zal worden. In deze situatie lijkt he+ ons niet verantwoord thans te be sluiten tot opheffing van "Be Tuinfluiter". Het komt ons daarom wenselijk voor - net toepassing van artikel 11 2e lid, der Kieuteronderwijswet - de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te verzoeken te bepalen, dat "Be Tuinfluitergedurende he: schooljaar 1963—1964 in stand wordt gehouden, ook al wordt ds school nie: bezocht door het vereiste aanto.l kleuters. Wij vertrouwen, dat na afloop van deze periode de kleuterschool in 't Heechterp" gereed zal zijn ge komen, waarna instandhouding van de "Tuinfluiter" vermoedelijk niet meer nodig zal zijn. Wij merken hierbij op, dat bij een gunstigs ministeriële beslissing het toekennen van de jijkavergoeding betreffende de salariskosten, de stiohtingskosten en de overi xploitati instandhouding voor de gemeente geen bijzondere kosten zal veroorzaker- Wij geven U derhalve in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Heulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 9 november 1962. No. 15260. LI RIAL B3R GEHHEHTE LEllIWAHBIN j Gelezen het voorstel van Burgemeester en 'Wethouders d.d. 8 no vember 1962, bijlage no. 345» gelet op artikel 11, 2e lid, der Kleuteronderwijswet B I 3 L U I T de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te verzoeken te bepalen,, dat de gemeentelijke kleuterschool "Do Tuinfluiter", Tuinen 40, alhier, gedurende het schooljaar 1903-1964 in stand wordt gehouden, ook al wordt'de school niet bezocht door het vereiste aantal kleuters. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 359