het bedrijfsleven heeft uit geoefend - het uitgangspunt voor de eigenlijke trendverhoging te laag zou liggen. Voor de ambtenaren-werklieden zal, voor zover zij voer de vaststel ling van him salaris als 23 jaar en ouder worden aangemerkt, aan de algemene loonsverhoging een minimum worden verbonden gelijk aan de verhoging van het maximumsalaris van loongroep 4. De gedifferentieerde salarisverhoging, waarvoor de werklieden niet in aanmerking komen, beoogt naast een aanpassing aan de maatregelen, welke in de afgelopen jaren zen aanzien van de werklieden reeds zijn genomen teneinde tot een betere aansluiting bij de beloning in het particuliere bedrijfsleven te nomen (met name valt te denken aan de prestatiebeloning), tevens een aan passing van de loonlijn voor de ambtenaren aan die, geldende in het particu liere bedrijfsleven. De bedoelde salarisverhoging zal van hez maximum van schaal p .ot het maximum van schaal 47 8$ bedragen en daarna geleide- lljk oplopen toz üoj? bij het maximum van schaal 148. Voor de hoogste ambte lijke rangen loopt de verhoging dan nog geleidelijk op tot 40$. De Regering acht het niet mogelijk deze verhoging anders dan in etappes te realiseren. Zij heeft besloten tot invoering in vier fasen, resp. ingaande op 1 januari 1962, 1 januari 1963, 1 januari 1964 en 1 januari 1965 Over de maatregelen is in de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg geen overeenstemming bereikt. Drie der ambtenaren centrales stelden zich op het standpunt dat eerst de salarisachtcrstand voor de middelbare en een deel der la gere ambtenaren zou dienen te worden weggenomendat over 1961 een uitkering ineens zou dienen tc worden verstrekt en dat maatregelen ten behoeve van de gepensioneerden zouden dienen te worden getroffen. De Minister heeft niettemin tot invoering dor salarisvoorzieningen besloten. Wij menen ons var. een behandelin van de diverse argumenten pro en contra de onderhavige salarismaatregelen te mogen onthouden. Voor ons Is doorslaggevend in de eerste plaats dat inwilliging van de verlangens van de ambtenaren cent rales niet in de macht van het gemeentebestuur ligt, daar een besluit zot toekenning van oen uitkering-ineens over 1961 of tot het treffen van speciale voorzieningen voor de lagere cn middelbare ambtenaren zondor de minste twijfel door het Ko ninklijk vernietigingsrecht zou worden getroffen, en in de tweede plaats dat het niet overnemen van de maatregelen voor het personeel dezer Gemeente een niet verantwoord verschil in salariëring zou doen ontstaan tussen het Rijkspersoneel en het personeel van de meeste gemeenten enerzijds en het personeel van onze Gemeente anderzijds. Dit laatste zou een aanmerkelijke en zeer gevaarlijke ver zwakking van de concurrentiepositie van onze Gemeente mot betrekking zot de per soneelsvoorziening tot gevolg hebben. Wij zijn dan ook van oordeel dat hot nood zakelijk is do Rijks-salarismaatregelen op overeenkomstige wijze toe te passen op het gcmeentepersoneel. Overigens j,an nog opgemerkt worden, dat het maximum van do gedifferentieerde salarisverhoging voor de hoogste ambtelijke rangen, welke de Bezoldigingsverordening i960 zont, geen 40$ bedraagt, doch 23$. V/ij hebbon oen wijziging van do Bozolaigingsverordening i960 ontworpen, welke volledige aansluiting bij de per 1 januari 1962 voor het Rijkspersoneel getroffen maatregelen betekent. V/egens hot ontbreken van de noodzakelijke ge gevens kan de gedifferentieerde salarisverhoging per 1 januari 1963, 1 januari 1964 on 1 januari 1965 nog niet worden geregeld; aanvaarding van do gedifferen tieerde salarisverhoging voor 1962 kan echter geacht worden tevens de principi ële bereidheid in zich cc sluiten van het toepassen van de gedifferentieerde sa larisverhoging voor do jaren 1963, 1964 en 1965, laar het hier in feite één com plex betreft Het minimumbedrag van de kindertoelage is verhoogd van 19,70 tot 20,70 por maand; het maximumbedrag is verhoogd van 30,20 tot 31,80 per maand. In verband hiermede is door ons ook eon wijziging van do Kindertoelagcverordening ontworpen Ton aanzien van do ontworpen wijziging van de Bezoldigingsverordening i960 merken wij nog op dat bijlage D, regelende de salarissen van het brandweerperso neel, nog niot gewijzigd kan worden, omdat terzake door de Minister nog geen richtlijnen zijn verstrekt Uiteraard zullen de salarissen van het brandweer personeel bij wijzo van voorschot zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze wor den verhoogd. Ook bijlage F, regelende de salarissen van het vrouwelijk perso neel, is niet vervangen in verband met het voornemen do salariëring van dit per soneel te bepalen met behulp van de genormaliseerde methode van werkclassifica- tio Schaal 25 van bijlage A is met één periodieke verhoging verlengd, omdat de maximale salarisnorm voor de eerste ambtenaar ter Secretarie in gemeenten van 80.000 tot 100.000 Inwoners door de Minister van Binnenlandse Zaken nader is vastgesteld op 1.454,--. In bijlage A is voorts nog een wijziging aangebracht welke gocn verband houdt mot de salarisvoorzieningcn per 1 januari 1962. Als ge volg van een reorganisatie in het Stadsverzorgingshuis is nl. de behoefte ont staan aan het ambt "hoofd van do huishouding"Dit ambt is ondergebracht in schaal 10. Do Commissio voor Georganiseerd Overleg kan zich blijkens haar bij de stuk kon gevoegd advies mot de voorgestelde wijzigingen van de Bezoldigingsverorde ning 1948 en de Bezoldigingsverordening i960 verenigen, met dien verstande dat één dor vertegenwoordigers van do personeelsorganisaties voor de salarisvoorzie ningen por 1 januari 1962 geen verantwoordelijkheid kan aanvaarden. Do wijziging van do Kindertoclageverordening is overeenkomstig de aanbeveling van het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaange legenheden, zodat daaromtrent do Commissie voor Georganiseerd Overleg niet be hoefde te worden gehoord. V/ij stellen U mitsdien voor to besluiten overeenkomstig de hierbij overgelegde ontwerpen Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meuien, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 28 mei 1962.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 16