Artikel 4.
Het schoolgeld
is verschuldigd voor elke toehoorder of leerling,
die in het heffingatijdvak bij een school, als bedoeld in artikel 1,
staat ingeschreven.
Aanwijzing eehoolgeldplichti--.
Artikel 5
1. Het schoolgeld is verschuldigd voor:
a. een toehoorder of leerling, staande onder de ouderlijke nacht,
door de vader, of, indien de ouderlijke macht door de moeder al
leen wordt uitgeoefend, door de moeder;
b. een toehoorder of leerling, staande onder de voogdij van zijn
vader of moeder, door degene, die de voogdij uitoefent;
c. een toehoorder of leerling, niet staande onder de ouderlijke
macht of onder de voogdij van zijn vader of moeder, door degene,
die voor deze toehoorder of leerling aanspraak heeft op kinder
aftrek ingevolge artikel 47 van het Besluit op de Inkomstenbe
lasting 1941 of, indien geen inkomstenbelasting verschuldigd is,
ingevolge artikel 8, zesde lid, van het Besluit op de Loonbelas
ting 1940.
2. Pleegouderlljke zorg vervult te dezen opzichte de plaats van de
ouderlijke macht of de voogdij van de vader of de moeder. Onder
pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en op
voeding van het kind van anderen, als ware het een eigen kind,
onafhankelijk van enige verplichting daartoe of het genieten van
een vergoeding daarvoor.
3. Indien met toepassing van de vorige leden geen schoolgeldplichtige
kan worden aangewezen, is de toehoorder of leerling zelf het school
geld verschuldigd.
ledrag van het schoolgeld.
Artikel 6.
Het schoolgeld bedraagt:
A. voor een toehoorder voor elk wekelijks lesuur 25,--
tot een maximum van
voor een leerling van:
I. een gemeentelijke middelbare han
delsavondschool voor elk wekelijks
1e suur
II. een aan de gemeentelijke middelbare
handelsavondschool verbonden vervolg-
klasse
voor een leerling van de opleidingsschool
voor leidster bij het kleuteronderwijs
voor de opleiding voor de akte van be
kwaamheid als hoofdleidster
100,—
per hcffings-
tijdvak;
per heffings
tijdvak;
3,--
50,—
90,—
per heffings
tijdvak;
per vak van
onderwijs per
heffingstijd
vak;
per heffings
tijdvak.
- 3 -
Wegblijven van toehoorders of leerlingen.
Artikel 7-
Voor hen, die als toehoorder of leerling zijn .ingeschreven voor
een heffingstijdvak en die bij do aanvang van dat tijdvak wegblijven,
is schoolgeld over de eerste kalendermaand van hot heffingstijdvak ver
schuldigd, tenzij voor hot begin van het heffingstijdvak bericht van
verhindering is ingekomen.
Tussentijdse inschrijving.
Artikel 8.
Voor een toehoorder of leerling, die in do loop van hot heffings
tijdvak wordt ingeschreven, wordt hot schoolgeld geheven over zoveel
kalendermaanden - de vakantie inbegrepen - als er 11a de inschrijving
in het heffingstijdvak over zijn. Be kalendermaand, waarin de inschrij
ving is geschied, wordt daarbij medegeteld.
Ontl' ff:i.:i..
Ar tik '1 9>
1. Indien een toehoorder of leerling in de loop van het heffingstijd
vak overlijdt of de school vorlaat, wordt ontheffing van schoolgeld
verleend over zoveel kalendermaanden, als er nadien nog in het hef-
fingstijdvah overblijven.
Ontheffing van schoolgeld wordt niet verleend:
a. indien de ontheffing wegens het verlaten van de school, op niet
meer dan twee kalendermaanden betrekking zou hebben;
b. over do periode van het ontheffingstijdvak, aanvangende met de
kalendermaand waarin do leerling hot examen heeft afgelegd.
2. Indien een toehoorder of leerling wegons ziekte de schooi gedurende
langor dan drie maanden achtereen niet hooft kunnen bezoeken, wordt
ontheffing van schoolgeld verleend over zoveel kalendermaanden, als
de school niet is bezocht.
3. Indien een toehoorder of leerling wegens het sluiten van de school
doze gedurende langer dan drie maanden achtereen niet heeft kunnen
bezoeken, wordt ambtshalve ontheffing van schoolgeld verleend over
zoveel kalendermaanden, als de school gesloten is geweest.
4. Tor verkrijging van de in het eerste en tweede lid van dit artikel
bedoeld- ontheffingen moot eon daartoe strekkend verzoekschrift
worden ingediend bij do controleur Ier Gemeentebelastingen binnen
twee maanden, nadat de toehoorder of leerling is overleden of de
school hooft verlaten, onderscheidenlijk binnen vijf maanden, nadat
hot schoolbezoek wegens ziekte is gestaakt.
V ;rmlndorlng.
Artikel 10.
1. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 11 wordt, indien een
schoolgeldsohuldige voor lossen in een vervolgklasseals bedoeld in
artikel 6, ondor B, sub II, aantoont door overlegging van een ver
klaring van de Inspecteur der belastingen dat zijn maatstaf, als be
doeld in de Schoolgcldwetvoor hot betrokken schoolgeldjaar minder
dan f. 100,-- bedraagt, op het schoolgeld een vermindering van
f. 25,per vak van onderwijs toegepast,